H8 aangepast les verzk+ wonen

1 / 25
volgende
Slide 1: Video
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Wat zelf te regelen als je 18 wordt..
  • DigiD aanvragen (zodat je bij alle overheidsdiensten kan)
  • een eigen bank- en spaarrekening hebben
  • een eigen zorgverzekering regelen
  • zorgtoeslag aanvragen (met je DigiD)
  • aansprakelijkheidsverzekering regelen
    en ga je op jezelf wonen?
  • inboedelverzekering regelen

Slide 4 - Tekstslide

Financiële zelfredzaamheid?
Even wat feitjes op een rij..
  • 83% van de Nederlanders spaart (17% dus niet)
  • circa 6% van de huishoudens leeft in armoede
  • 2,8% is miljonair (mede door huizenbezit)
  • het modale inkomen is € 36.000 bruto per jaar
  • dat is ongeveer € 2400 netto per maand
  • 1,5 vd 8 miljoen huishoudens een negatief vermogen (schulden)
  • 1,2 vd 8 miljoen huishoudens minder dan 5000 euro spaargeld
15% van de Nederlanders heeft te weinig kennis om financieel verstandige beslissingen te maken!

Slide 5 - Tekstslide

Vrouwen economisch zelfstandig?
  • circa 65% kan financieel zelfstandig op eigen benen staat
  • ruim 80% van de mannen is economisch zelfstandig

  • meer vrouwen zijn (meer uren) gaan werken; de arbeidsparticipatie neemt vooral toe door o.a. goede kinderopvang en parttime werk
  • de zorg voor kinderen en huishouden wordt meer verdeeld
    met de vader/ man thuis

tot 1958 kreeg de vrouw op de dag van haar huwelijk ontslag van haar baas; 
dat was de wet toentertijd; vrouwen bestierden het huishouden en zorgden voor de kinderen

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer uit huis, eerste kind, trouwen, met pensioen, overlijden

Slide 7 - Tekstslide

Levenssituatie keuzes
  • studeren of gelijk gaan werken? (studielening)
  •  samenwonen; kopen of huren? (hypotheek)
  • kinderen: dus minder werken, hogere uitgaven?
  • scheiden, verhuizen?
  • (vroeger) met pensioen of doorwerken?
  • overlijden, erven, is alles goed geregeld?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Kortom..
Zoek vooral een baan die bij je past, waar je lang en gelukkig voor wilt werken. Staar je niet blind op salaris, want je hebt circa 40 jaar, 5 dagen per week (=9600 werkdagen) te werken... 
een te zware baan met hoog salaris is dan een uitdaging!

https://www.jobpersonality.com/beroepskeuzetest





Slide 10 - Tekstslide

Verzekeren
Om grote financiële risico's op te vangen VERZEKEREN mensen zich. 

Het idee: elke maand betaal je een x bedrag aan premie, en ALS er dan wat gebeurt, krijg je de geleden schade uitbetaald. 

Deels zijn verzekeringen verplicht (= collectieve verzekeringen)
 deels mag je het zelf bepalen (= particuliere verzekeringen)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Particuliere verzekeringen
sluit je zelf af bij een bank of verzekeraar

betaal je maandelijks premie voor 

zijn vrijwillig+ dekken persoonlijke risico's 
van voornamelijk bezit 


bijvoorbeeld: inboedelverzekering, fietsverzekering, reisverzekering, overlijdensrisicoverzekering, aansprakelijkheidsverzekering, rechtsbijstandverzekering, autoverzekering, uitvaartverzekering, enz enz

Slide 13 - Tekstslide

Collectieve verzekeringen
worden geregeld door de overheid

betaal je meestal via je inkomstenbelasting

zijn verplicht; iedereen doet mee+ dekken risico's van verschillende levensgebeurtenissen

Bijvoorbeeld: volksverzekeringen als AOW, Wlz, Wajong, kinderbijslag, basis zorgverzekering, bijstand, en werknemersverzekeringen zoals de werkloosheidswet, ziektewet, WIA (arbeidsongeschiktheid),

Slide 14 - Tekstslide

Zorgverzekering
In Nederland is de BASIS zorgverzekering verplicht; iedereen moet zich verzekeren+ de verzekeraars moeten je accepteren als klant (jong of oud, gezond of ziek)

De AANVULLENDE zorgverzekering is particulier (vrijwillig dus);
bijv. je tandartsverzekering, extra fysiobehandelingen, etc.

Slide 15 - Tekstslide

Goede en slechte risico's 
Goede risico's zijn verzekerde klanten die weinig risico lopen op schade: ze betalen meer premie dan dat ze 'claimen' (laten uitkeren vanwege geleden schade)

Slechte risico's lopen veel risico op schade; ze ontvangen meer geld van de verzekeraar voor hun schade dan dat ze aan premie betalen; dure klanten dus

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Problemen in de verzekeringswereld
AVERECHTSE SELECTIE: goede risico's haken af (want geclaimde schade < premie) en slechte risico's blijven over (dure klanten want schade > premie)

OPLOSSING? - premiedifferentiatie
- eigen risico
- maximum claimbedrag

Slide 18 - Tekstslide

Problemen in de verzekeringswereld
MOREEL WANGEDRAG: verzekerden gaan grotere risico's nemen, omdat ze toch verzekerd zijn

OPLOSSING? - premiedifferentiatie
- eigen risico
- maximum claimbedrag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Voordeel huren
– niet lenen(geen risico), maar gewoon vaste maandelijkse lasten.
– geen zorgen over onderhoud, dat is een taak voor de verhuurder.
– vrijheid, opzeggen en wegwezen.
– huurstijging van de huur is beperkt.
– mogelijkheid van huursubsidie.
– wettelijke huurbescherming.
– steeds meer keuze in huurvormen.

Slide 21 - Tekstslide

Nadeel huren
– moderniseren van de woning loont niet. Vaak moet de woning bij vertrek weer in de oorspronkelijke staat opgeleverd worden.

– weinig keuze en mogelijk lange wachttijden.

– huur wordt in de toekomst misschien afhankelijk gemaakt van het inkomen (heeft betrekking op de sociale woningbouw).

Slide 22 - Tekstslide

Voordeel kopen
– met een eigen huis doe je wat je wil, jij bent de baas.

– mogelijke waardestijging. Crisis of niet, een huis is een belegging voor de lange termijn.

– meer keuze, geen wachtlijsten voor een goede woning.

– je profiteert van de hypotheekrenteaftrek. en de nationale hypotheekgarantie.

Slide 23 - Tekstslide

Nadeel kopen
– het kopen van een huis kost veel geld, zoals overdrachtsbelasting.

– mogelijkheid van waardedaling. Als de markt tegenzit, kan het verkopen van een huis lang duren.

– het onderhoud is voor jou.

– woonlasten kunnen variëren door wijziging rente en onzekerheid over hypotheekrenteaftrek.

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opgave 8.13 t/m 8.16

Slide 25 - Tekstslide