Economisch bekeken - H2.4 De productie van belang - GT

2.4 De productie van behang
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.4 De productie van behang

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

  • Ik kan de verschillen tussen betaalde en onbetaalde productie benoemen.
  • Ik kan aangeven wat er nodig is voor de productie (hulpmiddelen).
  • Ik kan aangeven wat de verschillen zijn tussen zelf produceren en uitbesteden.
  • Ik kan de waarde van de productie thuis uitrekenen.

Paragraaf 2.3 De taken verdeeld

Slide 3 - Tekstslide

ANTWOORDEN TOEPASSINGSVRAGEN H2.3

Slide 4 - Tekstslide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • een staafdiagram en een cirkeldiagram maken
  • gegevens opzoeken in een staafdiagram en een cirkeldiagram.
  • een conclusie trekken uit een staafdiagram of cirkeldiagram.
Wat gaan we leren?

Slide 5 - Tekstslide

Er zijn twee soorten van produceren.

  • Onbetaalde productie. Dat is iets
     doen of maken zonder betaald te
     worden.
  • Voorbeelden: Eten koken, de was
     doen, kinderen verzorgen en de
     fiets repareren.



Onbetaald produceren

Slide 6 - Tekstslide

Er zijn twee soorten van produceren. De andere is:
  • Betaald produceren. Dat is iets
     doen of maken tegen betaling.
  • Voorbeelden: Werken als schilder, bakker, kok, etc.



Betaald produceren

Slide 7 - Tekstslide

OPDRACHTEN
timer
10:00
  • Maak de introductievragen (opdracht 1 t/m 5) op pagina 44 en 45 in duo's!
  • Na 10 minuten gaan we de vragen bespreken!




  • Klaar? Dan kun je alvast beginnen met de rest van de vragen. Dan hoef je thuis minder te doen!



Slide 8 - Tekstslide

ANTWOORDEN INTRODUCTIEVRAGEN
1.      A. Voor hun vrienden en voor henzelf
         B. Dit soort productie is onbetaald en gebeurt door producenten.

2.      A. Je kunt niet bakken of braden of snijden met je handen.
               (Meerdere antwoorden mogelijk)
         B. Arbeid

3.      A. regen – grondwater – waterzuivering – waterleidingnet – kraan
          B. Zonlicht, grond, regen




Slide 9 - Tekstslide

ANTWOORDEN INTRODUCTIEVRAGEN
4.      A. Het is goedkoper (Meerdere antwoorden mogelijk)
         B. Ze hebben geen tijd of geen zin om te koken
               (Meerdere antwoorden mogelijk).

5.      A.
€ 7,98 + € 2,79 + € 2,51 + € 0,82 = € 14,10
         B. € 15,50 + € 6 + € 12 + € 14 = € 47,50
               € 47,50 – € 14,10 = € 33,40




Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les:
  • Maken toepassingsvragen 6 t/m 13 van hoofdstuk 2.2 een etentje thuis op bladzijde 46 en 47.

Huiswerk

Slide 11 - Tekstslide

Bedankt en succes vandaag!

Slide 12 - Tekstslide