3.5 Woordsoortbenoeming

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 3.5 Woordsoortbenoeming
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 122.

Huiswerk controle:

3.4 opdracht 7, 8 en 9

2. Lesdoelen

Aan het eind van deze les:

- weet je hoe je verschillende woorden moet benoemen

- weet je wat voorzetsels zijn 

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

Gijs, Jochem & Jamie

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Jessica, Niek, Jaysen & Krystian

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

n.v.t.

Verdiept arrangement:

Verdiept: Gijs, Jochem & Jamie

Huiswerk noteren + maken:

les: 3.5

blz: 122 en 123

opdr: 12, 13 & 14 

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Sleep de voorzetsels naar het groene vak.

VOORZETSELS

Door

de

drukte

op

straat

botste

de 

vrouw

tegen

iemand

aan

Ik ren naar beneden

Sleep het vinkje naar het voorzetsel

Ik loop vaak in de stad

Sleep het vinkje naar het voorzetsel

zelfstandige naamwoorden

De

schapen

lopen

in

de

wei

Mag

ik

jouw

fiets

lenen

Wie maakt wat:

3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:

les 3.5 opdracht 12, 13 en 14 op blz. 122/123.

De rest doet mee met de instructie.

4. Instructie

Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Voorzetsels (vz)

Voorzetsels zijn woorden die voor een lidwoord of zelfstandig naamwoord kunnen staan. Ze helpen om de precieze plaats, richting of tijd aan te geven.

Om erachter te komen of het een voorzetsel is, kun je het voor een zelfstandig naamwoord plaatsen, zoals: ... de kamer, ... de kast, ... de kooi. 

Een voorzetsel is nooit een los zinsdeel. 

Lidwoord (lw)

Er zijn drie lidwoorden:

- de

- het ('t)

- een ('n)

Zelfstandige naamwoorden (znw)

Woorden waar je een lidwoord voor kunt zetten, noem je zelfstandige naamwoorden (znw).

Namen zijn ook zelfstandige naamwoorden. Suzanne en Zwolle zijn dus zelfstandige naamwoorden.

Bijvoeglijk naamwoord (bnw)

Het bijvoeglijk naamwoord (bnw) 
zegt iets over het zelfstandig naamwoord. 

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Jessica, Niek, Jaysen & Krystian: jullie gaan zelfstandig les 3.5 opdracht 12, 13 en 14 op blz. 122/123.

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

Had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 14 (via lessonup)

Let op: niet alle woorden kunnen benoemd worden

lidwoord (lw)

zelfstandig naamwoord (znw)

bijvoeglijk naamwoord (bnw)

voorzetsel (vz)

werkwoord (ww)

De

uitvinder

van

de

telescoop

heeft

onze

kijk

op

het

heelal

behoorlijk

verandert

Let op: niet alle woorden kunnen benoemd worden

lidwoord (lw)

zelfstandig naamwoord (znw)

bijvoeglijk naamwoord (bnw)

voorzetsel (vz)

werkwoord (ww)

Veel

mensen

denken

dat

de

telescoop

werd

uitgevonden

door

de

Italiaanse

natuurkundige

Galilei

Let op: niet alle woorden kunnen benoemd worden

lidwoord (lw)

zelfstandig naamwoord (znw)

bijvoeglijk naamwoord (bnw)

voorzetsel (vz)

werkwoord (ww)

Maar

het

was

de

Nederlander

Lipperhey

uit

Middelburg

die

de

telescoop 

bedacht

Let op: niet alle woorden kunnen benoemd worden

lidwoord (lw)

zelfstandig naamwoord (znw)

bijvoeglijk naamwoord (bnw)

voorzetsel (vz)

werkwoord (ww)

Galilei

is

de

man

die

op

het

idee

kwam

een

telescoop 

te

richten

op

het

heelal

Let op: niet alle woorden kunnen benoemd worden

lidwoord (lw)

zelfstandig naamwoord (znw)

bijvoeglijk naamwoord (bnw)

voorzetsel (vz)

werkwoord (ww)

Dat

bleek

een

geweldig

idee

Let op: niet alle woorden kunnen benoemd worden

lidwoord (lw)

zelfstandig naamwoord (znw)

bijvoeglijk naamwoord (bnw)

voorzetsel (vz)

werkwoord (ww)

Zo

ontdekte

hij

de

grootste

manen

van

de

planeet

Jupiter

en

de

beroemde

ringen

van

Saturnus

6. Zelfstandig werken

Lees goed de gele stukjes theorie.

Je maakt 3.5 opdracht 12, 13 en 14 op blz. 122/123.

Ben je klaar? 

1. Nakijken en verbeteren

2. Lezen in een leesboek. 

 

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

Evaluatie leerdoelen: 

- weet je hoe je verschillende woorden moet benoemen

- weet je wat voorzetsels zijn 

8. Huiswerk & Toetsen

Huiswerk:

Donderdag 11 januari

3.5 opdracht 12, 13 en 14

 

Toetsen:

-