oefening Konjunktiv II

Konjunktiv II
de zou-vorm
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Konjunktiv II
de zou-vorm

Slide 1 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van de Konjunktiv II (zou-vorm) in:
Was würdest du machen, wenn du reich wärst. 
 
zou-vorm van werden + hele werkwoord 
 
onregelmatige werkwoorden hebben hun eigen vorm: 
                verleden tijd + “                         (sollen, wollen) 

Slide 2 - Tekstslide

zou gaan: Ich _________ gern mal nach Texel ____.

Slide 3 - Open vraag

zou zijn: Dann … ich oft auf dieser Insel.

Slide 4 - Open vraag

zou kosten: Was ________ ein Flug nach Lissabon _________?

Slide 5 - Open vraag

zou doen: Was _________ Sie ___________, Herr Pfau?

Slide 6 - Open vraag

zouden hebben: Ach, wenn sie nur etwas mehr Geduld … .

Slide 7 - Open vraag

zouden zijn weggegaan: Wir … auch schnell … .

Slide 8 - Open vraag

zou lusten: Wer von euch … heute Japanisch essen?

Slide 9 - Open vraag

zou kunnen zeggen: Ich … so was nicht … !

Slide 10 - Open vraag