Toets werken met bronnen bij geschiedenis klas 1 h/v VSO
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Geschreven bronnen
Ongeschreven bronnen
Slide 2 - Sleepvraag
Geschreven bronnen
Ongeschreven bronnen
Slide 3 - Sleepvraag
Een primaire bron is...
A
Een bron uit de tijd zelf waarover de bron gaat.
B
Een bron die later is gemaakt over een andere tijd.
C
Een bron uit deze tijd over vroeger.
D
Een bron van vroeger over de toekomst.
Slide 4 - Quizvraag
Welke van deze is een primaire bron?
A
De tekst in het lesboek over de jager-verzamelaars
B
Een pot uit de jager-verzamelaar periode.
C
Een boek geschreven in 1950 over de jager-verzamelaars
D
Een schilderij gemaakt in 1600 over de jager-verzamelaars
Slide 5 - Quizvraag
Primaire of secundaire bron?
A
primaire bron
B
secundaire bron
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een secundaire bron?
A
Een geschiedenisboek.
B
Een kleitablet met spijkerschrift erop.
C
Een schilderij uit de Gouden Eeuw.
D
Een aflevering over de Romeinen van het Klokhuis.
Slide 7 - Quizvraag
Is dit een primaire of secundaire bron?
A
Primaire bron
B
Secundaire bron
Slide 8 - Quizvraag
Bij het controleren van de betrouwbaarheid van bronnen let je op;
A
Wie heeft de bron gemaakt?
B
Wanneer is de bron gemaakt?
C
Wat is het doel van de (gemaakte) bron?
D
Alle drie! ( dus op AB en C).
Slide 9 - Quizvraag
Betrouwbaarheid van bronnen is een probleem bij geschiedenis, omdat bronnen onjuiste informatie kunnen bevatten.
A
Ja, dat is waar.
B
Nee, dat is niet waar.
Slide 10 - Quizvraag
Wat is GEEN hulpvraag om de betrouwbaarheid van bronnen te controleren?
A
Wanneer is de bron gemaakt?
B
Hoe is de maker aan de informatie gekomen?
C
Met welke bedoeling is de bron gemaakt?
D
Waarover gaat de bron?
