In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Fictieverslag
In de toetsweek maken jullie een fictieverslag:
basis --> "Klem"
kader --> "Schuld"
Slide 1 - Tekstslide
Wat is volgens jou een fictieverslag?
Slide 2 - Open vraag
Heb je het boek helemaal gelezen?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quizvraag
1. Kaft
Maak een aansprekende kaft met daarop:
- De titel van het boek
- De naam van de auteur
- Je naam + klas
Klem
Mel Wallis de Vries
Liese van Ginderen klas 3BB
Slide 4 - Tekstslide
Titelverklaring
Waarom heet het boek zo
- Schrijf de titel van het boek op en geef aan waarom het zo heet.
De titel van het boek is "Klem" en het heet zo, omdat......
Slide 5 - Tekstslide
- Vertel iets over de schrijver in eigen woorden (niet geknipt en geplakt van internet)
- Welke boeken heeft hij/zij nog meer geschreven?
De auteur
Slide 6 - Tekstslide
Het genre
Wat voor soort boek is het? Bijvoorbeeld:
Oorlogsroman
Liefdesroman
Avonturenroman
- Waarom is het dit genre?
Slide 7 - Tekstslide
Wat zou het genre van het gelezen boek kunnen zijn?
Slide 8 - Open vraag
Tijd
In welke tijd speelt het zich af?
- verleden
- heden/nu
-toekomst
Slide 9 - Tekstslide
De hoofdpersonen
- Vertel alles dat je weet over de belangrijkste personen die voorkomen in het boek.
Nynke, 17 jaar. Bevriend met Kiki en Juno.
Ze is al jaren verliefd op Milan.
Slide 10 - Tekstslide
Overige personen
- Vertel alles dat je weet over de overige personen die voorkomen in het boek.
Harriet Aarsman, 56 jaar. Lerares Biologie. Ongetrouwd. Woont op een boerderij in Amsterdam-Noord.
Slide 11 - Tekstslide
Noem 1 ander hoofdpersoon en 1 ander overig persoon.
Slide 12 - Open vraag
Thematiek
- Wat is het thema van het boek?
- Waar blijkt dat uit? Waarom is dat?
Bijvoorbeeld: liefde, vriendschap, verlies, macht
Slide 13 - Tekstslide
Verhaalopbouw
Uit hoeveel hoofdstukken bestaat het verhaal?
Slide 14 - Tekstslide
Perspectief
- Alwetende verteller: de schrijver beschrijft vanuit alle verhaalpersonen wat ze voelen en denken.
- Hij/zij perspectief: de schrijver kruipt in de huid van een persoon.
- Ik-perspectief: Als lezer heb je de indruk dat de hoofdpersoon rechtstreeks tegen je vertelt wat je denkt, doet, zegt, voelt.
- meervoudig perspectief: Vertelvorm waarin het perspectief ligt bij meer dan één personage dat als verteller optreedt, zodat we nu eens de gebeurtenissen volgen vanuit het gezichtspunt van de één, dan weer vanuit dat van de ander.
Slide 15 - Tekstslide
Wat is het perspectief van het gelezen boek?
A
Ik
B
Hij/zij
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig
Slide 16 - Quizvraag
Vertelde tijd
- Hoelang duurt het verhaal, de gebeurtenissen in het boek?
- Tijdsduur; aantal dagen, weken, jaren, eeuw, minuten, waarin het verhaal geschreven is.
Slide 17 - Tekstslide
Samenvatting
Schrijf een samenvatting van het gelezen boek.
Slide 18 - Tekstslide
Eigen mening
- Vertel wat je van het boek vond.
- Gebruik daarbij minimaal drie beoordelingswoorden met argumentatie.