Thema 4 Hoofdstuk 4 schrijven

Thema 4 Hoofdstuk 4
Inhoud/doel:
- Aan het einde van de les ken je de theorie rondom zakelijke brieven/email en een betoog. Deze kennis kun je toepassen door zelf een betoog/mail te schrijven.

Instructie 15 min./30 min. zelfst. werken/5 min. huiswerk
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 Hoofdstuk 4
Inhoud/doel:
- Aan het einde van de les ken je de theorie rondom zakelijke brieven/email en een betoog. Deze kennis kun je toepassen door zelf een betoog/mail te schrijven.

Instructie 15 min./30 min. zelfst. werken/5 min. huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie 1: betoog voorbereiden
- standpunt bepalen
- Welke argumenten ga je gebruiken?
-Subjectief/objectief argument

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Theorie 2: tegenargument geven
-Bedenken: Welke tegenargumenten kan een kritische lezer inbrengen? 
-> ontkrachten (aantonen onjuistheid)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie 3: betoog schrijven
- Heb je alle info. verzameld? Kun je je betoog starten!
-Uitwerken alle argumenten; middenstuk (moeten je gedachtegang kunnen volgen)
-Dan pas inleiding/slot
-Inleiding: ondw/standpunt duidelijk maken (belangstelling wekken)
-Slot: conclusie/samenvatting/advies/aansporen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Betoog
  • Je geeft je mening 

  • Stelling nodig

  • Argumenten 
  • Duidelijke conclusie
  • Overtuigende tekst
  • De ander overtuig je     door jouw argumenten
  • Zin waarover je van mening kunt verschillen
  • Uitleg en voorbeeld geven
  • Conclusie in het slot

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak gebruik van signaalwoorden:

- Reden of argument: namelijk, immers, want, omdat

- Oorzaak-gevolg: doordat, daardoor, zodat, als gevolg van

- Tegenstelling: maar, toch, echter, enerzijds, daarentegen

- Samenvatting: kortom, al met al, met andere woorden

- Conclusie: dus, concluderend, samengevat

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een betoog heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen; nu heeft hij een flinke studievertraging opgelopen!

Wat is het argument in bovenstaande argumentatie?
A
Marcus heeft een flinke studievertraging opgelopen.
B
Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet een schrijver als hij als tekstdoel OVERTUIGEN heeft?
A
Hij legt uit en geeft vooral feiten
B
Hij probeert je een mening te geven met argumenten.
C
Hij probeert je te overtuigen iets te gaan doen.
D
Hij schrijft een tekst die je voor de gezelligheid kunt lezen.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een tegenargument weerlegt, dan ontkracht je het gegeven tegenargument en zeg je dus dat het tegenargument niet klopt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Theorie 4: zakelijke brief voorbereiden

- Aan wie schrijf je de brief? (wat weet de ontvanger al?)
- Wat wil je bereiken met de brief? (doel, wat verwacht je?)
- Welke informatie moet je geven om je doel te bereiken? (argumenten)






Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie 5: zakelijke brief schrijven

- In de eerste alinea beschrijf je kort de situatie (aanleiding/reden)
- In de volgende alinea’s licht je die situatie toe (argumenten, maak je duidelijk wat je wil, werkt punten uit voorbereiding uit en zet info. in logische volgorde ->aansluit
- In de laatste alinea sluit je af met 1/2 slotzinnen. (bedanken , reactie verwachten, of hopelijk genoeg info. gegeven

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie 6: vorm zakelijke brief/e-mail. 

- Zie studiereader 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen formeel en informeel?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Formeel

- zakelijk taalgebruik

- Vaktaal

- Vaak naar onbekenden

U
Informeel

- sociale taal

- Persoonlijk

- vrienden

Jij/je

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wij bieden u onze excuses aan voor het ongemak
A
formeel
B
informeel

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hallo, / Beste Ivo
A
formeel
B
informeel

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste volgorde van de zakelijke e-mail.
Emailadres
Onderwerpregel
Aanhef
Inleiding
Kern
Slot
Slotformule

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De opmaak
  • De opzet van een zakelijke e-mail ziet er als volgt uit:​
  • Onderwerp/subjectveld: Kort, bondig, maar specifiek genoeg ​
  • Aanhef: Formeel​​
  • Geachte heer/mevrouw,​​
  • Geen: Geachte heer O. van de Water, maar: Geachte heer Van de Water​​
  • Inleiding en Kern: 2-3 alinea’s (3-7 zinnen, zonder enter):​​
  • Reden waarom je schrijft. Inleiding = Aanleiding​​
  • De kern van je verhaal, wat moet er gedaan worden?​​
  • Eventuele toekomstige handelingen; wat je van de lezer verwacht, of welke actie jij gaat ondernemen en op welke termijn. ​​
  • Slotzin.​
  • Afsluiting:​​
  • Met vriendelijke groet,​​
  • Voornaam Achternaam​

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk:
Thema 4 hoofdstuk 4 schrijven
Theorie 1-6
Je maakt eindopdracht 1 en 2 (betoog/e-mail schrijven

Dit is voor 2 weken huiswerk!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je mag ook kiezen uit deze stellingen:
Gebruik 1 van onderstaande stellingen:
  • Leraren hebben een taak in de opvoeding.
  • Gewelddadige games moeten verboden worden.
  • Het maken van reclames voor alcohol moet worden verboden.
  • Alle energie moet voortaan zonne-energie zijn.
  • Nederland moet zich losmaken van de Europese Unie.
  • Appen op de fiets moet verboden worden. 
  • Middelbare scholieren moeten gratis gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer.
  • Abortus moet verboden worden.  
  • Iedereen moet orgaandonor zijn. 
  • De Nederlandse overheid moet de verkoop van tabakswaren verbieden.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies



Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Onlangs heb ik u gesproken over mijn wens stage te lopen bij Jongereninternaat Zorg en vrede in Paramaribo. U gaf toen aan dat u bezwaren hebt tegen de stage. Met deze brief hoop ik uw bezwaren weg te nemen en daarmee toestemming te krijgen om stage te lopen.

Slide 27 - Tekstslide

Duidelijk waarom de brief is opgesteld en wat de lezer kan verwachten in de rest van de brief. 

Het gaat om een e-mail dus overige conventies over adressen e.d. zijn nu niet van toepassing!!