Herhaling leerstof 1ste trimester voor examens 3&4 EMT

Herhaling leerstof 1ste trimester voor examens 3&4 EMT
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
ElektriciteitSecundair onderwijs

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Herhaling leerstof 1ste trimester voor examens 3&4 EMT

Slide 1 - Tekstslide

Wat is elektrische stroom?

Slide 2 - Tekstslide

Typ maximaal woorden die jij spontaan linkt aan "elektrische stroom"

Slide 3 - Woordweb

3

Slide 4 - Video

00:59
Wat zweven er rond de kern van de atomen?
A
Neutronen
B
Protonen
C
Elektronen
D
Ionen

Slide 5 - Quizvraag

02:00
Wat is elektriciteit?
A
Elektronen die rond de kern draaien
B
Elektronen die bewegen van de ene naar de andere atoom
C
Protonen die elektronen aantrekken
D
Neutronen die protonen afstoten

Slide 6 - Quizvraag

04:23
Hoe noemen we de stroom die van PLUS naar MIN loopt?
A
Geconditioneerde stroomzin
B
Elektronenstroom
C
Omgekeerde stroomzin
D
Conventionele Stroomzin

Slide 7 - Quizvraag

Glas
Hout
IJzer
Aluminium
Koper
Plastiek
Grafiet
Papier
Goud
Silicium
Rubber
Geleider
Isolator
Halfgeleider

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Typ 3 woorden die bij je opkomen als je "gesloten stroomkring" hoort.

Slide 10 - Woordweb

Kaartspel

Slide 11 - Tekstslide

Stelling 1
Elektrische schema's worden gebruikt om de stroomzin aan te duiden.

Slide 12 - Tekstslide

Stelling 2
Stroom is het gevolg van de spanning.

Slide 13 - Tekstslide

Stelling 3
De grootheid van stroomsterkte wordt uitgedrukt door de eenheid Ohm.

Slide 14 - Tekstslide

Stelling 4
De weerstand daalt wanneer een draad dunner wordt.

Slide 15 - Tekstslide

Stelling 5
De weerstand daalt wanneer een draad dunner wordt.

Slide 16 - Tekstslide

Individuele oefening 1 en 2

Slide 17 - Tekstslide


Welke figuren duiden de stroomzin juist aan?
A
A en B
B
C en D
C
A en C
D
B en D

Slide 18 - Quizvraag

De wet van Pouillet
Kleurencode van weerstanden

Slide 19 - Tekstslide

Typ een woord dat bij je opkomt zodra je weerstand hoort.

Slide 20 - Woordweb

Kaartspel

Slide 21 - Tekstslide

Stelling 1
Als een geleider langer wordt, daalt de weerstand.

Slide 22 - Tekstslide

Stelling 2
Een dikkere draad heeft minder weerstand.

Slide 23 - Tekstslide

Stelling 3
Soortelijke weerstand (Rho) is een materiaaleigenschap

Slide 24 - Tekstslide

Stelling 4
Als A halveert, halveert R ook.

Slide 25 - Tekstslide

Stelling 5
Koper heeft een hogere soortelijke weerstand dan ijzer

Slide 26 - Tekstslide

Individuele oefeningen

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Als 3 batterijen van 9V in parallel worden geschakeld, is de totale spanning...
A
9V
B
12V
C
36V
D
27V

Slide 31 - Quizvraag

Welke van de volgende energiebronnen is geen spanningsbron?
A
Batterij
B
Zonnecel
C
Gelijkstroomgenerator
D
Benzine

Slide 32 - Quizvraag

Welke uitspraak is fout?
A
Zelfs goede geleiders hebben enige weerstand
B
Weerstand is een ander woord voor geleiding
C
Isolatoren hebben een grote weerstand
D
Hoe beter de geleiding is, des te lager is de weerstand

Slide 33 - Quizvraag

Spanning veroorzaakt in een gesloten elektrische kring:
A
Spanning
B
Geleiding
C
Weerstand
D
Stroom

Slide 34 - Quizvraag

Als 3 batterijen van 9V in serie worden geschakeld, is de totale spanning...
A
9V
B
12V
C
36V
D
27V

Slide 35 - Quizvraag

Als een zaklantaarn brandt totdat de batterij "leeg" is, dan is...
A
de spanning verdwenen.
B
de chemische werking gestopt.
C
de stroomkring onderbroken.
D
de weerstand van de verbruiker te groot geworden.

Slide 36 - Quizvraag

De grootheid stroomsterkte wordt uitgedrukt door de eenheid...
A
ampére
B
meter
C
volt
D
ohm

Slide 37 - Quizvraag

De grootheid spanning wordt uitgedrukt door de eenheid...
A
ampére
B
meter
C
volt
D
ohm

Slide 38 - Quizvraag

De eenheid van weerstand is...
A
volt
B
ampére
C
ohm
D
meter

Slide 39 - Quizvraag

Wat betekent de letter A in de formule van Pouillet
A
Warmte van het metaal
B
Soortelijke weerstand
C
oppervlakte
D
lengte van de geleider

Slide 40 - Quizvraag

Welke fout of misvatting begrijp je nu beter dan vóór deze les?

Slide 41 - Open vraag

Hoe zeker voel je je nu over deze leerstof?

Slide 42 - Open vraag