4.7 Servicegraad

Servicegraad/Gemiddelde voorraad
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Servicegraad/Gemiddelde voorraad

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Herhaling
Leerdoelen
Servicegraad
Gemiddelde voorraad
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
aan het einde van de les kunnen de studenten:

Benoemen wat een servicegraad is. 

De servicegraad berekenen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Servicegraad
De mate waarin je producten kan leveren. 

Nee-verkopen voorkomen

Hogere service graad meer kosten?!




Slide 4 - Tekstslide

Een lage servicegraad hebben we niet alle producten op voorraad, bij een hoge hebben we nog genoeg op voorraad. Een hogere Servicegraad kan tot meer kosten leiden. Denk aan derving van een restaurant of opstelling van campingplaatsen. 
Servicegraad
Groothandel Sligro heeft 160 soorten wijnen in het assortiment. Nu heeft de groothandel er 80 op voorraad.

Wat is de servicegraad?

16080100=50
%

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In een restaurant is de normale voorraad 30, nu zijn 4 stuks niet leverbaar. Hoeveel producten zijn er aanwezig?
A
25
B
26
C
27
D
28

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een winkel heeft 270 verschillende soorten bier, 15 zijn er niet op voorraad.
Bereken de servicegraad op 1 decimaal.
A
90%
B
95,3%
C
94,4%
D
92,5%

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

er zijn maar 15 producten van de normale 35 beschikbaar.
Bereken de servicegraad. Rond af op in decimaal
A
42,6%
B
42,7%
C
42,8%
D
42,9%

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld met de service graad?
A
De mate waarin een bedrijf artikelen kan leveren
B
De hoeveelheid nee-verkopen dat een bedrijf heeft
C
De mate waarin een bedrijf zijn gemiddelde voorraad verkoopt
D
De hoeveelheid producten een bedrijf normaal heeft

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Service graad
De servicegraad geeft de mate aan waarin aan de vraag naar een product kan worden voldaan. De servicegraad druk je uit in een percentage. Hoe hoger de gewenste servicegraad, hoe meer klanten het product op het gewenste moment kunnen kopen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

service graad berekenen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de AH heeft 55 soorten toiletpapier. Er zijn er 9 niet op voorraad en er zijn er 6 soorten in de Bonus. Wat is de servicegraad van het toiletpapier bij de AH?
A
16,4
B
83,6
C
27,3
D
72,2

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
De beginvoorraad uitgedrukt in een geldbedrag is: 34 stuks × € 23 = € 782
De eindvoorraad uitgedrukt in een geldbedrag is: 22 stuks × € 23 = € 506


Je kunt de gemiddelde voorraad in geld op twee manieren uitrekenen:

De gemiddelde voorraad van 28 stuks x € 23 = € 644


Gemiddelde voorraad (in €) = (€ 782 + € 506)/ 2 = € 644

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
In de maand januari is de voorraad van de fietstas ‘Carrier’ 34 stuks.
De inkoopprijs van dit type fietstas is € 23 per stuk. De inkoopprijs blijft het hele jaar gelijk.
Gedurende het jaar worden zowel fietstassen verkocht als ingekocht. Aan het einde van het jaar zijn nog 22 stuks van de fietstas op voorraad.
De gemiddelde voorraad in aantallen is:


Gemiddelde voorraad (in aantallen) = (34 + 22)/    2 = 28

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beginvoorraad is € 180.000. Eindvoorraad is € 160.000. Wat is de gemiddelde voorraad?
A
€ 170.000
B
€ 20.000
C
€ 340.000

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Webwinkel Partscentre verkoopt het artikel Y11011.
De voorraad van het artikel Y11011 is:

1 januari: 36 stuks
1 april: 30 stuks
1 juli: 32 stuks
1 oktober: 28 stuks
31 december: 34 stuks

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Beginvoorraad:€30.000
Tussenvoorraad 1 april:€22.000
Tussenvoorraad 1 juli:€18.500
Tussenvoorraad 1 oktober:€20.500
Eindvoorraad:€20.000
Wat is de gemiddelde waarde van de voorraad van dit jaar?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Van de artikelgroep tuinmachines zijn de voorraadgegevens beschikbaar.

voorraadwaarde 1 januari: € 40.080
voorraadwaarde 1 maart: € 43.212
voorraadwaarde 1 mei: € 44.186
voorraadwaarde 1 juli: € 41.818
voorraadwaarde 1 september: € 41.818
voorraadwaarde 1 november: € 39.830
voorraadwaarde 31 december: € 40.020 Bereken de gemiddelde waarde

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies