Thema 2 Ecologie

ECOLOGIE
De ecologie bestudeert zowel de wisselwerking tussen organismen onderling, binnen populaties en levensgemeenschappen (de biotische milieufactoren), als de relaties van deze biologische eenheden met hun niet-biologische omgeving (de abiotische milieufactoren).
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

ECOLOGIE
De ecologie bestudeert zowel de wisselwerking tussen organismen onderling, binnen populaties en levensgemeenschappen (de biotische milieufactoren), als de relaties van deze biologische eenheden met hun niet-biologische omgeving (de abiotische milieufactoren).

Slide 1 - Tekstslide

voedselrelaties, voedselketens, koolstofkringloop, biotisch en abiotische factoren, biologisch evenwicht, aanpassingen van dieren en planten en de organisatieniveau's,

Slide 2 - Tekstslide

Kort thema ( kleine 3 weken)
1. eten en gegeten worden
2. piramiden
3. koolstofkringloop
4. populaties
5. aanpassingen bij dieren
6. aanpassingen bij planten

Slide 3 - Tekstslide

     Voedselketen

  • Een voedselketen begint altijd met een plant
  • Volgende in de keten is een planteneter
  • volgende in de keten is een vleeseter

Producenten: maakt organische stoffen uit anorganische stoffen (fotosynthese!)
consumenten: halen organische stoffen uit voedsel

Slide 4 - Tekstslide

Voedselweb
In een voedselweb komen verschillende voedselketens voor.

Slide 5 - Tekstslide

Producenten, consumenten & reducenten

Slide 6 - Tekstslide

Piramide van aantallen
Piramide van biomassa
(altijd piramidevorm)

Slide 7 - Tekstslide

Energie in een voedselketen
groei, verbranding, restanten.

Koe groeit, poept restanten uit, spuugt stukken gras uit.

Verlies van energie naar de volgende schakel.


Slide 8 - Tekstslide

Koolstofkringloop

Slide 9 - Tekstslide

Sommige stoffen raken nooit op..
worden keer op keer weer gebruikt.

CO2
mineralen
water 
 

Slide 10 - Tekstslide

Organisme gaat dood > Reducenten (bacterien en schimmels) eten de restanten op. Bij de verbranding  komt water + Co2  en mineralen vrij.

Deze stoffen worden weer gebruikt door planten en omgezet in glucose en zuurstof.
planten worden gegeten door dieren> planten gaan ooit dood, dieren gaan ooit dood > reducenten breken deze af tot.....
en zo gaat het maar door.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Populaties

Slide 13 - Tekstslide

Een populatie is een groep individuen in het zelfde gebied van dezelfde soort die zich met elkaar kunnen voortplanten.

Slide 14 - Tekstslide

Jullie zijn een populatie.
waardoor worden jullie beinvloedt?

Slide 15 - Tekstslide

abiotische invloeden
TL- licht (licht)
Tocht? (wind)
lek dak (neerslag)
kachel te warm (temperatuur)
benauwd (lucht)
vieze vloer (zand)

Biotische factoren
ontbijt gehad, eten in je tas? (voedselaanbod)
iemand luizen? wormpjes? (parasieten)
geen last van(Predatie)
boom voor het raam, hierdoor geen zon in je ogen (bescherming door vegetatie)
Als het goed is nog niet nodig (nestgelegenheid)
beetje ziekjes? (ziektewerwekkers bacterien)
jeuk aan je teen? (schimmels)


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Populaties in hetzelfde samenlevingsgebied noem je een levensgemeenschap

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Populatiegroote/optimum
Veel konijnen = komen er meer vossen



 hierdoor minder konijnen & uiteindelijk
 ook weer minder vossen.

Slide 20 - Tekstslide