1.1: organismen

Organen en cellen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Organen en cellen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

Uitleg basisstof 1.1
Quiz
Huiswerk maken

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
-Ik kan negen levenskenmerken van organismen noemen
- Ik kan de levensfasen van de mens noemen met de gemiddelde leeftijden en voorbeelden van ontwikkeling geven. 

Tip: maak onder de les aantekeningen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

organisme = levend wezen

Bacteriën, schimmels, planten, dieren

Iets leeft als het levenskenmerken heeft

Slide 5 - Tekstslide

Levenskenmerken
  1. Ademhalen
  2. Voortplanten
  3. Uitscheiden
  4. Reageren op prikkels
  5. Voeden
  6. Groeien
  7. Ontwikkelen
  8. Bewegen
  9. Stofwisseling

Slide 6 - Tekstslide

Lichamelijke en geestelijke groei

Het groter en zwaarder worden van een organisme. 

Alle organismen groeien, maar soms zie je dat bijna niet.  
Lichamelijke en geestelijke ontwikkeling

Veranderingen in de bouw van een organisme.
Het kikkervisje had eerst nog geen poten, later wel.


Slide 7 - Tekstslide

Stofwisseling
Stoffen die je binnenkrijgt, worden omgezet in andere stoffen. Dit heet stofwisseling. 3 levenskenmerken:
1) voeden. Bij verbranden van voedingstoffen komt energie vrij. 
2) Ademhalen: voor verbranding is zuurstof nodig
3) Uitscheiden:  Nuttige stoffen worden omgezet in afvalstoffen. Deze kwijtraken is uitscheiden. longen --> CO2; nieren--> boel andere afvalstoffen. 

Slide 8 - Tekstslide

Levensfasen
Mensenleven heeft 8 stappen   levensfasen

Ontwikkeling: de veranderingen in elke levensfase

Lichamelijke ontwikkeling
groeien, lopen, fietsen

Geestelijke ontwikkeling
verstand ontwikkelelt: leren praten en lezen

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een levenskenmerk?
A
Ademhalen
B
Praten
C
Verliefd zijn
D
Uit eten gaan

Slide 10 - Quizvraag

Plassen is een levenskenmerk, het levenskenmerk wat hierbij hoort is:
A
Voeding
B
Ademhaling
C
Uitscheiding
D
Waarnemen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de levensfase van de adolescent?
A
16-21 jaar
B
14-18 jaar
C
21-30 jaar
D
12-16jaar

Slide 12 - Quizvraag

Er zijn 8 levensfasen. In welke levensfase zit jij?
A
(school)kind
B
puber
C
jongvolwassene
D
volwassene

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen levensfase
A
Baby
B
Schoolkind
C
Tiener
D
Adolescent

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de levensfasen van een peuter?
A
0 - 1,5 jaar
B
4 tot 6 jaar
C
1,5 tot 4 jaar
D
6 tot 9 jaar

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

De rups wordt groter en zwaarder
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 17 - Quizvraag

De rups verandert in een vlinder
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 18 - Quizvraag

Aan het (huis)werk
-Lees blz. 10 t/m 11
-Maak basisstof 1.1   digitaal opdracht 1, 2 , 3, en in je schrift: 4 t/m 7

Klaar? 
-Begrippen leren/oefenen
-Maken test jezelf 1.1




Slide 19 - Tekstslide