Hoofdstuk 7.4 Kunnen we sociaal blijven?

Welkom bij het vak 
Economie


Pak je boek en spullen voor je,
mobieltjes in de telefoonzak, jassen uit en tassen van tafel

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij het vak 
Economie


Pak je boek en spullen voor je,
mobieltjes in de telefoonzak, jassen uit en tassen van tafel

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik les 7.3

Slide 2 - Tekstslide

Verzorgingsstaat

De overheid maakt gezondheidszorg, huisvestiging en onderwijs voor iedere burger mogelijk.

Slide 3 - Tekstslide

Sociaal minimum
  • Het door de overheid ingestelde minimum bedrag wat je nodig hebt om van te leven.
  • Wanneer je inkomen lager is dan dit minimum, dan kun je een aanvullende uitkering krijgen.
  • (zoals huurtoeslag en zorgtoeslag)

Slide 4 - Tekstslide

2 soorten sociale verzekeringen
  • Werknemersverzekeringen: Voor mensen die in loondienst werken of gewerkt hebben.
  • Hierbij is de belangrijkste de : WW

  • Volksverzekeringen: sociale verzekeringen voor alle inwoners van Nederland. 
  • Hierbij is de belangrijkste de : AOW

Slide 5 - Tekstslide

Sociale voorzieningen

Uitkeringen die de overheid betaald met geld van de belastingopbrengsten. 
De belangrijkste sociale voorziening is de :
Bijstandsuitkering.
deze bijstand krijg je ALLEEN als je geen enkele andere manier hebt om in je levensonderhoud te voorzien.

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk controle

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoelen

Aan het einde van de les :
Wat de gevolgen van vergrijzing zijn
Hoe de sociale zekerheid betaalbaar kan blijven
Hoe de overheid de kosten van de zorg wil beperken

Slide 8 - Tekstslide

7.4 Kan de overheid dat regelen? 
Deze les:
  • Actieven/inactieven
  • Vergrijzing
  • Solidariteitsbeginsel

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Solidariteitsbeginsel
iedereen moet een deel van inkomen  afstaan ten behoeve van mensen die geen inkomen hebben 

Slide 11 - Tekstslide

7.4 Kan de overheid dat regelen? 
Actieven betalen mee aan de inkomens van de inactieven
Herverdeling van inkomens

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!

Kader:
Maken: Kader: Opdr. 25 t/m 28
(Blz. 214 & 215)



rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Vergrijzing 
Actieven
Alle mensen met betaald werk

Niet-actieven
Mensen zonder betaald werk, die een uitkering ontvangen. Bijv. omdat ze arbeidsongeschikt zijn, werkloos of boven de pensioenleeftijd.

Tot de groep niet-actieven behoren ook de AOW'ers. Deze groep groeit al jaren (= vergrijzing). Wat betekent dit voor Nederland ?

Slide 15 - Tekstslide

7.4 Kan de overheid dat regelen?
Vergrijzing:
  • het aandeel ouderen in de totale bevolking neemt toe en de gemiddelde leeftijd van de bevolking stijgt

Slide 16 - Tekstslide

Vergrijzing (gevolg)
  1. Er zijn steeds meer mensen die boven de 67 zijn (inactieven) en steeds minder ‘jonge’ mensen die werken (actieven)
  2. Gevolg: er zijn in totaal minder mensen die werken en dus moeten deze werkende mensen meer geld afstaan van hun brutoloon, om iedereen AOW te geven.
  3. Gevolg: Het Nettoloon van de actieven wordt lager.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe houden we de AOW betaalbaar?
  • De AOW-leeftijd verder te verhogen van 65 naar 67 jaar
  • De premies + loonbelasting te verhogen
  • De AOW-uitkeringen te verlagen;
  • De arbeidsparticipatie (arbeidsdeelname) laten toenemen;
  • De AOW niet meer aan iedereen te geven, maar alleen aan 
  • Ouderen met geen of een laag pensioen.

Slide 18 - Tekstslide

Dus....
  • Vergrijzing = in verhouding meer ouderen dan jongeren
  • Gevolg: pensioen wordt onbetaalbaar! Dus AOW-leeftijd moet omhoog (meer actieven, minder inactieven)
  • Andere oplossingen: uitkeringen verlagen, meer premie betalen, zelf sparen voor oude dag.

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!

Kader:
Maken: Kader: Opdr. 29 t/m 33
(Blz. 215 & 216)



rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Marktwerking (par 1)
Aan de zorg geeft de overheid veel geld uit. Om die kosten te beperken moeten ziekenhuizen en zorgverzekeraars met elkaar concurreren om klanten te krijgen. > (marktwerking)  

Concurreren doen ze door middel van prijzen, kwaliteit of service.

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!

Kader:
Maken: Kader: Opdr. 34, 35 & 36
(Blz. 217)



rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen

Slide 24 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?

Aan het einde van de les :
Wat de gevolgen van vergrijzing zijn
Hoe de sociale zekerheid betaalbaar kan blijven
Hoe de overheid de kosten van de zorg wil beperken

Slide 25 - Tekstslide

marktwerking  in de zorg
iedere Nederland is verplicht een basisverzkering af te sluiten en mag een aaanvullende zorgverzekering af te sluiten, de overheid bepaald een gedeelte van de zorg , de bedrijven bepalen wat voor zorg 

Slide 26 - Tekstslide

extra begrip

Slide 27 - Tekstslide

Dubbele vergrijzing?
  • Oude mensen hebben vaak meer zorg nodig en er zijn steeds meer oude mensen.
  • Gevolg: de totale zorgkosten van alle Nederlanders stijgt.
  • Gevolg: alle Nederlanders moeten meer premie betalen voor hun zorgverzekering.
  • Gevolg : de overheid wil meer marktwerking om de zorg betaalbaar te houden (zie par 1)

Slide 28 - Tekstslide