10.1 Man, vrouw, menstruatie

10.1 Man, vrouw, menstruatie
Man 
Vrouw 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

10.1 Man, vrouw, menstruatie
Man 
Vrouw 

Slide 1 - Tekstslide

De man

Slide 2 - Tekstslide

1
urineblaas
2
zaadleider
3
zaadblaasje
4
prostaat
5
urinebuis
6
zwellichamen
7
bijbal
8
teelbal
9
eikel
10
voorhuid
10
balzak

Slide 3 - Tekstslide

Teelballen en balzak
Als een jongen ongeveer 13 jaar is, beginnen zijn teelballen te functioneren. Vanaf die leeftijd produceren de teelballen elke dag vele miljoenen zaadcellen (spermacellen). Zaadcellen zijn de mannelijke geslachtscellen.

Slide 4 - Tekstslide

Teelballen en balzak
Net als bij een meisje zijn bij een jongen hormonen belangrijk bij de vorming van geslachtscellen. Aan het begin van de puberteit gaat de hypofyse hormonen maken. Door die hormonen gaan de teelballen zaadcellen maken. Bij een man maakt de hypofyse deze hormonen tot op hoge leeftijd. Een man komt niet in de overgang, zoals een vrouw.

Slide 5 - Tekstslide

Teelballen en balzak

De balzak (scrotum) bevindt zich buiten het lichaam.

Waarom? 
De temperatuur in de balzak is lager dan in het lichaam. 
Dit is beter voor de zaadcellen. 
Een spier kan de teelballen dichterbij het lichaam trekken of juist verder van het lichaam af houden. 

Slide 6 - Tekstslide

Prostaat
De zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de bijballen. De zaadleiders vervoeren de zaadcellen.
De zaadblaasjes en de prostaat voegen vocht toe aan de zaadcellen. Het vocht uit de zaadblaasjes bevat voedingsstoffen voor de zaadcellen. Het vocht uit de zaadblaasjes en de prostaat met de zaadcellen samen noem je sperma. Bij de prostaat komen de zaadleiders uit in de urinebuis.

Slide 7 - Tekstslide

Penis
Bij de prostaat komen de zaadleiders uit in de urinebuis. De urinebuis loopt door de penis. De top van de penis, de eikel, is erg gevoelig. De eikel is bedekt met een dunne huidplooi: de voorhuid. Deze beschermt de eikel. De voorhuid is zo ruim dat deze over de eikel kan worden teruggetrokken. Om ontsteking te voorkomen is het belangrijk dat een jongen elke dag bij het douchen de voorhuid even terugtrekt en de eikel en de voorhuid afspoelt.

Slide 8 - Tekstslide

Besnijden

• hygiënische reden
 • godsdienstige reden

Slide 9 - Tekstslide

Erectie
De penis hangt meestal slap, maar hij kan ook groter en stijf worden. Dat noem je een ‘stijve’ of een erectie. Een erectie wordt veroorzaakt door de zwellichamen in de penis. De zwellichamen kunnen zich met bloed vullen, waardoor ze groter en steviger worden. De penis wordt dan stijf  De grootte en de vorm van de penis in slappe toestand verschillen nogal van man tot man. Maar bij penissen in erectie is er niet zoveel verschil.

Slide 10 - Tekstslide

De grootte en de vorm van de penis in slappe toestand verschillen nogal van man tot man. Maar bij penissen in erectie is er niet zoveel verschil.
Jongens en mannen kunnen op de vervelendste momenten een erectie krijgen. Bijvoorbeeld tijdens een onderzoek door een dokter, bij een stoeipartijtje of bij intiem dansen. Vaak hebben jongens en mannen ’s nachts een erectie of als ze wakker worden.

Slide 11 - Tekstslide

Zaadlozing
Met een stijve penis kan een man zaadcellen in het lichaam van een vrouw brengen. Dat gebeurt tijdens geslachtsgemeenschap. Een man brengt dan zijn stijve penis in de vagina van een vrouw. Door bewegingen van man en vrouw wordt de penis in de vagina op en neer bewogen. De eikel wordt daarbij voortdurend geprikkeld. Daardoor kan de man een zaadlozing krijgen. Bij een zaadlozing komt het sperma met schokken door de urinebuis naar buiten. Het sperma komt dan in de vagina van de vrouw.

Slide 12 - Tekstslide

Zaadcel man

Slide 13 - Tekstslide

4.2 Een vrouw
De vrouw

Slide 14 - Tekstslide

De meeste organen van het voortplantingsstelsel bij vrouwen liggen in de buik. Dit zijn onder andere de baarmoeder (waar de baby in groeit als de vrouw zwanger is) en de eierstokken

Slide 15 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel van de vrouw. De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik

Slide 16 - Tekstslide

Zijn de vrouwelijke geslachtcellen. 
Ze zitten in de eierstokken.
Vanaf de puberteit rijpt er één keer per maand één eicel en 'springt' naar de eileder (ovulatie of eisprong). Via de eileider bereikt de eicel de baarmoeder. Als de eicel niet wordt bevrucht is hij binnen één dag dood. 
Eicellen

Slide 17 - Tekstslide

Ontwikkeling eicel
1. In de  follikel ligt een Onrijpe eicel in een blaasje
2. De onrijpe eicel neemt vocht en voedingsstoffen op => Eicel wordt groter. De follikel wordt ook groter!
3. Na 14 dagen heeft de eicel genoeg voedingsstoffen opgenomen => eicel rijp.
Follikel (blaasje) barst open => Eicel springt in de eileider: eisporong/ovulatie
4. Eicel wacht op bevruchting in de eileider

Slide 18 - Tekstslide

Menstruatiecyclus

Slide 19 - Tekstslide

Menstruatieproducten

Slide 20 - Tekstslide