I-Hfdst 9 Opslagmiddelen

Opslagmiddelen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailSpeciaal OnderwijsPraktijkonderwijsLeerroute 7Leerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Opslagmiddelen

Slide 1 - Tekstslide

Soorten opslagmiddelen
Als goederen zijn gelost en gecontroleerd, gaan ze naar de opslag. Je kunt verschillende opslagmiddelen gebruiken om goederen op te slaan. Het ene is vooral geschikt voor kleingoed, het andere voor meer zware artikelen.
In sommige opslagmiddelen kun je de goederen ook vervoeren.

Slide 2 - Tekstslide

Transportmateriaal

Hoewel de meeste opslagmiddelen alleen voor de opslag en niet voor het transport van goederen gebruikt worden, heten alle opslagmiddelen samen ook wel transportmateriaal.

Slide 3 - Tekstslide

De meeste voorkomende opslagmiddelen zijn:


  • bakken
  • pallets
  • rolcontainers
  • opslagmiddelen voor stortgoederen
  • stellingen 

Slide 4 - Tekstslide

Bakken
  • kleinere goederen, meestal magazijnbakken ( hout, kunststof of metaal)
  • voorkant open; makkelijker goederen pakken
  • goed stapelbaar in een magazijn

Slide 5 - Tekstslide

Pallets

  • gebruik je om goederen op te slaan en te verplaatsen
  • verschillende soorten (zie hiernaast) 
  • statiegeld

Slide 6 - Tekstslide

Eenmalige pallet is:
A
gemaakt van goedkoop hout
B
alleen bruikbaar om lichte goederen te verplaatsen
C
niet milieuvriendelijk omdat hij maar 1x gebruikt wordt
D
A, B en C zijn goed

Slide 7 - Quizvraag

Meermalige pallet is:
A
Niet milieuvriendelijk
B
gemaakt van hardhout, metaal of kunststof
C
B en D zijn juist
D
Hoort bij emballage

Slide 8 - Quizvraag

Tweewegpallet heeft:
A
2 gesloten kanten waardoor je hem aan 2 kanten kan optillen
B
een standaard afmeting
C
geen gesloten kanten
D
aan alle kanten op te tillen

Slide 9 - Quizvraag

Vierwegpallet heeft:

A
2 gesloten zijkanten
B
geen gesloten zijkanten waardoor alle kanten op te tillen is
C
heeft een standaard afmeting
D
4 gesloten zijkanten

Slide 10 - Quizvraag

Europallet heeft een standaardafmeting van:
A
0,80 bij 1,00 meter
B
1,20 bij 1,20 meter
C
1,00 bij 1,20 meter
D
1,20 bij 0,80 meter

Slide 11 - Quizvraag

Een standaardpallet heeft een afmeting van:
A
1,00 bij 1,00 meter
B
1,00 bij 1,20 meter
C
1,20 bij 1,20 meter
D
1,40 bij 1,40 meter

Slide 12 - Quizvraag

Een boxpallet is:
A
met 2 of meer zijden afgezet met planken
B
niet geschikt voor stapelbare goederen
C
1,20 bij 1,20 meter
D
een box van hout voor baby's

Slide 13 - Quizvraag

Rolcontainer
  • lijkt op een boxpallet 
  • heeft wieltjes
  • voorkant die je kan wegklappen
  • bodemoppervlakte van 0,80 x 0,60 meter en 1,75 meter hoog 

Slide 14 - Tekstslide

Opslagmiddelen voor stortgoederen
  • verschillende opslagmiddelen in opslaan zoals bijv. graan 
  • afhankelijk van de hoeveelheid keuze uit: vaten, dozen of industriezakken

Slide 15 - Tekstslide

Stellingen

Veel goederen liggen in een stelling. Soms liggen ze los opgeslagen maar vaak liggen ze op een ander opslagmiddel, zoals een pallet. Veel verschillende goederen betekent ook veel verschillende stellingen.

Slide 16 - Tekstslide

Stellingen bestaan uit:
kolommen, schappen, staanders en soms ook vakken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Uitleg stelling (tekening):
Het verticale deel van een stelling heet staander. Een stelling rust met zijn staanders op de grond. De afstand van de ene tot de andere staander heet een kolom of sectie.
Een kolom kun je verdelen in verschillende schappen of etages. Op een schap of etage zet of leg je de goederen. Een schap of etage heet ook wel een ligger
In een magazijn met veel kleinere goederen, kunnen er ook bakken in een schap staan.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

In een palletstelling kun je pallets met goederen en al, opslaan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Een vakstelling is geschikt voor het opslaan van grote goederen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Dit is een omloopstelling die computergestuurd is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Coderingssysteem
Goederen worden op verschillende plaatsen in een magazijn opgeslagen. Om ze makkelijk te kunnen vinden, wordt er een coderingssysteem gebruikt.

Een veel gebruikt coderingssysteem werkt als volgt:
- gangpaden worden aangegeven met een hoofdletter, bijv. A
- kolommen of secties krijgen een code van 3 cijfers, bijv. 024
- voor schappen wordt 1 cijfer gebruikt, bijv. 7
- de vakken worden aangegeven met een kleine letter, bijv. c

Slide 24 - Tekstslide

Welke winkels gebruiken een coderingssysteem?

Slide 25 - Open vraag

Wat denk je wat stellingbelastbaarheid inhoudt?

Slide 26 - Open vraag

Stellingbelastbaarheid
Je kunt stellingen in een magazijn niet eindeloos blijven vullen. Elke stelling heeft een belastbaarheid. Dit is de last die de stelling maximaal aan kan. Bij zwaardere last, stort de stelling in. Elke stelling moet zijn voorzien van een schema met gegevens over de belastbaarheid van de stelling.
De maximale belasting van een frame en een etage hoeven niet hetzelfde te zijn.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide