5. Het strafrecht

Criminaliteit 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Criminaliteit 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvragen 5.1:
  • Wat zijn de uitgangspunten van het strafrecht
Begrippen:
  • Wet
  • ernst
  • situatie
  • overmacht/noodweer
  • achtergrond
  • persoonlijke eigenschappen, ontoerekeningsvatbaar, leeftijd, jeugdstrafrecht en adolescentie strafrecht 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strafrecht:
Alle regels en wetten over het straffen van mensen die de wet hebben overtreden. 

Je kunt alleen worden gestraft voor iets wat volgens de wet strafbaar is. De wet bepaalt per delict de maximumstraf

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet tonen van een identificatiebewijs:
A
€75
B
€90
C
€100
D
€120

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Valse identiteit opgeven:
A
€100
B
€200
C
€250
D
€400

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is duurder wildplassen of wildpoepen:
Wildplassen
Wildpoepen

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Dronken op de openbare weg bevinden:
A
€75
B
€100
C
€150
D
€200

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het feit dat je precies weet hoe hoog de maximumstraf is heeft te maken met:
A
Rechtsgelijkheid
B
Rechtszekerheid

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er wordt rekening gehouden met: 
1. Ernst > Er wordt rekening gehouden met de ernst van het delict. Overtredingen worden door een andere rechter behandeld dan misdrijven.
De straffen voor een ovtreding zijn minder hoog.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. de situatie >
Noodweer: zelfverdediging.
Overmacht: als je niet anders kan.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek en voorbeeld van noodweer en maak een printscreen:

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een eigen voorbeeld van een situatie waarin overmacht een rol speelt:

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Ontoerekeningsvatbaar:
De rechter houdt altijd rekening met de achtergrond en persoonlijke omstandigheden van de dader. Sommige mensen krijgen geen straf omdat ze op dat moment ontoerekeningsvatbaar zijn.
Je weet niet wat je doet. 

Drank & drugs: 
De rechter verklaart je wel schuldig als je alcohol of drugs gebruikt hebt.
Je weet wat de effecten kunnen zijn. 



Slide 14 - Tekstslide

https://www.rtlboulevard.nl/crime/video/5213184/jaymie-22-wordt-tijdens-lsd-trip-met-messteken-om-het-leven-gebracht

4. Leeftijd: 
  • Tot 12 niet vervolgd.
  • 12 t/m 18 jeugdstrafrecht:
(jeugddetentie/opvoedingsinrichting/onder toezichtstelling)
  • Adolecentie strafrecht: het is mogelijk om verdachte van 16 t/m 23 te berechten als jongere of als volwassene. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvragen 5.2:
  • Wat zijn de rechten van en verdachte tijdens het strafproces?
Begrippen:
  • Verjaren
  • Vrijsspraak
  • In hoger beroep gaan 
  • Inverzekeringstelling
  • Voorlopige hechtenis
  • Huis van Bewaring

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de rechten van een verdachte?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

(1) De verdachte...
  • ..is pas verdachte bij een redelijk vermoeden dat hij schuldig is aan een strafbaar feit.
  • ..heeft het recht te weten waar hij van wordt verdacht
  • ..heeft het recht op een advocaat (geen geld=gratis advocaat)
  • ..heeft het recht te zwijgen (moet zich wel identificeren)
  • ..mag maar beperkt worden vastgehouden
  • ..heeft recht op een eerlijk proces
  • ..heeft recht op rechtsbijstand en/of een tolk 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(2) De verdachte...
  • ..is onschuldig tot het tegendeel is bewezen en de rechter hem schuldig bevindt.
  • ..krijgt vrijspraak bij onvoldoende bewijs.
  • ..mag in hoger beroep gaan als hij het niet eens is met het vonnis van de rechter.
  • ..kan na een aantal jaren niet meer worden vervolgd. Dit heet verjaren, hangt af van de ernst van het misdrijf.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke dingen begrijp je nog niet!?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de volgende opdr.:
  • 12, 14, 15 en 16
  • begrippenlijst helemaal (pag. 62) 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies