Future – Toekomende tijd

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Future

1. Als je zeker weet dat iets gaat gebeuren: will + hele werkwoord
–>The sun is shining. The snowman will melt.

2. Als het gaat om een aan te geven dat je iets van plan bent of iets wilt voorspellen: be going to
–> I am going to the cinema this evening.

Future

3. Als iets binnenkort gaat gebeuren. Het gaat dan om iets dat afgesproken is: be + ww +ing (present continuous)
–> I’m meeting James Potter at the station at 3 o’clock.
(James weet ook van onze afspraak; bij 'to be going to' zou het voor hem ook een verrassing kunnen zijn)