start thema voortplanting bij planten en dieren + UL 6.1 (1h/v)

Planning
  • start thema 6= voortplanting planten en dieren
  • leerdoelen + uitleg 6.1: bloemen
  • opdrachten maken 6.1 
  • begrippenlijst maken 6.1
  • opdrachten nakijken
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Planning
  • start thema 6= voortplanting planten en dieren
  • leerdoelen + uitleg 6.1: bloemen
  • opdrachten maken 6.1 
  • begrippenlijst maken 6.1
  • opdrachten nakijken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 6 Voortplanting bij planten en dieren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 6.1 Bloemen

Basisstof 6.1 Bloemen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 6.1
  • Ik kan de delen van een bloem                                               benoemen met hun kenmerken                                                             en functies.

  • Herken je de bloemen in beide foto´s? 
  • Weet je hoe elk onderdeel heet?
  • Weet je wat de functie is van elk onderdeel?


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Functie

Bloemen zijn organen van planten.


De functie van bloemen is

VOORTPLANTEN.




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van de bloem
Bloemen kunnen er heel verschillende uitzien.

Toch hebben de meeste bloemen ongeveer dezelfde bouw. 


Een schematisch overzicht van de bouw van de bloem in één figuur.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De gekleurde bladeren van een bloem, kroonbladeren, lokken insecten naar de bloem, die zorgen voor bestuiving.




Soms zijn kroonbladeren klein en groen, bijvoorbeeld bij grassen. Bestuiving is hier dan niet met insecten, maar met de wind. 



De bouw van bloemen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kelkbladeren, beschermen de bloem wanneer deze nog in de knop zit tegen uitdrogen en kou. 

Deze zijn meestal groen.


De bouw van bloemen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloem
Een bloem bestaat uit een bloemkelk en 
een bloemkroon.


Witte dovenetel

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloemkelk --> kelkbladeren 
Bloemkroon --> kroonbladeren
In de bloem zitten de voortplantingsorganen: 
de meeldraden en de stamper. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloem
Bloemsteel
1
Bloemkelk (kelkblad) 
Beschermt de rest van bloem
(vooral in de knop)
2
Meeldraad
Hierin wordt stuifmeel gemaakt (mannelijke voortplantingscellen)
4
Bloemkroon (kroonblad)
Lokt met zijn kleur insekten
die zorgen voor bestuiving
3
Stamper
Hier worden eicellen gemaakt
(vrouwelijke voortplantingscellen)
5
1: Bloemsteel

2: Kelkbladeren beschermen de bloem in de knop tegen uitdroging en kou.

3: Kroonblad lokken insecten die voor de bestuiving zorgen.


4: Meeldraad
mannelijk voortplantingsorgaan Helmdraad en helmknop
In de helmknop wordt stuifmeel gemaakt

5: Stamper                                         Vrouwelijk voortplantingsorgaan   Stempel, stijl en vruchtbeginsel           
In het vruchtbeginsel liggen de zaadbeginselen met eicellen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meeldraden(mannelijk)
meeldraad zijn de mannelijke voortplantingsorganen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meeldraad
De meeldraad bestaat uit de helmdraad en helmknop.

De helmknop bestaat uit helmhokjes, waarin stuifmeel ontstaat.

Stuifmeel (ook pollen genoemd) bestaat uit hele kleine korrels: de stuifmeelkorrels. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stamper (vrouwelijk)

Stamper zijn de vrouwelijke voortplantingsorganen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stamper
  • Als geheel heet het de stamper;
  • stamper bestaat uit stempel, stijl en vruchtbeginsel;
  • In het vruchtbeginsel zitten 1 of meerdere zaadbeginsels. 
  • In elk zaadbeginsel ontstaat 1 eicel. 
  • In elke eicel zit een (cel)kern. 

Slide 16 - Tekstslide

Het volgende onderdeel van een bloem is de stamper. De stamper bestaat uit drie delen: Stempel, stijl en vruchtbeginsel. In het vruchtbeginsel bevind zich het zaadbeginsel waarin de vrouwelijke geslachtscel van de plant zit: het eicel. 
Meeldraden en de stamper zijn dus nodig om voort te kunnen planten. 

  • 1 grote stamper met een grote stempel
  • meerdere kleinere meeldraden

  • 1 stamper (in het midden)
  • 6 meeldraden 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Helmhokje
Mannelijk onderdeel van bloem.
Produceert stuifmeel.
Kroonblad
Gekleurd of groen onderdeel van bloem.
Gekleurd en groot bij insectenbloem. Trekt insecten aan.
Groen bij windbloem.
Zaadbeginsel
Vrouwlijk onderdeel van de bloem.
Hier liggen de eicellen van de bloem, om zaden te maken bij bestuiving.
Kelkblad
Groene bladeren die om de knop van een bloem heen zit ter bescherming. Blijven als kleine groene bladeren onderaan de bloem zichtbaar.
Stamper - Stempel
Vrouwlijk onderdeel van de bloem.
Stempel is bovenste deel van de stamper. Vangt de stuifmeelkorrels op.
Stamper - Vruchtbeginsel
Vrouwelijk onderdeel van de bloem.
Hier liggen de zaadbeginsels in.
Steel
Deel waarmee de bloem vastzit aan de rest van de plant.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak nu in je werkboek met een 

  • op blz. 168 en verder;
  • van basisstof 6.1  - opdracht 1 t/m 6

  • klaar met de opdrachten:
  • Maak een begrippenlijst van 6.1

timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken opdracht 1 t/m 6 (?)
opdracht 1
a. zorgen voor voortplanting  van de         plant
b. groen - gekleurd
c. kelkbladeren-kroonbladeren
d. De bloemkelk beschermt de  
     bloem in de knop tegen  
     uitdroging en kou.
e. het lokken van insecten

opdracht 2
1 = stempel
2 = stijl
3 = vruchtbeginsel
4 = helmknop
5 = helmdraad
6 = kroonblad
7 = kelkblad
8 = bloemsteel
9 = stamper
10 = meeldraad

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 3
a. mannelijke - vrouwelijke
b. - stuifmeelkorrels 
     - helmhokjes 
     - helmknop
c. - eicel 
     - zaadbeginsel
     - vruchtbeginsel
d. ja - ja
e. pollen
     
     

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 4

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 5

a. -------------->
b. De rechterbloem. Daar zie je het begin van een courgette: de       vrucht die ontstaat uit het vruchtbeginsel. 
     Het vruchtbeginsel is een onderdeel van de stamper en die           vind je alleen in een vrouwelijke bloem.
c.  Nee, alleen de linkerbloem. Dit is een mannelijke bloem.              Alleen mannelijke bloemen bevatten meeldraden en stuifmeel.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 6

De bloemkelk is groen door de bladgroenkorrels. 
In de bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats. 
De bloemkelk helpt daardoor mee met het maken van voedsel voor de plant.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk voor de volgende les = 
  • maak van thema 6
  • van basisstof 6.1  - opdracht 1 t/m 6
EN
  • maak een begrippenlijst van basisstof 6.1

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies