Maandag 7 oktober werkwoorden paragraaf 2.1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Toetsregels

- Je bent stil tijdens de toets en ook daarna.

- Ben je klaar, dan leg je de toets op de kop op je tafel

- Je gaat daarna lezen in je leesboek. 

Vandaag

- Ik kan verschillende werkwoordsvormen herkennen in een zin (par. 2.1)

- Ik kan een scheidbaar werkwoord herkennen in een zin.

Even oefenen

Ik heb gehoord dat deze vereniging veel leden verwelkomt.

Het regent heel hard, maar ik heb een regenpak.

Even oefenen

Ik heb gehoord dat deze vereniging veel leden verwelkomt.

Het regent heel hard, maar ik heb een regenpak.

Even oefenen

In een gele Alfa Romeo/ is/ Karel /van Maastricht naar Groningen /gescheurd.

Even oefenen

De Rabobank heeft in het tweede kwartaal de winst zien toenemen.

Werkwoorden

Een werkwoord geeft aan dat er iets gebeurt in een zin, of dat er een bepaalde toestand is.

Iemand of iets doet iets of is iets.

Fietsen, wandelen, zwemmen....: iemand 

doet iets

(aanwezig) zijn: iemand is iets

Werkwoorden

Werkwoorden kunnen ook van vorm veranderen (van getal). Dus van enkelvoud naar meervoud en andersom.

Ik loop, wij lopen, wij hebben gelopen.

Ik verhuis, jullie verhuizen, ik ben verhuisd.

Werkwoorden

Er kan ook meer dan één werkwoord in de zin staan.

Ik ben blijven lopen.

Plenda!

Vrijdag 11 oktober

- Neem je C-boek mee en je handboek

- M. in Learnbeat: 2.1 B en C.

- L. handboek: paragraaf 2.1

Maandag 14 oktober

- Oefentoets: leer uit je hb paragraaf 2.1 en de stof van jaar 1 uit hf. 3 (behalve het naamwoordelijk gezegde).

Aan het werk

-Maken in Learnbeat: 2.1 B en C

Klaar?  Maak een keuze. 

Extra oefening: 2.1 E of 2.1 H

Verdieping: begin aan de plusopdrachten 2.1 F.