Wiskunde: Antwoorden les 4

Les 4
NAKIJKEN
Je bent klaar met het maken van de opdrachten van Les 1. Top!

Ik heb jullie werk nagekeken en nu is het belangrijk dat jullie dit zelf ook goed gaan doen.

Kijk jouw antwoorden goed na. 
Heb je een fout die je niet begrijpten, neem dan contact op met mevr. Thijs
 

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 4
NAKIJKEN
Je bent klaar met het maken van de opdrachten van Les 1. Top!

Ik heb jullie werk nagekeken en nu is het belangrijk dat jullie dit zelf ook goed gaan doen.

Kijk jouw antwoorden goed na. 
Heb je een fout die je niet begrijpten, neem dan contact op met mevr. Thijs
 

Slide 1 - Tekstslide

Testje
ANTWOORDEN

Let er ook op dat je de berekening goed hebt opegeschreven.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 1
Samantha heeft een vakantiebaan bij een tuinder. Ze verdient € 4,50 per uur.
 Samantha krijgt ook € 10, - vakantiegeld. Ze berekent haar loon met de pijlenketting.

Hoeveel verdient ze als ze 8 uren werkt?


Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 2 
Jannie heeft een abonnement van € 60,- voor het zwembad. Een toegangskaartje kost Jannie dan nog maar € 2,-.
Met de formule 
  60 + aantal keer zwemmen x 2 = kosten
rekent zij uit hoeveel de totale kosten zijn.
 
Hoeveel moet Jannie betalen als ze 11 keer gaat zwemmen?

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 3
Maak bij de formule een pijlenketting.

aantal foto's x 0,25 + 1,50 = kosten

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 4
Hoe maak je een pijlenketting bij een formule?
Maak de zin af:
  Zet de woorden uit de formule ...................................
  Zet boven de pijlen ...........................................

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 5
Maak pijlenkettingen bij de formules.

1.       10 + 7 x uren = kosten
2.       uren x 10 + 7 = kosten
       3.      uren x 7 + 10 = kosten      4.     7 + 10 x uren = kosten    

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 6
Welke formules van vraag 5 zijn gelijk?

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 7
Maak de omgekeerde pijlenketting bij de pijlenkettingen. 

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 8

Slide 10 - Tekstslide

Ronde 8 
ANTWOORDEN





Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 9
Kim wil een laptop van € 525,- kopen. Zij besluit om € 15,- per week te gaan sparen. Ze gebruikt de formule
75 + 15 x aantal weken = spaarbedrag

Bereken het spaarbedrag als zij
 10 weken heeft gespaard. 

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 10
75 + 15 x aantal weken = spaarbedrag

Maak een pijlenketting en een omgekeerde pijlenketting bij de formule.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 11
Gebruik de omgekeerde pijlenketting uit de vorige opdracht.

Bereken hoeveel weken Kim moet sparen om de laptop van € 525,- te kunnen kopen?

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 12
 Inez koopt een snoeppot van € 5,-. Zij vult de pot met snoep. Bij het totale bedrag hoort de formule
aantal gram x 0,06 + 5 = bedrag. 

Bereken het bedrag als Inez 25 gram snoep koopt.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 13
aantal gram x 0,06 + 5 = bedrag. 

Maak een pijlenketting en een omgekeerde pijlenketting bij de formule.


Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 14
Gebruik de omgekeerde pijlenketting uit de vorige opdracht.

Inez geeft voor de pot met snoep
 € 8,- uit.
 Bereken hoeveel gram snoep er in de pot zit.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 15
 Ilse verkoopt bakjes met fruit.
 Haar winst kunt je berekenen met de formule 
aantal bakjes x 2,50 – 40 = winst

 Bereken de winst als zij 25 bakjes fruit verkoopt.
er in de pot zit.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 16
aantal bakjes x 2,50 – 40 = winst

Maak een pijlenketting en een omgekeerde pijlenketting bij de formule.

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 17
Gebruik de omgekeerde pijlenketting uit de vorige opdracht.

Bereken het aantal bakjes fruit dat Ilse heeft verkocht als zij een winst van
€ 67,50 heeft. 

Slide 20 - Tekstslide

LET OP!
App mevr. Thijs als je les 4 hebt nagekeken.

Laat haar weten of je alles begrijpt of dat je nog vragen hebt.

Slide 21 - Tekstslide