Mentorles 19 maart

Mededelingen

  • Docentenscan
  • plattegrond/ wissel
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mededelingen

  • Docentenscan
  • plattegrond/ wissel

Slide 1 - Tekstslide

Vragen voor coach
1. Hoe zijn mijn cijfers? Wat gaat goed, wat gaat minder?
2. Wat is de overgangsnorm voor 1Q naar 2Q?
3. Haal ik de overgangsnorm met deze cijfers?
4. Waarom wel/niet?
5. Hoe komt dat?
6. Wat is er nodig om over te gaan naar 2Q volgens jou en hoe ga je dat bereiken de rest van het schooljaar?

Zet de vragen en antwoorden in een google doc en stuur deze naar je coach.

Slide 2 - Tekstslide

Verdeling
Leerlingen thuis: LOS gesprek voorbereiden

Leerlingen op school:  LOS gesprek voorbereiden

Slide 3 - Tekstslide

LOS gesprek
  • onlinegesprekken 6 t/m 16 april
  • Bij voorkeur: maak een pptpresentatie/prezi en beantwoord de volgende vragen. 

Slide 4 - Tekstslide

LOS gesprek
1. Hoe gaat het met mijn cijfers?
2. Wat verwacht ik van komend schooljaar?
3. Hoe voel ik me in de klas? … vertel..
4. Welke vakken spreken je aan, en waarom (oriëntatie profielkeuze)
5. Zo ziet mijn toekomst er uit!
6. Ik vind QUEST fijn, omdat…
7. Ik vind QUEST niet zo fijn, omdat…
8. Wat zou ik willen veranderen, ik leg uit hoe..
9. waar ben je trots op? Wat is je grootste prestatie tot nu toe? 
10. Wat is een gekke eigenschap van je? En een goede? 

Slide 5 - Tekstslide

Filosofie

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Is dit een auto?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Is dit een auto?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Is dit een auto?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer is het nog een auto?

Slide 13 - Open vraag

Stel dat je iedere dag een uur kon vliegen, wat zou je dan doen?


Slide 14 - Open vraag

Stapel 1: Wie (mens of dier)

Stapel 2: Wat (voorwerp)

Stapel 3: Waar (locatie)


Pak steeds willekeurig uit iedere stapel een kaartje.

Je hebt dan bijvoorbeeld:

Kat-hark-wc

Wat hebben deze woorden met elkaar te maken?

Kun je een verhaaltje maken waardoor deze woorden met elkaar in verbinding komen?


Slide 15 - Tekstslide