Theorie lezen 1-6

Welk onderwerp is goed geformuleerd?
A
schoolreizen
B
over schoolreizen
C
Leerlingen van groep 8 gaan op schoolreis
D
reizen
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welk onderwerp is goed geformuleerd?
A
schoolreizen
B
over schoolreizen
C
Leerlingen van groep 8 gaan op schoolreis
D
reizen

Slide 1 - Quizvraag

Wat is een deelonderwerp?
A
alinea's waarboven een kopje staat
B
de delen van een tekst
C
verschillende alinea's die over hetzelfde onderwerp gaan
D
verschillende aspecten van het onderwerp

Slide 2 - Quizvraag

Wat is geen manier om een tekst in te leiden?
A
anekdote
B
bijzondere situatie
C
onderwerp benoemen
D
samenvatting

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een hoofdgedachte?

Slide 4 - Open vraag

De hoofdgedachte staat altijd letterlijk in de tekst. juist/onjuist

Slide 5 - Open vraag

Moeder bakt een lekkere cake. Intussen maakt Karin een heerlijke taart.
A
tegenstellend verband
B
opsommend verband
C
chronologisch verband
D
toelichtend verband

Slide 6 - Quizvraag

Nadat ik mijn sleutels heb gevonden, stap ik meteen in de auto.
A
tegenstellend verband
B
opsommend verband
C
chronologisch verband
D
toelichtend verband

Slide 7 - Quizvraag

Hoewel ik weet dat het ongezond is, eet ik elke dag een zak chips.
A
tegenstellend verband
B
opsommend verband
C
chronologisch verband
D
toelichtend verband

Slide 8 - Quizvraag

Ik hou niet alleen van chips, maar ook van chocolade.
A
tegenstellend verband
B
opsommend verband
C
chronologisch verband
D
toelichtend verband

Slide 9 - Quizvraag

Mijn moeder maakt vaak Italiaanse gerechten, zoals pasta.
A
tegenstellend verband
B
opsommend verband
C
chronologisch verband
D
toelichtend verband

Slide 10 - Quizvraag

bijvoorbeeld, zo, als, denk aan, neem nou
A
opsommend verband
B
chronologisch verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 11 - Quizvraag

amuseren
informeren
overtuigen
activeren
dat je je vermaakt
dat je iets te weten komt
dat je zijn mening overneemt
dat je iets wel of niet gaat doen

Slide 12 - Sleepvraag

mop
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 13 - Quizvraag

betoog
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 14 - Quizvraag

reclamefolder
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 15 - Quizvraag

roman
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 16 - Quizvraag

Welke vier functies kan een illustratie hebben?

Slide 17 - Open vraag