23 Argo ergon 25/ overzicht bvn

Laatste oefening
Deze opdracht gaat over alle bijvoeglijke naamwoorden die je hebt geleerd. Kies steeds het bijvoeglijk naamwoord dat congrueert met het zelfstandig naamwoord.  Zoek eventueel het geslacht van het zelfstandig naamwoord op in de alfabetische lijst achterin je hulpboek!
Let op! Er zijn meerdere mogelijkheden.
Check HB 175-176 voor de vormen van het bvn!!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Laatste oefening
Deze opdracht gaat over alle bijvoeglijke naamwoorden die je hebt geleerd. Kies steeds het bijvoeglijk naamwoord dat congrueert met het zelfstandig naamwoord.  Zoek eventueel het geslacht van het zelfstandig naamwoord op in de alfabetische lijst achterin je hulpboek!
Let op! Er zijn meerdere mogelijkheden.
Check HB 175-176 voor de vormen van het bvn!!

Slide 1 - Tekstslide


Kies de congruerende vormen van het bijvoeglijk naamwoord:
ποδες
uitleg
ποδες is nom mv. vrouwelijk van ἡ πους
A
καθαροι
B
σους
C
εὐρεις
D
ταχει

Slide 2 - Quizvraag


Kies de congruerende vormen van het bijvoeglijk naamwoord:
εἰκονα
uitleg
εἱκονα = acc ev vr. van ἡ εἰκων
A
μεγαν
B
ἀθλιαν
C
σοφα
D
πασαν

Slide 3 - Quizvraag


Kies de congruerende vormen van het bijvoeglijk naamwoord:
ὀνομασι
uitleg
ὀνομασι = dat mv onz van το ὀνομα
A
βραχεσιν
B
ἡμετερῳ
C
καλαις
D
φιλοις

Slide 4 - Quizvraag


Kies de congruerende vormen van het bijvoeglijk naamwoord:
νομου
uitleg
του νομου = gen. ev. mann. van ὁ νομος
A
ἀγαθου
B
σωφρονος
C
ἡδει
D
ἰσχυρος

Slide 5 - Quizvraag


Kies de congruerende vormen van het bijvoeglijk naamwoord:
τυχη
uitleg
τυχη = nom ev vr van ἡ τυχη
A
κακη
B
θαυμαστα
C
αἰσχρα
D
ἑκαστη

Slide 6 - Quizvraag


Kies de congruerende vormen van het bijvoeglijk naamwoord:
φως
uitleg
το φως = nom ev onz van το φως
A
ὀξεος
B
πολυ
C
θαυμαστον
D
χαλεπων

Slide 7 - Quizvraag

Congrueer BN met ZN
 χρόνου
τὸν ναύτην
 εἰκόνες
τῷ ναύτῃ
τῶν χρημάτων
 ταχεῖ
πάντα
βραχέος
πάντων
βαρεῖαι

Slide 8 - Sleepvraag

Congrueer
τον ἄνθρωπον (ἑκων)

Slide 9 - Open vraag

Congrueer:
τῆς μητρός (πᾶς)

Slide 10 - Open vraag

Welke congrueert met:
χρόνους
A
βαρεις
B
βαρεος
C
βαρειας
D
βαρεων

Slide 11 - Quizvraag

Welke congrueert met:
μητράσι
A
ἡδεσι
B
ἡδειαις
C
ἡδει
D
ἡδεια

Slide 12 - Quizvraag

EINDE
Als het goed is, weet je nu alles over het bijvoeglijk 
naamwoord in het Grieks! Gefeliciteerd!

Slide 13 - Tekstslide