Invalles RONDE 1

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Wat is de beste plek voor jou/jullie om goed te kunnen werken en op te letten? 

Let op! Alleen twee leerlingen (dus niet meer en niet minder) aan de hoge tafels. 

Mevr. Thijs kijkt zelf ook nog naar de plattegrond. 

Ronde 1

• Welkom
• Wat ga je leren?
• Herhaling instructie + inoefenen
• Zelfstandig aan de slag
  
• Reflectie + Vooruitblik 

Kunnen jullie zelfstandig starten?

Startklaar

voor instructie

BIJ TWEEDE BEL, HEB JE:

• boek, schrift, etui op tafel.
• chromeboek ingelogd op LessonUP.  
  
• aandacht bij mevr. Thijs

Kun jij zelfstandig starten?

Je bent welkom aan de instructietafel.

WAT GA JE LEREN? 

ronde 1

Wat weten jullie al?

Het is niet erg als jullie het nog niet weten. Dit betekent dat jullie het kunnen leren. 

VOORKENNIS

Maak samen op het werkblad.

HERHALING INSTRUCTIE RONDE 1

In de tabel zie je de inkomsten van Yara.

 

 Ik kan de regelmaat vinden in een tabel.

  

Hoeveel komt er steeds boven in de tabel bij?

Hoeveel komst er steeds onder in de tabel bij?

Wat is de regelmaat? 

 

 Ik kan de regelmaat vinden in een tabel.

  

Welke tabel heeft regelmaat? 

Wat is de regelmaat? 

Waarom heeft de andere tabel geen regelmaat?  

De tabel gaat over de inkomsten van Samir.

  

  Ik kan met de regelmaat berekenen hoe de tabel verder zal verlopen.

  Ik kan een tabel invullen bij een situatie met regelmaat.

Wat is de regelmaat?

Vul de tabel verder in. 

Monique geeft vioolles. Bij haar inkomsten hoort de tabel

  

  Ik kan met de regelmaat berekenen hoe de tabel verder zal verlopen.

  Ik kan een tabel invullen bij een situatie met regelmaat.

Wat is de regelmaat? 

Lev opent een spaarrekening. Hij stort er €150 op. Elke maand spaart hij € 30.

  

Ik weet wat een vast bedrag is.

Ik kan de regelmaat vinden in een verhaaltje. 

Ik kan bij een verhaaltje een tabel maken. 

Wat is de regelmaat?

Vul de tabel verder in. 

tijd (maanden)	0	1	2	3	4	5
bedrag (€)

Lev

In de tabel zie je de inkomsten van Yara.

Ik weet wat variabelen zijn en kan ze aangeven.

Ik kan het begingetal aangeven in een tabel.

Ik kan het stijggetal en daalgetal aangeven in een tabel.  

Wat zijn de variabelen?

Wat is het begingetal?

Wat is het stijggetal? 

  Ik weet wat variabelen zijn en kan ze aangeven.

Ik kan het begingetal aangeven in een tabel.

Ik kan het stijggetal en daalgetal aangeven in een tabel.  

Wat zijn de variabelen?

Wat is het begingetal?

Wat is het stijggetal? 

Lev opent een spaarrekening. Hij stort er €150 op. Elke maand spaart hij € 30.

  

Ik kan bij een verhaaltje het begingetal en stijg- of daalgetal benoemen.

Wat zijn de variabelen?

Wat is het begingetal?

Wat is het stijggetal? 

tijd (maanden)	0	1	2	3	4	5
bedrag (€)

Lev

Ik kan een woordformule bij een tabel maken. 

Maak de formule bij de tabel.

variabele onder in de tabel

  =

stijggetal 

daalgetal

  +

  x

variabele boven in de tabel

begingetal

EVEN SAMEN OEFENEN

We maken 4 opdrachten van het werkblad samen. 

Samenwerken

Ronde 1 

UITWERKINGEN

REFLECTIE

Begrijp je alle leerdoelen ?

wist dit al

ja

bijna

een beetje

nog niet

Hoe was je inzet?

😒🙁😐🙂😃

Vooruitblik

volgende les

Ronde 2