Thema 6.4 Vruchten en zaden

thema 6 Voortplanting bij planten en dieren
6.4 Vruchten en zaden
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

thema 6 Voortplanting bij planten en dieren
6.4 Vruchten en zaden

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
herhaling vorige lessen: bestuiving/bevruchting
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 6.4 vruchten en zaden
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kun je de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Inleiding
Na de bevruchting ontstaan in het vruchtbeginsel 1 of meerdere zaden. Het vruchtbeginsel is het begin van een vrucht.

Vruchten zijn er in alle soorten en maten.

Slide 4 - Tekstslide

6.4 Vruchten en zaden
Na de bevruchting verandert er veel in een bloem.
In het vruchtbeginsel beginnen 1 of meer zaadbeginsels te groeien.

Alleen de zaadbeginsels waarin de eicellen zijn bevrucht, groeien uit tot zaden.

De andere zaadbeginsels in het vruchtbeginsel verschrompelen.

Slide 5 - Tekstslide

6.4 Vruchten en zaden
Het vruchtbeginsel wordt groter.
Het groeit uit tot een vrucht.

De zaden bevinden zich in de vrucht.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

6.4 Vruchten en zaden
De vrucht van een bonenplant heet een peulvrucht.

In de afbeelding op de vorige bladzijde zie je de veranderingen bij een bloem van een bonenplant.
We gaan deze veranderingen stap voor stap bekijken.

Slide 8 - Tekstslide

1: de bloem voor de bevruchting.

2: Na de bevruchting beginnen het vruchtbeginsel en de zaadbeginsels te groeien.


Slide 9 - Tekstslide

3. De kroonbladeren en de meeldraden vallen af, het vruchtbeginsel wordt steeds langer.

4. De bloemkelk verschrompelt, er blijft alleen een restant over. Ook van de stijl blijft alleen een restant over, ze zaadbeginsels worden groter.

Slide 10 - Tekstslide

5. Als de boon rijp is, wordt de zaadhuid donkerder.

Uiteindelijk breekt de vrucht open en komen de zaden vrij.

Slide 11 - Tekstslide

6.4 Vruchten en zaden
Sommige vruchten bevatten vruchtvlees: het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht.


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

6.4 Vruchten en zaden
Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten.
Bonen, erwten en de pitten in appels, kersen en tomaten zijn zaden.

In sommige vruchten zit maar 1 zaad.
In andere vruchten zitten meerdere zaden.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide