4.3 - Lichaamstaal H1

Thema 4: Gedrag
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 4: Gedrag

Slide 1 - Tekstslide

In dit hoofdstuk:
4.1 - Prikkels en gedrag
4.2 - Leren
4.3 - Lichaamstaal
4.4 - Samen leven
4.5 - Samenhang: De dierenopvang

Slide 2 - Tekstslide

4.3 - Lichaamstaal

Slide 3 - Tekstslide

Hoe noem je het leren door soortgenoten na te doen?
A
Imiteren
B
Oefenen
C
Inzicht
D
Aangeboren gedrag

Slide 4 - Quizvraag

Na een aantal pogingen vangt een welp zijn eerste prooi
A
Imiteren
B
Oefenen
C
Inzicht
D
Inprenting

Slide 5 - Quizvraag

Een jonge eend, net uit het ei, volgt meteen zijn moeder
A
Imiteren
B
Oefenen
C
Inzicht
D
Inprenting

Slide 6 - Quizvraag

Jonge leeuwenwelpjes leren iets door het af te kijken bij hun moeder.. hoe heet dit?
A
Inzicht
B
Imiteren
C
Oefenen
D
Inprenting

Slide 7 - Quizvraag

Als je Franse woordjes leert door het steeds te herhalen. Dan heet dit leren:
A
Imiteren
B
Oefenen
C
Inzicht
D
Inprenten

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noem je het leren door na te denken?
A
Imiteren
B
Oefenen
C
Inzicht
D
Aangeboren gedrag

Slide 9 - Quizvraag

Door welke vorm van leren heeft deze jongen dit gedrag hoogstwaarschijnlijk geleerd?
A
Imitatie
B
Imprenting
C
Oefening
D
Inzicht

Slide 10 - Quizvraag

aangeleerd/aangeboren gedrag

Een baby drinkt melk uit de borst bij de moeder
A
aangeleerd gedrag
B
aangeboren gedrag

Slide 11 - Quizvraag

Een reflex is aangeboren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 13 - Quizvraag

Pasgeboren kuikentjes vertonen...
A
Aangeleerd gedrag
B
Aangeboren gedrag
C
geen gedrag
D
menselijk gedrag

Slide 14 - Quizvraag

4.3 - Lichaamstaal

Slide 15 - Tekstslide

Doelen van de paragraaf:
Je weet welke emoties van mensen er zijn
Je kan uitleggen wat lichaamstaal is
Je weet wat het verschil is tussen verbaal en non-verbaal gedrag
Je weet wat een signaal is
Je weet wat overdreven signalen zijn en kan hiervan een voorbeeld geven

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Lichaamstaal
  • Spreken zonder woorden
Spreken met woorden noemen we verbale communicatie
Mensen kennen deze taal allemaal:
Kijken naar ogen, wenkbrauwen en mond

Dieren hebben ook lichaamstaal
Non-verbale communicatie (niet-spreken)

Slide 18 - Tekstslide

Dierentaal
Dieren begrijpen hun soortgenoten
Hun ‘taal’ bestaat uit signalen
Lichaamshouding
Geur
Kleur
Beweging
Geluid

Slide 19 - Tekstslide

Dierentaal
Dieren begrijpen hun soortgenoten
Hun ‘taal’ bestaat uit signalen
Voorbeeld: hond
Sommige signalen werken altijd:
Sleutelprikkel

Slide 20 - Tekstslide

Overdreven signalen

Roepen een sterke reactie op
Zijn vaak een extra sterke prikkel

Slide 21 - Tekstslide

Waaruit bestaat lichaamstaal?

Slide 22 - Open vraag

Hoe wordt lichaamstaal ook wel genoemd?
A
Verbale communicatie
B
Nonverbale communicatie

Slide 23 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Twee verschillende soorten begrijpen elkaars lichaamstaal altijd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Mensen snappen elkaars lichaamstaal door te kijken naar ogen, neus en mond
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Door welke signalen willen dieren voor hun jonkies zorgen?
A
Gekke signalen
B
Normale signalen
C
Overdreven signalen
D
Gedreven signalen

Slide 26 - Quizvraag

Aan het werk
Maken: 
  • 4.3 - Opdracht 1 tot en met 14 (tlh) / 1 tot en met 13 (hv)


Slide 27 - Tekstslide

Honden begrijpen elkaars lichaamstaal en kunnen er op reageren

Slide 28 - Tekstslide

Waardoor verzorgen ouders hun jongen?
- Signalen waardoor mensen baby's willen verzorgen

Noem een aantal signalen

Slide 29 - Tekstslide

Leg uit hoe speelgoedfabrikanten hier gebruik van maken.

Slide 30 - Open vraag

0

Slide 32 - Video

Hoe praten dieren met hun lichaam? 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Aan het werk
Hoofdstuk 4. Gedrag
Paragraaf 4.3 Lichaamstaal
Maken opdracht 1 t/m 18

BEN JE KLAAR?
Samenvatten/begrippenlijst maken paragraaf 4.3
OF oefenen op www.biologiepagina.nl / Quizlet
timer
10:00

Slide 35 - Tekstslide

Non-verbale communicatie is:
A
Spreken en luisteren
B
Alleen via je lichaamstaal communiceren
C
Spreken en je lichaamstaal gebruiken

Slide 36 - Quizvraag

Wat is lichaamstaal?
A
Veel vertellen door te praten
B
Weinig vertellen met veel emotie
C
Vertellen hoe je je voelt door te praten en te luisteren
D
Vertellen hoe je je voelt, zonder te praten

Slide 37 - Quizvraag

Baby's zijn schattig zodat:
A
Ze meer zorg krijgen van hun opvoeder
B
Ze leuker op de foto staan
C
Zodat prooidieren ze laten gaan

Slide 38 - Quizvraag

Emotie opdracht
  • In de tweetallen gekoppeld aan iemand thuis. (bel elkaar via Teams met beeld)

  • Kies de 5 emoties die je in WhatsApp het meest gebruikt.

  • Beeld om en om de emoties uit, zonder daar woorden bij te gebruiken.

Kun jij ze allemaal raden??!!

Na 8 minuten weer terug in de 
de M&G Teams omgeving.



timer
8:00

Slide 39 - Tekstslide

Challange (denken-delen-uitwisselen)
Wij leren allemaal een woord in gebarentaal, delen deze met onze buurman/buurvrouw en laten het dan klassikaal zien.
Barbara moet de woorden proberen te raden.

Slide 40 - Tekstslide

0

Slide 41 - Video