PES probleem -smart doel

Zorgplan




S.B. 2020
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Zorgplan




S.B. 2020

Slide 1 - Tekstslide

Het zorgproces
Het zorgproces is het doorlopen van een aantal fasen in een vaste volgorde met als doel zorg te laten aansluiten bij de behoefte van de client maar ook om te voldoen aan de eisen van de Nederlandse overheid. Met andere woorden: Methodisch werken​

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

PES
Ezelsbruggetje voor het formuleren van de PES: ​
P → de zorgvrager is niet meer in staat...​
E → als gevolg van...​
S → wat zich uit in / wat blijkt uit...​



Slide 6 - Tekstslide

Oefening 1

Mevrouw de Boer is bij jou op de afdeling opgenomen. Ze zegt dat ze de laatste drie dagen heel slecht slaapt omdat het zo lawaaierig is op de gang. ​

Ze geeft aan dat ze door haar slaapgebrek erg veel overdag slaapt en erg prikkelbaar is.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het probleem?

Slide 8 - Open vraag

Wat is de oorzaak?
(etiologie)

Slide 9 - Open vraag

Wat zijn de klachten?
(symptomen)

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Zorgdoel
Definitie: ​

‘een concrete omschrijving van een gewenste situatie, waarbij een duidelijke tijdslimiet is aangegeven. Zorgdoelen worden geformuleerd aan de hand van het zorgprobleem.’ 

Slide 12 - Tekstslide

Zorgdoel kan zich richten op:
het voorkomen van een probleem​
uitstel of beperken van een probleem​ 
het oplossen van een probleem​ 
het in ernst laten afnemen van een probleem​ 
het in ernst stabiliseren van een probleem​ 
het verslechteren van het probleem​

Slide 13 - Tekstslide

Formuleren zorgdoel

Slide 14 - Tekstslide

SMART doel formuleren
Formuleer een SMART doel bij je PES

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden zorgdoelen
Mevrouw B. geeft iedere dag aan of de pijn te verdragen is. ​
Mevrouw B. wast zichzelf als zij loopgips heeft. ​ 
Mevrouw B. gaat binnen twee dagen naar het toilet onder begeleiding

Slide 16 - Tekstslide

Welk doel zou je hier formuleren?
P: Mevrouw de Boer is niet in staat te slapen volgens haar eigen slaappatroon ​
E: Lawaai op de gang​ 
S: mw. slaapt veel overdag, is snel prikkelbaar en zegt slecht te slapen​ 

Slide 17 - Tekstslide

Doel mevrouw de Boer

Slide 18 - Open vraag

Vragen?

Slide 19 - Tekstslide

Wat mis je in dit doel (smart)? Emma kan samen met de diëtiste en verpleegkundige een gezond eetpatroon opstellen.
A
Specifiek
B
Meetbaar
C
Acceptabel
D
Tijdsgebonden

Slide 20 - Quizvraag

Het volgende doel is SMART:
Meneer van Vliet is binnen 2 weken in staat om zelfstandig zonder te vallen van zijn slaapkamer naar de woonkamer te lopen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Welke van onderstaande zinnen is een SMART-doel?
A
Help mij met de boodschappen
B
Ik wil zelfstandig boodschappen doen
C
Over 2 maanden koopt cliënt C zelfstandig haar boodschappen
D
Cliënt C koopt zelfstandig haar boodschappen

Slide 22 - Quizvraag

Wat zijn de SMART- doelen?
A
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Relax, Toekomst
B
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden
C
Speciaal, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Toekomst

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het beste SMART-doel?
A
Mevrouw geeft over 2 weken aan niet meer angstig te zijn
B
Mevrouw krijgt medicatie om beter te slapen
C
Slaaptekort terugbrengen door rustige avonden te creëren
D
Psycholoog inschakelen het bespreken van de nare dromen

Slide 24 - Quizvraag