Bloedtransfusie

Bloedtransfusie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bloedtransfusie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud 
- Bloedproducten
- Bloedgroepen
- Kruisbloed
- Transfusie 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedproducten en redenen voor toediening
Rode bloedcellen
- Bij veel bloedverlies
- Bij patiënten die onvoldoende rode bloedcellen aanmaken

Bloedplasma
- Bij patiënten met brandwonden
- Bij zeer groot bloedverlies

Bloedplaatjes
- Bij een kwaadaardige bloedziekte (bijv. leukemie)

Slide 3 - Tekstslide

Donorbloed wordt vrijwel nooit direct gebruikt voor bloedtransfusie. Vaak hebben zorgvragers maar een bepaald bestanddeel nodig. 
Centrifugeren: 
- Bloedplasma (bovenin, is het lichtst)
- Bloedplaatjes en witte bloedcellen in het midden
- Rode bloedcellen (onderin, het zwaarst)

Rode bloedcellen:
  • Bloedverlies: na ongeluk of grote operatie
  • Onvoldoende rode bloedcellen: een beenmergafwijking
Bloedplaatjes: bij behandeling met chemo wordt beenmerg gedood. Dit zorgt juist voor de aanmaak van bloedplaatjes. Gevolg: ernstig tekort hieraan. 

VILANS:
Er zijn verschillende bloedproducten voor transfusie. De verschillende bloedproducten worden nooit gemengd, maar altijd als aparte transfusies gegeven.
- erytrocyten (rode bloedcellen)
- trombocyten (bloedplaatjes)
- plasma (bloedvloeistof met stollingseiwit)
Rode bloedcellen bevatten veel hemoglobine (Hb), waardoor het zuurstof en CO2 aan zich kan binden en transporteren.
Trombocyten (bloedplaatjes) zorgen ervoor dat bloed kan stollen.
Bloedplasma is de vloeistof waarmee de bloedcellen, bloedplaatjes en andere stoffen zich door het lichaam verplaatsen. Bloedplasma bestaat voor 91,5% uit water. De overige 8,5% zijn eiwitten (zoals antistoffen, stollingsfactoren en albumine), zouten, vetten en suikers. Ook draagt bloedplasma bij aan de temperatuurregulatie in het lichaam.

Naast bovengenoemde bloedproducten bevat bloed ook leukocyten (witte bloedcellen). Deze zijn zoveel mogelijk uit de donorbloedproducten verwijderd om afweerreactie te voorkomen.
Welke bloedgroepen ken je?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld met kruisbloed/proef?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel druppels bloed bevat 1 ml. bloed?
A
16
B
18
C
20
D
22

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van rode bloedcellen?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat controleer je voordat je de bloedtransfusie aansluit bij de patiënt?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Controle toediening 

- Twee keer controle uit twee onafhankelijk van elkaar afgenomen bloedmonsters (kruisbloed/ proef) 
- Controle door laboratorium en zorgverlener (of iemand die bevoegd is)
- Voor de start van de toediening nogmaals controle door twee personen 
- Controleer het perifeer infuus! 
- Nogmaals controle bij de zorgvrager; juiste zorgvrager en juiste gegevens 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke complicaties kunnen optreden tijdens een bloedtransfusie?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties 

- Koorts, soms met koude rillingen
- kortademigheid
- Lage bloeddruk
- Benauwdheid
- Anafylactische shock

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies