Thema 2 De bloedsomloop B2 De bloedsomloop

Thema 3: De bloedsomloop
B2: De bloedsomloop
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 3: De bloedsomloop
B2: De bloedsomloop

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
  • je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
  • Je kunt in  het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
  • Je kunt de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 2 - Tekstslide

Bloedvaten?

Slide 3 - Woordweb

bloedvaten

Slide 4 - Tekstslide

3 soorten bloedvaten
Slagaders:
Transport bloed van hart af.
Haarvaten
Bloed stroomt hiermee door organen.
Aders:
Transport bloed naar hart toe.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slagaders

Het hart pomp bloed in de slagaders. Door de slagaders stroomt het bloed weg van het hart naar de organen toe. De hartkamers pompen het bloed met kracht weg. De bloeddruk in de slagaders is daardoor hoog. De wanden van de slagaders zijn dan ook dik, stevig en elastisch.
Als het hart bloed in de slagaders perst, zetten de slagaders uit. Daarnaar veren ze weer terug. Dat kun je bijvoorbeeld voelen aan je pols (de polsslag). In de polsen ligt een slagader vlak onder de huid. De meeste slagaders liggen dieper in het lichaam. Daardoor worden ze niet zo gauw beschadigd. 

Slide 7 - Tekstslide

Haarvaten
In de organen vertakken de slagaders zich in steeds fijnere bloedvaten. Hierbij wordt de wand van de bloedvaten steeds dunner. Als de wand van de bloedvaten niet meer één cellaag dik is, spreken we van haarvaten. In de haarvaten neemt de bloeddruk sterk af. Door de dunne wand van de haarvaten kan vocht met zuurstfo en voedingsstoffen de haarvaten verlaten naar de cellen toe. De cellen verbruiken zuurstof en voedingsstoffen bij de verbranding. Daarbij komen koolstofdioxide en andere afvalstoffen vrij. Vocht met koolstofdioxide en andere afvalstoffen kan door de dunne wand in de haarvaten terechtkomen.

Slide 8 - Tekstslide

Aders
Door de aders stroomt bloed van de organen terug naar het hart. De bloeddruk in de aders is laag. De wanden van de aders zijn dunner en minder elastisch dan die van de slagaders. In de aders is geen 'slag' meer merkbaar. De aders liggen meestal minder diep in het lichaam. Je kunt ze op je handen zien als blauwe strepen. 
Het hart zuigt bloed uit de aders terug. Veel aders bevatten kleppen, vooral de aders in armen en benen. De aderkleppen laten het bloed slechts één richting door. Hierdoor helpen de kleppen mee het bloed terug te voeren naar het hart. Ze voorkomen dat het bloed terugstroomt naar de organen. 

Slide 9 - Tekstslide

Uitzondering: de poortader
De 'poortader' is een uitzondering. 
 Door de poortader stroomt bloed van de dunne darm, maag en dikke darm naar de lever. 

Het bloed in de poortader is zuurstofarm omdat er al zuurstof verbruikt is door de dunne darm. 
Het bloed is wel rijk aan voedingsstoffen. 

Slide 10 - Tekstslide

Namen bloedvaten
Slagaders worden bijna altijd vernoemt naar het orgaan waar het naar toestroomt. Aders worden bijna altijd vernoemd naar het orgaan waarvan ze van af lopen. Waneer je weet dat het bloed van het hart afkomt, dan is het altijd een slagader.

Slide 11 - Tekstslide

Met welk bloedvat(en) kan de polsslag
worden opgenomen?
A
Alleen van de ader
B
Alleen van de slagader
C
Zowel van de ader als de slagader

Slide 12 - Quizvraag

Bij deze afwijking ontbreken de bloedvaten die in de afbeelding met de letter P zijn aangegeven.
- Hoe heten deze bloedvaten?

Slide 13 - Open vraag

In de afbeelding zijn een doorsnede van een ader en van een slagader schematisch getekend. In welk figuur is een ader getekend? Leg je antwoord uit.

Slide 14 - Open vraag

Deze bloedvaten hebben kleppen:
A
slagaders
B
haarvaten
C
aders

Slide 15 - Quizvraag

Waarom hebben aders kleppen?

Slide 16 - Open vraag

Een bloedvat voert bloed van de aorta naar de lever. Wat is de naam van dit bloedvat?
A
leverslagaders
B
poortader
C
leveraders
D
haarvat

Slide 17 - Quizvraag

Slagaders
Aders
1. Het bloed stroomt
2. De bloeddruk is 
3. De wand is
4. De 'slag' is
5. Ze liggen meestal
6. Kleppen zijn
Slagaders of aders?

Sleep de stukjes tekst naar de juiste plaats.
Merkbaar
Laag
Dunner
Aanwezig
Hoog
Naar het hart toe
Dik, stevig en elastisch
Dieper in het lichaam
Niet aanwezig
Niet merkbaar
Van het hart weg
Minder diep in het lichaam

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Video

Goed om te weten

- zuurstofarm bloed = op plaatjes altijd blauw gekleurd
- zuurstofrijk bloed = op plaatjes altijd rood gekleurd. 

- Bloedvaten die van het hart aflopen zijn altijd slagaders.
- Bloedvaten die naar het hart toelopen zijn altijd aders.

rechterhelft 
linkerhelft

Slide 20 - Tekstslide

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop
+
Grote bloedsomloop
=
dubbele bloedsomloop

Slide 21 - Tekstslide

De bloedsomloop
Kleine bloedsomloop: De rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed naar de linkerhelft van het hart.

Grote bloedsomloop: van de linkerhelft van het hart wordt het bloed het hele lichaam doorgepompt en weer terug naar de rechterhelft van het hart. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

De dubbele bloedsomloop bij de mens



Sterk versimpeld!

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 27 - Open vraag