Grammatica zinsdelen les 1

Zinnen veranderen
Bedrijvende vorm                             Lijdende vorm
1. Lijdend voorwerp      wordt      onderwerp

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zinnen veranderen
Bedrijvende vorm                             Lijdende vorm
1. Lijdend voorwerp      wordt      onderwerp

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

DOEL:
Aan het einde van de les kunnen jullie een zin in de lijdende vorm omzetten naar een bedrijvende vorm.

Slide 3 - Tekstslide

bedrijvende en lijdende vorm
Zinnen hebben twee vormen: de bedrijvende en de lijdende vorm. 
In de bedrijvende  ...het onderwerp  doet iets iets
In de lijdende vorm ondergaat het onderwerp iets 

Slide 4 - Tekstslide


Hier doet het onderwerp actief iets!
Iemand doet dus iets!  

1. De juf kijkt het huiswerk van de leerlingen na.
 onvoltooid zin

2. De juf heeft het huiswerk van de leerlingen nagekeken.

voltooide zin




Hier ondergaat het onderwerp een handeling.
Iets wordt door iemand gedaan! 

1. Het huiswerk van de leerlingen wordt door de juf nagekeken. 

2. Het huiswerk van de leerlingen is door de juf nagekeken.




Bedrijvende vorm (actief)
Lijdende vorm (passief)

Slide 5 - Tekstslide

Bedrijvende vorm
Jara| laat | de hond | uit
  • Jara is het onderwerp
  • Jara doet iets in deze zin: Ze laat de hond uit
  • Bedrijvend of actief


Slide 6 - Tekstslide

Lijdende vorm 
De hond| wordt | door Jara | uitgelaten.
  • De hond is het onderwerp
  • De hond ondergaat iets: hij wordt uitgelaten.
  • Lijdend of passief

Slide 7 - Tekstslide

Zinnen veranderen
Bedrijvende vorm   onvoltooid               Lijdende vorm onvoltooid
1. Lijdend voorwerp      wordt                   onderwerp
2. persoonsvorm    -      worden + volt.dw

Bedrijvende vorm voltooid                    Lijdende vorm voltooid
persoonsvorm  - zijn + voltooid deelwoord

Slide 8 - Tekstslide

Zinnen veranderen
Bedrijvend naar lijdende zin:
1. Is de zin onvoltooid  of voltooid?
2. Maak het lijdend voorwerp onderwerp.
         Gebruik worden bij onvoltooide en zijn bij voltooide zin.
3. gebruik een bepaling met 'B

Slide 9 - Tekstslide

Zet de zin:
Jara laat de hond uit in de lijdende vorm.
Hoe? volt of onvolt zin? Je maakt het lv het onderwer[ en je gebruikt het werkwoord worden (onv zin) of zijn (volt zin)

Slide 10 - Open vraag

Zet de zin:
Jara heeft de hond uitgelaten in de lijdende vorm.
Hoe? volt of onvolt zin? Je maakt het lv het onderwer[ en je gebruikt het werkwoord worden (onv zin) of zijn (volt zin)

Slide 11 - Open vraag

Zet in de lijdende vorm:
De graafmachine vernielt de elektriciteitsleiding.

Slide 12 - Open vraag

Zet in de lijdende vorm:
De graafmachine heeft de elektriciteitsleiding vernield.

Slide 13 - Open vraag

Zet in de lijdende vorm:
Denise schildert de muur van haar slaapkamer

Slide 14 - Open vraag

Zet in de lijdende vorm:
Denise heeft de muur van haar slaapkamer geverfd

Slide 15 - Open vraag

Tot hier voor vandaag. Ik kan van een bedrijvende zin een lijdende zin maken/
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll


Omzetten lijdend->bedrijvend

  • De doorbepaling wordt het onderwerp.
  • Het onderwerp wordt LV.
  • Haal uit het gezegde de vorm van 'worden' of 'zijn' weg.


Slide 17 - Tekstslide

Zet deze zin in de lijdende vorm:
Mijn ouders luisterden veel naar klassieke muziek.







Zet deze zin in de lijdende vorm:
Mijn ouders luisteren veel klassieke muziek.

Slide 18 - Open vraag

Zet in de bedrijvende vorm:
De zak snoep wordt gekocht door Linda.

Slide 19 - Open vraag

Zet in de bedrijvende vorm
De regels zijn door de kinderen meteen geaccepteerd.

Slide 20 - Open vraag


Zet deze zin in de bedrijvende vorm:
De uitnodiging wordt door Arjan geschreven.

Slide 21 - Open vraag

Aan de slag!
M. opdracht 6 en 10

Slide 22 - Tekstslide

Donderdag 10 maart
Terugblik lijdend en bedrijvend
Bespreken opdracht 6 en 10
In LessonUp: vul de laatste twee slides in van grammatica zinsdelen h3
M. instapopdracht 3.8

Slide 23 - Tekstslide

Ik kan onderscheid maken tussen de lijdende en bedrijvende vorm en ik kan zinnen herschrijven van de ene naar de andere vorm.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Dit vind ik nog lastig:

Slide 25 - Open vraag