Griekse tragedie: toneel

De Griekse tragedie
1 / 132
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksSecundair onderwijs

In deze les zitten 132 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 14 videos.

Onderdelen in deze les

De Griekse tragedie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Wat ontbreekt er op de vorige foto?
A
de stoeltjes op de tribune
B
het dak
C
het podiumgebouw
D
het beeldscherm

Slide 4 - Quizvraag

Oorsprong Griekse tragedie:
  1. - wedstrijden tussen zang- of dansgroepen van jongens of mannen
  2. - Bij wedstrijden ter ere van Dionysos: 
  3. offer van een bok op altaar (tragos) 
  4. of eerste prijs
  5. - 'tragedie' komt dus van tragoidia (tragos + odia): "bokken-zang"

Slide 5 - Tekstslide

ARCHITECTUUR: de onderdelen van een Grieks/Romeins theater

Slide 6 - Tekstslide

Orchestra: plaats waar het koor zong en danste
midden op orchestra : altaar (religieus karakter)

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel bedroeg de prijs van een toegangskaartje?
A
Gratis, dat werd betaald door de stad
B
een dagloon
C
een maandloon
D
een jaarloon

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Waarvoor werd het skene-gebouw NIET gebruikt
A
als decor waarvoor de acteurs speelden
B
opslagruimte voor rekwisieten
C
als kleedruimte
D
als toeschouwersruimte

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Onderdelen van een theatergebouw

Slide 19 - Tekstslide

1

Slide 20 - Video

02:27
Het theater van Pompeius was het eerste stenen (en dus permanente) theater in Rome. Dat was een schandaal!

Hoe zorgde Pompeius ervoor dat het nooit zou worden afgebroken?
A
Hij liet een wet stemmen die de doodstraf plaatste op het afbreken van zijn theater
B
Hij betaalde het theater volledig uit eigen zak
C
Hij liet een tempel voor Venus bovenop de tribune bouwen
D
Hij liet de bouw van houten theaters verbieden

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Welke historische
gebeurtenis speelde zich
af in de vergaderzaal?
A
Caesar is hier vermoord door zijn medesenatoren, onder wie zijn adoptiezoon Brutus
B
Cato bleef hier herhalen dat Carthago vernietigd moest worden
C
Pompeius is hier onthoofd

Slide 25 - Quizvraag

Griekse theatermaskers

Slide 26 - Tekstslide

Theatron

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Op welke manieren zorgden de oude Grieken NIET voor een betere akoestiek?
A
amforen onder het podium zorgden door trilling door het geluid voor versterking
B
de toneelmaskers van de acteurs werkten door hun vorm als een soort luidspreker/megafoon
C
Er was een klein bassin met water dat het geluid versterkte
D
de perfect ronde vorm van de tribune weerkaatste het geluid

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Wie waren de toeschouwers in het theater?
A
Alle bevolkingslagen, mannen en vrouwen
B
Alleen mannen
C
Alleen rijken
D
Rijke mannen én vrouwen

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Soms kwam een god als redder in nood:
de deus ex machina. Hoe kwam die het podium op?
A
Ze maakten rook met na hout en hij leek op een wolk binnen te komen
B
Hij werd met soort kraan met touw van de paraskenia naar beneden gelaten
C
Hij had altijd een lange grijze baard en was meteen herkenbaar voor het publiek
D
Hij sprong van het skènè-gebouw; soms ging het mis.

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

1. De Grote Dionysia

Slide 41 - Tekstslide

1. De Grote Dionysia
Organisatie
  • Toneelfestival in Dionysustheater (Athene, 5e eeuw v. Chr.)
  • 5 dagen eind maart (lente / extra publiek)
  • Voor iedereen toegankelijk
  • Wedstrijd
  • Subsidie & sponsoring

Slide 42 - Tekstslide

1. De Grote Dionysia
Organisatie
  • Dag 1         Beeld van Dionysus naar theater

  • Dag 2-4    3 dagen met tragedies
                          Elke dag trilogie + saterspel van 1 auteur
                          Elke dag afgesloten met 1 komedie

  • Dag 5        Optocht, offers & prijsuitreiking


Slide 43 - Tekstslide

Aan de voet van de Akropolis
17.000 zitplaatsen (330 v.Chr.)

Slide 44 - Tekstslide

Actueel: in 427 v. Chr. komt Oidipous Rex van Sophokles.
Dat is twee jaar na de grote pestepidemie. 
Een monsterlijke sfinx zorgt voor pest en Oidipous 
lost dat probleem op door het raadsel te ontcijferen.

Slide 45 - Tekstslide

2. De Grote Drie

Slide 46 - Tekstslide

Aischylos (525-456)
  • 90 tragedies
  • 7 over (trilogie Oresteia)
  • Uitheemse kostuums/dans
  • 2 acteurs, grote rol koor
  • Geen toeval, maar invloed
      van goddelijke gerechtigheid


Slide 47 - Tekstslide

Sofokles (495-406)
  • 123 stukken
  • 7 tragedies overgeleverd
  • 24x eerste prijs
  • Introductie 3e acteur
  • Koor heeft commentaarfunctie
  • Aandacht voor karakter van
     personages

Slide 48 - Tekstslide

Euripides (480-406)
  • 92 tragedies
  • 18 overgeleverd
  • Slechts 5x eerste prijs
  • Griekse Verlichting (na Salamis)
  • Grote nadruk op psychologie van
      de personages (vrouwen)

     --> mens is verantwoordelijk

Slide 49 - Tekstslide

Even checken of je nog mee bent.
Kijk goed naar de onderdelen van het plaatje.

Slide 50 - Tekstslide

Onderdeel E heet ....
A
orchestra
B
skene
C
parodos
D
theatron

Slide 51 - Quizvraag

H+G vormen samen:
A
orchestra
B
skene
C
parodos
D
theatron

Slide 52 - Quizvraag

Onderdeel A heet:
A
orchestra
B
skene
C
parodos
D
theatron

Slide 53 - Quizvraag

Slide 54 - Video

Slide 55 - Tekstslide

Slide 56 - Tekstslide

Soms kwam een god als redder in nood:
de deus ex machina. Hoe kwam die het podium op?
A
Ze maakten rook met na hout en hij leek op een wolk binnen te komen
B
Hij werd met soort kraan met touw van de paraskenia naar beneden gelaten
C
Hij had altijd een lange grijze baard en was meteen herkenbaar voor het publiek
D
Hij sprong van het skènè-gebouw; soms ging het mis.

Slide 57 - Quizvraag

Slide 58 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde?
A
Proloog-epeisodion-parodos-stasimon (4x) - epiloog - exodos
B
Proloog-parodos-epeisodion & stasimon (4x) - exodos - epiloog
C
Parodos-proloog-epeisodion-stasimon-exodos-epiloog
D
Proloog-parodos-epeisodion & stasimon -epiloog-exodos

Slide 59 - Quizvraag

Slide 60 - Tekstslide

Slide 61 - Tekstslide

Slide 62 - Tekstslide

Slide 63 - Tekstslide

Slide 64 - Tekstslide

Waarvan is Delphi NIET bekend?
A
Haar orakel
B
Haar sterke vloot
C
De Pythische Spelen ter ere van Apollo
D
de heuvel staat volgebouwd met schathuizen voor Apollo

Slide 65 - Quizvraag

Slide 66 - Tekstslide

Hoe komt het dat er op Sicilië een Grieks theater gebouwd is?

Slide 67 - Open vraag

Slide 68 - Tekstslide

Slide 69 - Tekstslide

Slide 70 - Tekstslide

Het theater van Orange is:
A
Grieks
B
Romeins

Slide 71 - Quizvraag

Slide 72 - Tekstslide

Slide 73 - Tekstslide

Slide 74 - Tekstslide

Slide 75 - Tekstslide

Theater van Marcellus

Slide 76 - Tekstslide

Vaste vorm-onderdelen:
- Proloog (voorwoord): beginsituatie en thema
- Parodos: opkomst van het koor
- Episodes (epeisodion): meestal 4 of 5 (bedrijven)
- Stasima: na elk epeisodion: koorlied (reflectie op de gebeurtenissen)
- Exodos: afloop

Slide 77 - Tekstslide

Slide 78 - Tekstslide

Noem een duidelijk zichtbaar verschil tussen een Grieks (Epidauros, Delphi) een Romeins theater (Rome, Orange)

Slide 79 - Open vraag

Slide 80 - Tekstslide

Wat is hybris?
A
Opvoering van een zeeslag
B
Tragedie met veel thema's
C
Een solo
D
Hoogmoed t.o.v. goden

Slide 81 - Quizvraag

Onthoud en noteer de Griekse termen uit het volgende filmpje (4'26")

Slide 82 - Tekstslide

Slide 83 - Video

Hoeveel toneelspelers verdeelden onderling de rollen in een tragedie?
A
vier
B
twee
C
één
D
twee of drie

Slide 84 - Quizvraag

Medea (Euripides)

Slide 85 - Tekstslide

Verhaal:
1. Personages (weet je wat persona betekent?):           
Medea, Jason, Kreon (Korinthe)
2. Jason en de Argonauten (zie volgende dia: filmpje
en lees daarna p. 120-121 klassikaal)


Slide 86 - Tekstslide

Slide 87 - Video

Slide 88 - Tekstslide

Slide 89 - Tekstslide

Slide 90 - Video

Thematiek:
Luister naar filmpje op volgende dia en noteer (!) de thema's die aan bod komen in het verhaal


Slide 91 - Tekstslide

Slide 92 - Video

De thematiek van de Medea
         passie
         verraad
         verbanning
         wraak (!)
         Griekse 'beschaving' vs. de oosterse ‘barbaarsheid’
         de sterke powervrouw/feministe

 

Slide 93 - Tekstslide

Probeer je eens in te leven in de situatie van Medea zelf. Om welke redenen gaat zij precies over tot haar daden?
- Ze heeft geen economische zekerheid meer na haar scheiding met Jason
- identiteit: heeft haar eigen broer vermoord en thuisland achtergelaten om bij Jason te kunnen zijn. Nu valt ook dat nog weg: ze is nu een vreemdelinge in een vreemd land.
- Sterke powervrouw/feministe: ze is intelligent en bekritiseert 
de traditionele rol van de vrouw en maatschappelijke orde.
+ als vernederde vrouw neemt zij haar situatie in eigen handen.
- Wraak: nu ze niks en ook niemand meer heeft, kan ze Jason 
alleen maar treffen door hun kinderen te doden.

Slide 94 - Tekstslide

Slide 95 - Tekstslide

Slide 96 - Video

Slide 97 - Tekstslide

Slide 98 - Tekstslide

ekkuklèma

Het geweld of een moord zelf mocht nooit getoond worden, alleen het 'resultaat' ervan. Daarvoor werd een 'ekkuklèma' gebruikt, een rolbaar platform waarop na de moord de lijken het podium werden opgerold.
In de Medea gebeurt dat eigenlijk in de deus ex machina-scène (de lijkjes an haar zonen liggen op het karos van Helios waarmee ze ervandoor gaat).

Slide 99 - Tekstslide

In zowat elk Grieks drama (ook de Ilias en de Odyssee) staat het hoofdpersonage voor een enorm dilemma: in welke zin geldt dat voor Medea?

Slide 100 - Open vraag

Medea: moreel dilemma!

Ze is vernederd door haar man: 
- ofwel leeft ze de rest van haar leven als gescheiden vreemdelinge
én zonder haar kinderen en in Korinthe: haar leven is kapot

- ofwel kan ze terug de overhand/de macht over haar man krijgen: daarvoor moet ze dan wel haar eigen kinderen ten gronde richten.

Slide 101 - Tekstslide

HAMARTIA = de menselijke tekortkoming of vergissing die tot de ondergang leidt. 
Medea’s hamartia is: vooral haar hybris (= hoogmoed): in plaats van zich te schikken in haar lot MOET ze haar man terugpakken. Haar trots en haar wraakzucht zijn oncontroleerbaar.
In de voortdurende strijd in zichzelf tussen haar rationele inzicht en haar emoties overwinnen die laatste: ze weet dat het doden van haar kinderen haar zal breken, maar doet het toch.

Haar fout is dus dat ze haar morele grenzen overschrijdt uit gekrenkte trots.

Slide 102 - Tekstslide

Slide 103 - Tekstslide

Slide 104 - Tekstslide

Wat is de PERIPETEIA in de Medea van Euripides?
M.a.w: op welk moment doet ze iets waardoor ze de afloop onvermijdelijk in gang zet en er geen terugkeer meer mogelijk is (point of no return)?

Slide 105 - Open vraag

PERIPETEIA!
Medea voert een voortdurende inwendige strijd: tussen rationeel blijven en het niet doen, want ze houdt zielsveel van haar kinderen
en anderzijds nemen de emoties stilaan de overhand:

Wanneer ze de vergiftigde geschenken (kroon + mantel) aan haar kinderen meegeeft om aan hun nieuwe stiefmoeder cadeau te doen, zet ze de dodelijke afloop onvermijdelijk in gang. Ook al zou ze het niet meer willen, nu MOET ze haar kinderen wel doden, want anders zullen ze uit wraak door de koninklijke familie gedood worden.

Slide 106 - Tekstslide

Slide 107 - Tekstslide

Slide 108 - Video

Slide 109 - Tekstslide

Slide 110 - Tekstslide

Slide 111 - Tekstslide

Euripides (480-406)
  • 92 tragedies
  • 18 overgeleverd
  • Slechts 5x eerste prijs
  • Griekse Verlichting (na Salamis)
  • Grote nadruk op psychologie van
      de personages: ook sterke en menselijke vrouwen
     --> mens staat centraal: is verantwoordelijk voor daden en toont redeneringen erachter

Slide 112 - Tekstslide

de werken van Euripides
- maatschappijkritiek: hij gaf een spreekpodium aan groepen als slaven en vrouwen (die spreken vaak intelligenter dan koningen in zijn werken!)
- radicaal en modern: daarom ook minder geliefd 

Slide 113 - Tekstslide

Als je goed op de jaartallen hebt gelet, heb je volgende vraag juist. Welke stelling klopt?
A
Euripides vocht mee tijdens de Perzische Oorlogen, Sophokles liep als jongen mee in de overwinningsprocessie na Salamis, maar Aischylos werd geboren op de dag van de Slag bij Salamis.
B
Aischylos vocht mee tijdens de Perzische Oorlogen, Sophokles liep mee in de overwinningsprocessie na Salamis, en Euripides werd geboren op de dag van de Slag bij Salamis.
C
Sophokles werd geboren vóór de Perzische Oorlogen, Aischylos erna, en Euripides pas een eeuw later.

Slide 114 - Quizvraag

Slide 115 - Tekstslide

Slide 116 - Link

Slide 117 - Tekstslide

Slide 118 - Tekstslide

Slide 119 - Tekstslide

Lees nu prologos p. 122-123
Daarna vertalen epeisodion 1

Slide 120 - Tekstslide

"Antigone"
  • Tragedie van Sophokles
  • Dochter van Oedipus
  • volgende filmpje = samenvatting in 7 min
  • (of anders die daarna: minder goed, maar in 3 min)

Slide 121 - Tekstslide

Slide 122 - Video

Slide 123 - Video

Zet de onderdelen van een tragedie in de 1goede volgorde.
epeisodion
exodos
proloog
stasimon
parodos

Slide 124 - Sleepvraag

Zet de onderdelen van een tragedie in de 1goede volgorde.
De wachter meldt Creon dat P. toch begraven is. Antigone is op heterdaad betrapt
Ismene wil ook sterven/de schuld krijgen. Creon laat beiden wegvoeren. 
Ismene en Antigone overleggen: Ismene wil/kan niet helpen
Creon ondervraagt Antigone. Antigone verdedigt zich
Creon verduidelijkt zijn edict: Polyneikes mag niet begraven worden

Slide 125 - Sleepvraag

Wie zijn de hoofdrolspelers in de Antigone?
A
Ismene, Antigone, Creon en Haemon
B
Antigone, Polynices, Creon en Haemon
C
Antigone, Medea, Creon en Haemon
D
Antigone, Eurydice, Creon en Eteocles

Slide 126 - Quizvraag

Slide 127 - Tekstslide

Slide 128 - Tekstslide

Slide 129 - Tekstslide

Slide 130 - Tekstslide

Slide 131 - Tekstslide

Slide 132 - Video