,

oefenen met present simple

oefenen
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

oefenen

Slide 1 - Tekstslide

In deze les gaan we:
  1. herhalen wat Present Simple is;
  2. Woorden oefenen die we in les 2.1 hebben gehad;
  3. Leren we over Much en many. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de
Present Simple ?
meerdere antwoorden
A
Als iets een feit is.
B
Als iets regelmatig gebeurt.
C
Als iets een gewoonte is.
D
Als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.

Slide 5 - Quizvraag

We are going to repeat the grammer
present simple
read page 14 of your textbook.

Slide 6 - Tekstslide

We are going to repeat the grammer
present simple
read page 14 of your textbook.

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent de SHIT-regel ?
A
strange, hideous, irrelevant teacher
B
She, he, it -> WW+s
C
She, he, it -> ww+ed
D
She, he, it -> WW+ing

Slide 8 - Quizvraag

+ Bevestigende zin: ww (denk aan shit-regel)
- ontkennende zin: do/does + not +ww
? vragende zin: do/does vooraan de zin +ww
Flash forward....
you will learn this in the coming lessons

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

present simple
+ (to teach) -> The teachers ..... English.

Slide 11 - Open vraag

present simple
+ (to teach) -> She ..... English.

Slide 12 - Open vraag

present simple
+(to teach) -> Miss Pollard ..... English.

Slide 13 - Open vraag

present simple
+ (to cry) -> The baby ..... .

Slide 14 - Open vraag

present simple
+ (to walk) -> The super star ..... on the red carpet.

Slide 15 - Open vraag

Staat deze zin in de Present simple?
A
Ja
B
Nee
C

Slide 16 - Quizvraag

Staat deze zin in de Present simple?
A
Ja
B
Nee
C

Slide 17 - Quizvraag

Present Simple
Zijn = be
Ik ben gelukkig = I am happy
                                 = you are happy
                                 = he/she/it is happy
                                 = we/you/ They are happy
                               

Slide 18 - Tekstslide

present simple
Ik ben


Slide 19 - Open vraag

present simple
zij zijn


Slide 20 - Open vraag

Present simple
Hij is vroeg
A
I am early
B
they are early
C
he is early
D
it is early

Slide 21 - Quizvraag

Present simple
zij is lief
A
I am sweet
B
they are sweet
C
he is sweet
D
she is sweet

Slide 22 - Quizvraag

miss
A
missen
B
ooit
C
ondersteboven
D
klimmen

Slide 23 - Quizvraag

ever
A
missen
B
ooit
C
ondersteboven
D
klimmen

Slide 24 - Quizvraag

upside down
A
draaien
B
eindigen
C
ondersteboven
D
klimmen

Slide 25 - Quizvraag

finish
A
draaien
B
eindigen
C
ondersteboven
D
klimmen

Slide 26 - Quizvraag

climb
A
draaien
B
eindigen
C
draad
D
klimmen

Slide 27 - Quizvraag

wire
A
draaien
B
eindigen
C
draad
D
klimmen

Slide 28 - Quizvraag

turn
A
draaien
B
eindigen
C
draad
D
klimmen

Slide 29 - Quizvraag

vertaling van:
wiel

Slide 30 - Open vraag

vertaling van:
eng

Slide 31 - Open vraag

vertaling van:
audience

Slide 32 - Open vraag

vertaling van:
noise

Slide 33 - Open vraag

vertaling van:
suddenly

Slide 34 - Open vraag

vertaling van:
smoke

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Much or many?
_____ postcards
A
Much
B
Many

Slide 39 - Quizvraag

Much or many?
_____ food
A
Much
B
Many

Slide 40 - Quizvraag

Much or many?
Children
A
much
B
many

Slide 41 - Quizvraag

Much or many?
____ information
A
Much
B
Many

Slide 42 - Quizvraag

Much or many?
boys
A
much
B
many

Slide 43 - Quizvraag

Much or many?
_____ money
A
Much
B
Many

Slide 44 - Quizvraag

Much or many?
tomatoes
A
much
B
many

Slide 45 - Quizvraag

Much or many?
secrets
A
much
B
many

Slide 46 - Quizvraag

Much or many?
boys
A
much
B
many

Slide 47 - Quizvraag

Much or many?
traffic
A
much
B
many

Slide 48 - Quizvraag

Much or many?
potatoes
A
much
B
many

Slide 49 - Quizvraag

Maken
Oefening 6, 7 en 8

Slide 50 - Tekstslide