13/11

• Nederlands
• Middelbare school

VANDAAG:

- Uitleg Taalverzorging: samengestelde zinnen

- Zelf werken

SAMENGESTELDE ZINNEN

SAMENGESTELDE ZIN 

= 

EEN ZIN MET 2 OF MEER PERSOONSVORMEN

VOORBEELD:

Marloes neemt drinken mee en Levi zorgt voor de broodjes. 

Hoe weet ik of een zin samengesteld is?

--> verander de zin van tijd

VOORBEELD:

Ik maak mij huiswerk, terwijl ik naar Spotify luister.

Ik maakte mijn huiswerk, terwijl ik naar Spotify luisterde.

Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis.

Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis.

Omdat mijn fietsband lek was, liep ik naar huis.

Om twee zinnen aan elkaar te kunnen plakken, gebruik je een voegwoord. 

VOORBEELD:

Marloes neemt drinken mee. Levi zorgt voor de broodjes.

Marloes neemt drinken mee en Levi zorgt voor de broodjes. 

In de dierentuin was geen dier te zien. Ze sliepen allemaal.

In de dierentuin was geen dier te zien, omdat ze allemaal sliepen.

Maak een samengestelde zin.

Hij liep naar huis. Zijn band was lek.

Maak een samengestelde zin.
Morgen kan ik niet naar school. Ik moet naar het ziekenhuis.

Maak een samengestelde zin.
Ze heeft een slecht cijfer voor haar toets. Ze moet beter gaan leren.

Om twee zinnen samen te stellen tot één zin gebruik je dus een: VOEGWOORD. 

ZELF AAN HET WERK

1. Juf checkt: hoe ver ben je?

2. Morgen af: Taalverzorging paragraaf 1 t/m 3

Klaar? Maak online: 'extra opdrachten' taalverzorging formuleren, grammatica en spelling

HUISWERK

Hoofdstuk 2, Taalverzorging: paragraaf 1 t/m 3 af