Les 6 Uitdrukkingen – figuurlijk taalgebruik

Uitdrukkingen – figuurlijk
taalgebruik

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Uitdrukkingen – figuurlijk
taalgebruik

Slide 1 - Tekstslide

DOEL

FIGUURLIJK TAALGEBRUIK 


- het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik kennen

- figuurlijk taalgebruik herkennen en begrijpen

- je kunt de betekenis van uitdrukkingen opzoeken in een woordenboek



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

In teksten kom je vaak zinnen met figuurlijke betekenis tegen.


Om teksten goed te kunnen begrijpen, is het belangrijk om figuurlijk taalgebruik te herkennen.


Wanneer je zinnen met een figuurlijke betekenis letterlijk opvat, dan is het moeilijk om de tekst te begrijpen.

Slide 4 - Tekstslide

LETTERLIJK


- precies zoals het geschreven is

FIGUURLIJK


- bij wijze van spreken


- er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat


- ookwel beeldspraak genoemd

Slide 5 - Tekstslide

Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles


LETTERLIJK

Er kwamen geen kippen naar de gratis tennisles



Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles


FIGUURLIJK

Er kwam helemaal niemand naar de gratis tennisles

Slide 6 - Tekstslide

UITDRUKKINGEN

- combinatie van woorden die samen een eigen,

soms figuurlijke, betekenis hebben


- als je niet weet wat een uitdrukking betekent, dan zoek je in het woordenboek naar het eerste belangrijke woord uit de uitdrukking

Slide 7 - Tekstslide

Tim en Tom kunnen heel goed samen door één deur.

Wat is de letterlijke betekenis?

Slide 8 - Open vraag

Tim en Tom kunnen heel goed samen door één deur.

Bij welk woord zoek je in het woordenboek naar
de figuurlijke betekenis?

Slide 9 - Open vraag

Tim en Tom kunnen heel goed samen door één deur.

Zoek de betekenis en schrijf op.

Slide 10 - Open vraag

Je raadt nooit wie ik gisteren tegen het lijf liep in de stad.

Wat is de letterlijke betekenis?

Slide 11 - Open vraag

Je raadt nooit wie ik gisteren tegen het lijf liep in de stad.

Bij welk woord zoek je in het woordenboek naar
de figuurlijke betekenis?

Slide 12 - Open vraag

Je raadt nooit wie ik gisteren tegen het lijf liep in de stad.

Zoek de betekenis en schrijf op.

Slide 13 - Open vraag

Mieke heeft thuis de vinger in de pap.

Wat is de letterlijke betekenis?

Slide 14 - Open vraag

Mieke heeft thuis de vinger in de pap.

Bij welk woord zoek je in het woordenboek naar
de figuurlijke betekenis?

Slide 15 - Open vraag

Mieke heeft thuis de vinger in de pap.

Zoek de betekenis en schrijf op.

Slide 16 - Open vraag

Lees de tekst

Dit verhaal zuig ik uit mijn duim.


De twee voetbalvrienden Geer en Ger kunnen meestal heel goed samen door één deur. Ze steunen elkaar door dik en dun.

Ze hebben ruzie als er een van de twee met het verkeerde been uit bed is gestapt. Als hun team een wedstrijd verliest, dan zijn de rapen gaar. Niets is goed en ze maken van een mug een olifant.

Gelukkig gaat dat snel voorbij en is alles weer koek en ei.

Slide 17 - Tekstslide


Zuig ik uit mijn duim
A
altijd, onvoorwaardelijk
B
goed met elkaar overweg kunnen
C
verzin
D
maken van niets een groot probleem

Slide 18 - Quizvraag


Samen door één deur
A
altijd, onvoorwaardelijk
B
goed met elkaar overweg kunnen
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem

Slide 19 - Quizvraag


Door dik en dun
A
altijd, onvoorwaardelijk
B
met een slecht humeur de dag beginnen
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem

Slide 20 - Quizvraag


Met het verkeerde been uit bed gestapt
A
uit je hoofd weten
B
met een slecht humeur de dag beginnen
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem

Slide 21 - Quizvraag


Dan zijn de rapen gaar
A
uit je hoofd weten
B
doen alsof je van niets weet
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem

Slide 22 - Quizvraag


Maken van een mug een olifant
A
iemand respecteren hoe hij is
B
doen alsof je van niets weet
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem

Slide 23 - Quizvraag


Alles weer koek en ei
A
iemand respecteren hoe hij is
B
doen alsof je van niets weet
C
is het goed tussen die twee
D
maken van niets een groot probleem

Slide 24 - Quizvraag

Maak de uitdrukking af:

Iemand voor vol ....
A
aanzien
B
geven
C
bloedt
D
hebben

Slide 25 - Quizvraag

Maak de uitdrukking af:

Een appeltje voor de dorst ...
A
kennen
B
geven
C
bloedt
D
hebben

Slide 26 - Quizvraag

Maak de uitdrukking af:

Zijn schaapjes op het droge ...
A
kennen
B
geven
C
bloedt
D
hebben

Slide 27 - Quizvraag

Maak de uitdrukking af:

Met twee maten ...
A
kennen
B
geven
C
bloedt
D
meten

Slide 28 - Quizvraag

Maak de uitdrukking af:

Doen alsof je neus ...
A
kennen
B
geven
C
bloedt
D
meten

Slide 29 - Quizvraag

Maak de uitdrukking af:

Iets in de oren ...
A
kennen
B
stoppen
C
knopen
D
meten

Slide 30 - Quizvraag

Kort verhaal: In het magazijn

Slide 31 - Tekstslide

In het magazijn
Reinier Essink, manager van een grote drogisterijwinkel
Over: seksuele normen en waarden, seksisme, grensoverschrijding;
wettelijke grenzen en persoonlijke grenzen, vertrouwen.
 

Slide 32 - Tekstslide

Praatvragen
1. Hoe is het zelfbeeld van Reinier? Wat vindt hij van zichzelf? Klopt zijn
zelfbeeld, volgens jou?
2. Wat vindt Reinier van Kadisha? Hoe beoordeelt hij haar?
3. Reinier doet een aantal dingen die tegenstrijdig zijn. Bijvoorbeeld: hij zegt dat hij altijd klaarstaat voor zijn personeel, maar als er een werkneemster is met anorexia, stuurt hij haar onmiddellijk weg. Hij zegt dus iets anders, dan wat hij doet. Kun je nog meer voorbeelden opnoemen in dit verhaal waar Reinier iets anders doet, dan hij zegt?

Slide 33 - Tekstslide

4. In dit verhaal overschrijdt Reinier grenzen. Welke grenzen overschrijdt hij? Wat vind je daarvan?
5. Ook Kadisha overschrijdt grenzen. Welke grenzen overschrijdt zij? Wat vind je daarvan?
 6. Herken je vooroordelen over vrouwen bij Reinier? Dat kan gaan over het gedrag of eigenschappen van vrouwen. Zo ja, welke vooroordelen zijn dat? Zijn deze vooroordelen positief of negatief, volgens jou?
 7. Kadisha heeft een baantje bij Reinier in de drogisterij. Wat zou jij doen, als je een baan had, en jouw baas gedroeg zich op dezelfde manier als Reinier? Wat kan Kadisha doen in zo’n situatie? Wat zijn haar mogelijkheden?
 
Reinier? Wat kan Kadisha doen in zo’n situatie? Wat zijn haar
mogelijkheden?

Slide 34 - Tekstslide

Studiemeter
STUDIEMETER / 3F /  STIJL/ 
SPREEKWOORDEN/ UITDRUKKINGEN/
SPREEKWOORDEN/UITDRUKKINGEN-BETEKENISSEN
BETEKENISSEN-SPREEKWOORDEN/ UITDRUKKINGEN



Slide 35 - Tekstslide