6.2- Een stroomkring maken.

Elektriciteit

 Hoofdstuk 6.2

 Een stroomkring maken

stil lezen 
 blz 71 en 72




1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Elektriciteit

 Hoofdstuk 6.2

 Een stroomkring maken

stil lezen 
 blz 71 en 72




Slide 1 - Tekstslide

Leeractiviteiten
Lezen blz 71 t/m 72 
Uitleg stroomkring maken
Maken opdrachten 17 t/m 26
Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen:

  • Je kunt uitleggen hoe je een lamp laat branden.
  • Je kunt de onderdelen van een stroomkring beschrijven.
  • Je kunt uitleggen welke stoffen geleiders en isolatoren zijn en een aantal voorbeelden geven.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Geleiders en Isolatoren
Geleiders.

Geleiders zijn stoffen waar elektrische energie doorheen kan 'lopen'. Dus als we de stroomkring van het vorige gedeelte bekijken, kunnen we al een paar geleiders zien. 

Kijk even goed naar het plaatje, onthou er een paar, in de volgende dia is weer een wordweb om een paar geleiders op in te vullen!

Slide 5 - Tekstslide

 Geleiders en Isolatoren
Isolatoren.

Isolatoren zijn het tegenovergestelde van geleiders. 
Het zijn de stoffen waar elektrische energie NIET doorheen kan lopen.  


Slide 6 - Tekstslide

Stroomkringen

Een stroomkring is een klein cirkeltje van een +pool naar een -pool. Kijk maar naar de batterij hiernaast. 

Om het lampje te laten branden heb je een spanningsbron, weerstand en elektriciteitsdraden nodig.


Slide 7 - Tekstslide

Opdracht
Wat: Maak opgaven 17 t/m 26
Hoe: zelfstandig en fluisteren
Hulp: boek en docent
Tijd: tot einde van de les
Klaar: ga verder met de rest van de opgaven 

Slide 8 - Tekstslide

Wat valt je op aan de geleiders?

Slide 9 - Open vraag

Leerdoelen:

  • Je kunt uitleggen hoe je een lamp laat branden.
  • Je kunt de onderdelen van een stroomkring beschrijven.
  • Je kunt uitleggen welke stoffen geleiders en isolatoren zijn en een aantal voorbeelden geven.

Slide 10 - Tekstslide

Stroom meten

Slide 11 - Tekstslide

Verschil tussen stroomsterkte en spanning

  • Stroomsterkte =
  • Hoeveel deeltjes er per seconde door heen gaan
  • spanning = 
  • Hoeveel elektrische energie elk deeltje meeneemt

Slide 12 - Tekstslide

 Schakelaars
Links zie je nu twee stroomkringen met een paar nieuwe "symbolen" erop. We kijken even goed naar het symbool wat aangegeven staat met de letter 'S'. 

Dit is een schakelaar. Een schakelaar kan ervoor zorgen dat een stroomkring AAN of UIT staat. 

Bij de onderste tekening staat het lampje bovenin uit. Hoe komt dat denk je?

Slide 13 - Tekstslide

Schakelaars

Een stroomkring moet dus dicht zitten om een lampje te laten branden. Een schakelaar zorgt ervoor dat de stroomkring even onderbroken wordt, waardoor het lampje uit gaat. De stroom kan dan niet van de +pool naar de -pool gaan. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Opdracht
Wat: Maak opgaven 28 t/m 36
Hoe: zelfstandig en fluisteren
Hulp: boek en docent
Tijd: tot einde van de les
Klaar: ga verder met de rest van de opgaven 

Slide 16 - Tekstslide

Beantwoord de eerste 3 leerdoelen hieronder

Slide 17 - Open vraag