kahoot boordelen en toetsen OWK

Een toelatingstoets voor een opleiding is een:
A
Summatieve toets
B
Eind toets
C
Formatieve toets
D
Meerkeuze toets
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
onderwijskundeHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Een toelatingstoets voor een opleiding is een:
A
Summatieve toets
B
Eind toets
C
Formatieve toets
D
Meerkeuze toets

Slide 1 - Quizvraag


Dichotomie is:
A
het beoordelen alleen van voldoende en onvoldoende
B
het transparant weergeven van cijfers voor de validiteit
C
een methodiek om gedichten onbevooroordeeld te toetsen
D
een van de drie elementen van het triangulatiemodel van Dochy

Slide 2 - Quizvraag

Om op Knows-niveau te toetsen kun het beste gebruik maken van:
A
opstel
B
open vraagvorm
C
Invulvragen
D
gesloten vraagvorm

Slide 3 - Quizvraag

Van Holistische rubrics kun je stellen dat:
A
Ze vaak toegepast worden in de psychologische vakgebieden.
B
Er veel apparatuur voor het toetsen gebruikt moet worden.
C
Complexe vaardigheden worden als een geheel beoordeeld.
D
Ze alleen gebruikt kunnen worden voor eenvoudigere handelingen.

Slide 4 - Quizvraag

Relatieve cesuur is:
A
cijfer op basis van een boordelingsmatrix
B
gevoelige vragen kunnen uit de toets gehaald worden
C
overleg kan plaatsvinden tussen leraar en leerling over het eindcijfer
D
cijfer op basis van de groepsuitslag

Slide 5 - Quizvraag

De inspectie voor het onderwijs helpt actief mee in het ontwikkelen van MBO examens.
A
Waar
B
Niet waar
C
Alleen in nood-gevallen
D
Alleen bij nieuwe opleidingen

Slide 6 - Quizvraag

CPE staat voor:
A
Centraal Proef Examen
B
Continue Praktijk Evolutie
C
Centraal Praktijk Examen
D
Coöperatieve Peer Evaluatie

Slide 7 - Quizvraag

Driefasen model staat voor:
A
vertellen en voordoen, activeren en overlaten
B
luisteren, activeren en verwerken
C
oefenen, toepassen en activeren
D
laten doen, toepassen en activeren

Slide 8 - Quizvraag


Chunking is:

A
Gedragsmethodiek uit de jaren 80
B
Een methodiek om leerlingen bij de les te houden
C
Het her-coderen van delen om er een geheel van te maken
D
Het opdelen van lesstof om overzicht te creëren.

Slide 9 - Quizvraag

Mnemonische techniek is:
A
Een geloofsgemeenschap met interessante leer- theorieën
B
Een beoordelingstest op relationele basis
C
Een leerstrategie gebaseerd op het zintuigelijk geheugen
D
Mooi woord voor een ezelsbruggetje

Slide 10 - Quizvraag

Metacognitie betekent:
A
Weten wat je wel/niet al weet of kunt
B
Nadenken over het eigen nadenken
C
A en B zijn beide juist
D
Faciliterend nadenken

Slide 11 - Quizvraag

De drie soorten functies van een toets
A
selectie identificatie formule
B
selectie kwalificatie leermiddel
C
identificatie formatie kwalificatie
D
selectie leermiddel integratie

Slide 12 - Quizvraag

Interiorisatie is
A
Binnen een school afstemmen van de leer-strategieën
B
Een vervelend woord wat niets met onderwijskunde te maken heeft
C
Het leren door het van binnen eigen te maken
D
Wanneer het interieur van een gebouw mede bepalend is voor de Leer-resultaten

Slide 13 - Quizvraag

Constructivisme gaat ervan uit dat:
A
Leraren zorgen voor een duidelijk constructief kader om te leren
B
Het onderwijs voorziet in een goed geconstrueerd leertraject
C
Alleen technische opleidingen baat hebben bij deze leertheorie
D
Leerlingen hun eigen nieuwe kennis construeren

Slide 14 - Quizvraag