Interviewverslag schrijven

Lesopbouw
MySkills: kritisch naar jezelf kijken!
1. Terugblik vorige les 
2. Lesdoelen 
3. Voorkennis activeren
4. Instructie
5. Zelfstandig werken
6. Afsluiting (MySkills: aandacht voor je werkplek! Opruimen en stoelen aanschuiven)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesopbouw
MySkills: kritisch naar jezelf kijken!
1. Terugblik vorige les 
2. Lesdoelen 
3. Voorkennis activeren
4. Instructie
5. Zelfstandig werken
6. Afsluiting (MySkills: aandacht voor je werkplek! Opruimen en stoelen aanschuiven)

Slide 1 - Tekstslide

Lezen....
timer
10:00
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Interviewverslag schrijven

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen

•Ik kan de verschillen tussen een letterlijk- en een samenvattend interviewverslag benoemen.  
• Ik kan een samenvattend interviewverslag schrijven.
• Ik kan de vier manieren van citeren herkennen en toepassen.
• Ik kan interpunctie op de juiste manier toepassen in een tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Op welke twee manieren kun je een interviewverslag schrijven?

Slide 5 - Open vraag

Je schrijft de vragen en antwoorden letterlijk op.
A
samenvattend interviewverslag
B
letterlijk interviewverslag

Slide 6 - Quizvraag

Op de boerderij waar mijn opa woonde had hij geen eigen kamer zoals wij nu allemaal gewend zijn. Alle kinderen sliepen op zolder, op een zak met stro. Gelukkig heeft mijn opa geen hooikoorts. 'We hadden helemaal niks voor onszelf,' mompelt hij.
A
letterlijk interviewverslag
B
samenvattend interviewverslag

Slide 7 - Quizvraag

In een samenvattend interviewverslag vat je antwoorden samen en wissel je af met citaten van de geïnterviewde persoon.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Bekijk het volgende filmpje 
Zo moet het dus niet..... ;-)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Een interviewverslag schrijven
Je kunt op twee verschillende manieren een interviewverslag schrijven: 

* letterlijk interviewverslag 
* samenvattend interviewverslag

Slide 12 - Tekstslide

Letterlijk interviewverslag
Je schrijft de vragen en antwoorden letterlijk op. De vragen maak je vet en in de antwoorden laat je onbelangrijke dingen weg. 
voorbeeld: 
Opa, hoe ging u vroeger naar school? 
'We moesten gewoon lopend naar school natuurlijk, of het nu stormde, regende of sneeuwde. Er was een pad dwars door de weilanden heen. We liepen gewoon tussen de koeien. Onze schoenen zaten dus vaak onder de  stront en daarom moest ik ze dan op de gang laten staan.'

Slide 13 - Tekstslide

Samenvattend interviewverslag
Je laat de vragen weg. Antwoorden vat je samen in eigen woorden en wissel je af met citaten van de geïnterviewde persoon. 

Voorbeeld: 
Op de boerderij waar mijn opa woonde had hij geen eigen kamer zoals wij nu allemaal gewend zijn. Alle kinderen sliepen op zolder, op een zak met stro. Gelukkig heeft mijn opa geen hooikoorts. 'We hadden helemaal niks voor onszelf,' mompelt hij. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Citeren
Een citaat is een stukje tekst waarin je letterlijk opschrijft wat iemand heeft gezegd. Interpunctie (het gebruiken van leestekens) is hier heel belangrijk. Daarmee maak je duidelijk dat het niet jouw woorden zijn, maar die van een ander. 

Slide 16 - Tekstslide

4 manieren van citeren:

  1. Frank zegt: 'Bij mij zouden de lessen later beginnen.'
  2. 'Bij mij,' zegt Frank, 'zouden de lessen later beginnen.'
  3. 'Bij mij zouden de lessen later beginnen,' zegt Frank. 
  4. 'Bij mij zouden de lessen later beginnen.'

Slide 17 - Tekstslide

Afwisselen woordkeus
Als je een tekst schrijft, herhaal je niet te veel dezelfde woorden.

Je kunt herhaling vermijden door: 
- een synoniem: opa - grootvader; 
- een omschrijving: opa - de oude baas; 
- een verwijswoord: opa - hij 

Slide 18 - Tekstslide

Afwisselen van woordkeus
In plaats van zeggen of vertellen kun je in een interviewverslag ook schrijven: 

* vervolgens, aanduiden, toelichten, vinden, antwoorden 
'Het is natuurlijk een eer dat ik gevraagd ben', vervolgt / vindt / zegt / antwoordt Anita. 

Slide 19 - Tekstslide

Afwisselen van woordkeus
In plaats van zeggen of vertellen kun je in een interviewverslag ook schrijven: 

* mompelen, schreeuwen, fluisteren 
Hierdoor maak je duidelijk wat het gevoel is van de geïnterviewde.
'Het is natuurlijk een eer dat ik gevraagd ben', mompelt / fluistert / schreeuwt Anita.'

Slide 20 - Tekstslide

Afwisselen van woordkeus
In plaats van zeggen of vertellen kun je in een interviewverslag ook schrijven: 

* knikken, schateren, knipogen 
Hiermee maak je de tekst beeldend en persoonlijk. 
'Het is natuurlijk een eer dat ik gevraagd ben,' knikt / schatert / knipoogt Anita. 

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag!

Maak van  H2.6 Schrijven  blz. 75 opdr. 2a, 2b en 3
Klaar? Maken: alle andere paragrafen van hoofdstuk 1
Afspraken tijdens het zelfstandig werken: 
1. Als je iets niet snapt, mag je je schoudermaatje vragen. Doe dit zachtjes.
  1. Kom je er samen niet uit, dan steek je je vinger op. Je gaat ondertussen verder met de volgende opdracht. 
3.Tijdens mijn ‘service-rondje’ probeer ik je te helpen.
timer
20:00

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag!

Elkaars werk nakijken a.d.h. van de volgende punten:
1. Opbouw verslag blz. 34
2. Afvinklijst verslag blz. 36
3. Beoordelingsrubric interviewverslag blz. 78
Afspraken tijdens het zelfstandig werken: 
1. Als je iets niet snapt, mag je je schoudermaatje vragen. Doe dit zachtjes.
  1. Kom je er samen niet uit, dan steek je je vinger op. Je gaat ondertussen verder met de volgende opdracht. 
3.Tijdens mijn ‘service-rondje’ probeer ik je te helpen.
timer
20:00

Slide 23 - Tekstslide