Veiligheid in het technieklokaal sept. '22

Techniek 


Veiligheid in het technieklokaal

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Techniek 


Veiligheid in het technieklokaal

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al over
Veiligheid in het techniek lokaal

Slide 2 - Woordweb

Inhoudsopgaven: 

Algemene inleiding                             
Doelstellingen                                     

1.1 Noodstopvoorziening                     
1.2 Tassen                                          
1.3 Krukken onder de werkbank         
1.4 Niet rennen/ stoeien                      
1.5 Oogbescherming
1.5 Bescherming elektrische machines   
1.6 Gebruik elektrische machines      
1.7 Veiligheid op de machines           
1.8 Bankschroef / klem                      
1.9 Stof en rook afzuiging in het lokaal                     
1.10 Stroomvoorziening                     
1.11 Noodmiddelen                           
1.12 Opgeruimd lokaal                                                                                   

Slide 3 - Tekstslide

Algemene inleiding
In deze les gaan we leren hoe je veilig kan werken in het technieklokaal. En waarop je moet letten, op de veiligheid van andere gebruikers in het technieklokaal.
Tijdens deze lessen werken we ook aan de competentie.
1 Instructies en procedures opvolgen   2 materialen en middelen inzetten







Doelstellingen
• Op een veilige manier werken in het technieklokaal
• Op welke veiligheidspunten je moet letten
• Wat je moet doen als er een ongelukje gebeurt 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een competentie?
A
Of je ergens heel goed in bent
B
Zegt iets over jou ontwikkeling
C
Ergens waar je heel slecht in bent
D
Wat je erg leuk vind om te doen

Slide 5 - Quizvraag

1.1 Noodstopvoorziening
In het technieklokaal is er een zogenaamde ‘noodstopvoorziening’ aangebracht. Met deze noodstop kan de docent of een leerling in geval van paniek of een ongeluk snel op de rode knop drukken. 
 
Met één druk op de rode knop wordt meteen de stroom uitgeschakeld van het gehele technieklokaal. 

Slide 6 - Tekstslide

Stel dat een leerling met losse haren verstrikt raakt in een kolomboormachine! Zelf kan hij/zij niet de stroom uitzetten. 
 
De noodstoppen zijn verspreid door het lokaal aangebracht.  
Zo is het mogelijk om toch je medeleerling te redden vanaf de andere kant van het lokaal. Als je er nog helemaal heen moet lopen is het vaak al te laat! 
 
Tegenover de wasbakken hangt een witte schakelkast. Als de noodknop is ingedrukt dan gaat in deze kast een schakelaar om, stroom gaat uit.  
De leraar moet de noodknop weer resetten. 
De noodstopvoorziening mag nooit voor de lol worden ingedrukt!! Dit kan namelijk ook gevaarlijke situaties veroorzaken.  



Denk maar aan leerlingen die net aan het boren of zagen zijn. Een leerling zal schrikken en niet weten wat er aan de hand is. 

 “Gebruik de noodstop alleen in noodgevallen!” 

 Misbruik van de noodstop wordt gestraft!!!! 
 Alleen de docent mag de stroom weer inschakelen! 

Slide 7 - Tekstslide

Wat gebeurt er als je op de noodstop drukt?

Slide 8 - Open vraag

Waarom mag je niet voor de ‘gein’ op de noodstop drukken?
A
Dan gaan de machines stuk
B
Daar word de leraar moe van
C
Dan gaat het licht ook uit in het lokaal
D
Dan kan een leerling schrikken

Slide 9 - Quizvraag

Waarom zijn de noodstoppen verspreid over het gehele technieklokaal?

Slide 10 - Open vraag

Wie kan de stroom weer resetten?
A
Iedereen, door de knop weer uit te trekken
B
Alleen de leerkracht kan dat
C
Moet de conciërge doen
D
Iedereen, in de meterkast

Slide 11 - Quizvraag

1.2 Tassen

Om de veiligheid in het technieklokaal te vergroten moet je voor de les je boekentas in het leslokaal leggen.  Jassen hang je op je stoel.
 
Je boekentas heb je tijdens techniek niet nodig, je werkt namelijk met je handen. Struikelen in een technieklokaal is levensgevaarlijk! Stel je voor dat iemand met een elektrische machine bezig is en je stoot hem of haar per ongeluk aan.  
Hij/zij kan zich in de vingers zagen of boren! 
 
Je neemt alleen je map mee in het lokaal. Mocht je je laptop nodig hebben kun je die altijd even pakken.

Slide 12 - Tekstslide

Waarom moet je je boekentas in het klaslokaal leggen en niet meenemen in het praktijklokaal?

Slide 13 - Open vraag

1.3 Niet rennen en stoeien



In het technieklokaal bevinden zich veel voorwerpen. Deze zijn meestal erg hard of scherp. 
 
Als je je gewoon rustig door het technieklokaal beweegt, loop je het minste risico om je te stoten of te snijden aan voorwerpen. 

Slide 14 - Tekstslide

Waarom mag je tijdens een techniekles niet achter iemand aan rennen?

Slide 15 - Open vraag

1.4 Oogbescherming

Je hebt maar één paar ogen en maar één paar oren. Hier moet je je hele leven mee doen! 
‘Verspanende’ bewerkingen zijn gevaarlijk voor je ogen. Verspanen betekent dat je met behulp van gereedschap materiaal als hout of ijzer verkleint of van vorm verandert. 
 
Hierbij komen allerlei kleine deeltjes vrij, bijvoorbeeld splinters. Deze splinters zijn erg scherp en mogen absoluut niet in je ogen terechtkomen. 
Een ijzeren splinter is moeilijk uit je oog te verwijderen en je kunt een beschadiging aan je oog oplopen. 

Slide 16 - Tekstslide

1.5 Bescherming elektrische machines
Als je aan een machine staat te werken doe je dat veilig en geconcentreerd. Wanneer je even voorover buigt om naar iets te kijken kan het zijn dat je langere haren voor je gezicht vallen. Deze kunnen dan in een ronddraaiende machine verstrikt raken. Zorg dus altijd dat je haren naar achteren zitten. Doe ze in een staart of zet ze vast met een klemmetje. 
Er kan altijd iets gebeuren. Voor de veiligheid doen we daarom ook onze sieraden af.


Slide 17 - Tekstslide

Wat doe jij voor je veiligheid op tijdens het boren?
A
veiligheidsbil
B
gehoorbescherming
C
beschermkap
D
Haren vast

Slide 18 - Quizvraag

1.6 Gebruik elektrische machines


Elektrische machines zijn gemaakt om door één persoon te bedienen. Durf je het nog niet goed alleen? 
 
“Laat geen leerlingen helpen maar vraag de leerkracht!” 


 

Slide 19 - Tekstslide

Mag je samen met een leerling een gaatje boren? Waarom niet?

Slide 20 - Open vraag

1.7 Veiligheid op de machines
Om de veiligheid voor de gebruikers van de machines nog meer te vergroten, hebben ze op de machines ook een extra noodknop gemaakt. Mocht je per ongeluk je werkje loslaten bij bijvoorbeeld het boren kan je op de rode knop voorop duwen en de boor gaat snel uit.  

Maar stel je eens voor dat tijdens het boren de stroom uitvalt (stroomstoring) en je niet meer weet of de machine wel of niet aanstond. Om te voorkomen dat de boor weer gaat draaien als de stroomstoring is verhopen zit hiervoor ook een veiligheid voor ingebouwd. Je moet dan eerst op de rode 0 knop drukken en vervolgens op de groene knop. 

Slide 21 - Tekstslide

1.8 Bankschroef / klem
We hebben twee soorten bankschroeven, metalen en een boorklem. Deze zijn er alleen voor om lesmateriaal goed en veilig in te klemmen, dus geen ander spullen zoals een pen. 

Slide 22 - Tekstslide

Wat kan de leerkracht beter zien als iedereen op zijn eigen werkplek zit.
A
dan is niet iedereen aan het werk
B
dat iedereen aan het werk is
C
meer kans op ongelukken
D
hij heeft meer overzicht wie wat doet.

Slide 23 - Quizvraag

Waarvoor dient de noodstop op de kolomboormachine? (2 antwoorden zijn goed)
A
als er een ongelukje gebeurt kan je snel de boor uitzetten.
B
als de boormachine vastloopt, dat je na gebruik deze als nog los kan maken
C
om het licht mee uit te zetten op de boormachine
D
voor als er een stroomstoring komt.

Slide 24 - Quizvraag

1.10 Stroomvoorziening
 
Over de grond van het lokaal mag geen stoomkabel liggen want hierover kan je struikelen. Daarom is boven de werkbank een vast stroompunt gemaakt. Deze kan je laten zakken als je stroom wilt aansluiten. 

Slide 25 - Tekstslide

1.11 Noodmiddelen
Mocht er toch ondanks alle veiligheids voorzorgsmaatregelen een ongelukje gebeuren zijn daarvoor ook een paar voorzieningen geregeld. Voor de kleine snijwondjes hangt er een verbandtrommel in het lokaal. Voor kleine brandjes hangt daarvoor een brandblusser en een brand deken in het lokaal. 
Jij mag deze middelen niet zomaar gebruiken, dit moet de techniekleraar doen. 

Slide 26 - Tekstslide

Waarom mag jij niet met de brandblusser werken als er brand is in het lokaal en waarom moet de leerkracht dit doen?

Slide 27 - Open vraag

1.12 Opgeruimd magazijn
Om te voorkomen dat gereedschap kwijt of beschadigd raken moet alles goed opgeruimd worden. 
Voor de gereedschappen die we gebruiken zijn vaste plekken waar alles veilig en overzichtelijk bewaard kan worden.  


Slide 28 - Tekstslide

Waarom is een opgeruimd lokaal belangrijk (noem er 3)?

Slide 29 - Open vraag