Oefeningen modale werkwoorden

Zet de woorden in goede volgorde.
goed
spreken 
Nederlands
hij
kan
1 / 11
volgende
Slide 1: Sleepvraag
NederlandsHoger onderwijs

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Zet de woorden in goede volgorde.
goed
spreken 
Nederlands
hij
kan

Slide 1 - Sleepvraag

Zet de woorden in goede volgorde.
nog
drinken 
koffie
wil
je
?

Slide 2 - Sleepvraag

Zet de woorden in goede volgorde.
hier
zijn
stil
je
moet

Slide 3 - Sleepvraag

Zet de woorden in goede volgorde.
hier
zitten 
niet
je
mag

Slide 4 - Sleepvraag

Zet de woorden in goede volgorde.
we
doen 
vandaag
wat
zullen
?

Slide 5 - Sleepvraag

Geef antwoord op de vraag: ga je morgen naar het feestje van Rita?

Slide 6 - Open vraag

Wat vraag je als je iets wil vragen aan de leerkracht?

Slide 7 - Open vraag

Wat vraagt de ober als hij een bestelling voor drinken komt opnemen?

Slide 8 - Open vraag

Wat betekent dit verkeersbord?

Slide 9 - Open vraag

Wat vraag je als je iemands hulp wilt? (mogelijkheid)

Slide 10 - Open vraag

Wat betekent dit bord?

Slide 11 - Open vraag