Spieren - herhalen
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Oorsprong en aanhechting: Wat hoort bij wat?
Aanhechting
Oorsprong
Insertio
Origo
Begin van de spier
Eind van de spier
Slide 3 - Sleepvraag
Hoe noem je spieren die elkaars werking versterken?
A
Antagonisten
B
Synergisten
C
Angonist
D
Hypotonische spier
Slide 4 - Quizvraag
Wat hoort bij elkaar?
meerhoofdige spier
meerbuikige spier
meerpezige spier
meerdere oorsprongplekken
meerdere aanhechtingsplaatsen
meerdere peesstroken
Slide 5 - Sleepvraag
Welke spier is E ?
A
slanke neusspier
B
wenkbrauwrimpelaar
C
oogkringspier
D
voorhoofdsspier
Slide 6 - Quizvraag
Welke spier is A ?
A
wandspier
B
borstbeen-sleutelbeen-tepelspier
C
slaapkauwspier
D
wenkbrauwrimpelaar
Slide 7 - Quizvraag
Welke spier is I ?
A
borstbeen-sleutelbeen-tepelspier
B
kinspier
C
mondhoekomlaag-trekker
D
brede halsspier
Slide 8 - Quizvraag
Welke spier is F ?
A
borstbeen-sleutelbeen-tepelspier
B
brede halsspier
C
wangkauwspier
D
halsspier
Slide 9 - Quizvraag
Welk stofwisselingsproces veroorzaakt melkzuur?
A
aberoob proces
B
aëroob proces
C
anaëroob proces
D
bij alle soorten spierstofwisseling
Slide 10 - Quizvraag
Degeneratieverschijnselen: welke spier veroorzaakt wat?
kraaienpootjes
horizontale voorhoofdsrimpel
verticale voorhoofdsrimpel
Slide 11 - Sleepvraag
Degeneratieverschijnselen: welke spier veroorzaakt wat?
brede halsspier
bovenlipheffer
trompetspier
