Hoofdstuk 4 - Doorstroom: opleiden en ontwikkelen

Hoofdstuk 4
Doorstroom: opleiden en ontwikkelen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
PersoneelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4
Doorstroom: opleiden en ontwikkelen

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij opleiden en ontwikkelen?

Slide 2 - Woordweb

4.1 Opleiden en ontwikkelen in organisaties

Slide 3 - Tekstslide

Opleidingsnoodzaak

Wanneer het noodzakelijk is dat een medewerker een opleiding volgt. De medewerker weet of kan dan niet alles wat hij moet weten of kunnen om zijn huidige functie nu (of toekomst) uit te voeren.



Slide 4 - Tekstslide

Opleidingsbehoefte
De medewerker wil graag zelf een opleiding volgen.
Bijvoorbeeld: 
  • Voor zijn eigen persoonlijke ontwikkeling (loopbaan)
  • Kans op doorstroom te vergroten

Wordt vaak besproken in functionerings- en loopbaangesprekken.

Slide 5 - Tekstslide

4.2 Medewerkers opleiden
Intern opleiden: Opleiden binnen je eigen organisatie

Voordelen:
Eenvoudig te organiseren, goedkoper, etc.
Nadelen:
Meestal geen erkend diploma, interne opleider is niet altijd een goede trainer, niet altijd de meest actuele informatie aanwezig.

Slide 6 - Tekstslide

Extern opleiden
Voordelen:
  • Opleidingsinstituut is gespecialiseerd.

  • Medewerker komen in contact met andere organisaties waardoor zij ervaringen/inzichten kunnen uitwisselen.

  • Meestal een diploma/certificaat
Extern opleiden
Nadelen:
  • Trainers van opleidingsinstituut kennen jouw organisatie niet van binnen.

  • Niet altijd laten opleiden op het moment dat jou uitkomt. Je moet aansluiten bij planning van het opleidingsintituut.

Slide 7 - Tekstslide

4.3 Opleidingsactiviteiten

Slide 8 - Tekstslide

4.4 Opleidingsplan
Functie en doel opleidingsplan: 
Opleidingsbehoefte en opleidingsnoodzaak in kaart brengen van jouw organisatie

Slide 9 - Tekstslide

Strategische functie

Geeft inzicht in de opleidingsbehoeften en - noodzaak en de mogelijkheden. Hierdoor kun je als leidinggevende onderbouwde keuzes maken voor opleidingsactiviteiten.
Praktische functie

In het plan staat een gedetailleerde planning van de opleidingsactiviteiten die het komende jaar gaan plaatsvinden.

Slide 10 - Tekstslide

4.5 Opleidingsplan uitvoeren
  1. Leerdoelen bepalen met medewerker
  2. Medewerker gaat de opleidingsactiviteit uitvoeren
  3. Nieuwe kennis/vaardigheden in de praktijk brengen
  4. Evalueren, was het opleiden effectief?

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent opleidingsnoodzaak?

Medewerker kan
A
niet overleggen terwijl hij dat wel wilt
B
zijn functie niet goed uitvoeren
C
een opleiding volgen en krijgt hier geen recht op
D
het noodzakelijk vinden dat hij opgeleid wilt worden

Slide 12 - Quizvraag

Op welke momenten zou een organisatie te maken krijgen met opleidingsnoodzaak?

Slide 13 - Open vraag

Opleidingsnoodzaak en opleidingsbehoefte van medewerkers hebben niet met elkaar te maken
A
Eens
B
Oneens

Slide 14 - Quizvraag

Hoe zou opleidingsnoodzaak en opleidingsbehoefte tegelijkertijd kunnen optreden bij een medewerker?

Slide 15 - Open vraag

Wat zijn voordelen voor de organisatie van een opleidingsplan?

Slide 16 - Open vraag

Opdracht
Zoek in 5 minuten:
-Welke opleidingsactiviteit jij zou kunnen uitvoeren bij jouw huidige werkzaamheden
- En zorg dat je kan beargumenteren of je te maken hebt met opleidingsbehoefte of opleidingsnoodzaak

Slide 17 - Tekstslide