Massacultuur 5: Jaren 80

Jaren 80
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Jaren 80

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Postmodernisme
  •   Jean-François Lyotard (van Idustrialisering naar iformatisering. Kennis is macht. )
  •  'Einde van de grote verhalen' (geen geloof)
  •   Meer vrijheid voor kunstenaars
  •   Architectuur
  •  '' Less is a bore'' Robert Venturi
  •   Groninger Museum
In 1979 publiceert de Franse filosoof Jean-François Lyotard een invloedrijk essay getiteld Het postmoderne weten. Hierin stelt hij dat de maatschappij drastisch is veranderd: waar de moderne maatschappij werd gekenmerkt door industrialisering, wordt de post­ moderne maatschappij gekenmerkt door informatisering. De macht ligt voortaan bij degenen die (toegang tot) kennis hebben.
Tegelijkertijd twijfe­len wetenschappers steeds vaker of de ‘waarheid’
wel gefundeerd kan worden. Voor velen hebben bestaande richtinggevende ideologieën — zoals religie, marxisme, of het geloof in vooruitgang —hun geloofwaardigheid verloren. Deze verande­ringen hebben grote gevolgen voor de spelregels van wetenschap en politiek. Lyotard noemt dit het ‘einde van de Grote Verhalen’. Ofwel het geloof in de vooruitgang en emancipatie ten gunste van de gehele mensheid met behulp van de rede. Auswitz en bijbehorende planmatige massamoord heeft de mogelijkheid de moderniteit te legitimeren als universele vooruitgang vernietigd. Maar ook ‘grote verhalen’ als het Marxisme zijn ondermijnd door meer recente geschiedenis.
 
Voor veel kunstenaars werkt dit gebrek aan richting juist bevrijdend. De gedachte dat kunst mensen moet verheffen ervaren ze als ballast.
Ze ontdoen zich van het idee dat kunst aan allerlei regels zou moeten voldoen en bekritiseren openlijk de westerse maatstaven voor kunst. Steeds meer kunstenaars mengen stijlen, parodiëren tradities en opereren op wereldwijde schaal. Dit levert speelse, eclectische, soms provocerende kunst op die zich niet makkelijk in een hokje laat plaatsen.
De term postmodernisme duikt voor het eerst op in de architectuur. In The language of postmodern architecture (1977) schrijft criticus Charles Jencks dat er een nieuw soort architectuur in opkomst is, die zich verzet tegen het modernisme met zijn strakke, functionele ontwerpen zonder ornamenten. Het modernistische ideaal van form follows function zorgde voor veel gelijkvormigheid in de architectuur. Jencks constateert echter dat steeds meer architecten zich verzetten tegen de strakke blokkendozen en strenge stijlprincipes van het modernisme.
Deze postmoderne architec­tuur maakt gebruik van vrijere vormen en speelse details, en citeert volop stijlen uit het verleden.
Zonder hun originele context komen deze citaten vaak ironisch over. Het motto van de beroemde modernistische architect Ludwig Mies van der Rohe (1886–1969) was ‘Less is more’. De ironische reactie van de postmoderne architect  Robert Venturi (1925) is 'Less is a bore'
Het Groninger Museum (1994) is een van de bekendste voorbeelden van het postmodernisme in ons land. 943 Het museum bestaat uit drie
eilanden op het water, die door gangen worden verbonden. Ieder eiland bestaat uit verschillende paviljoens met elk een eigen functie, vorm en bouwstijl. Hoofdarchitect Alessandro Mendini
(1931) mixt alle mogelijke kunsthistorische stijlen door elkaar. Om de contrasten te vergroten werkt hij samen met verschillende kunstenaars en archi­tecten, met ieder hun eigen stijl. Zo ontstaat een
vrolijk, veelkleurig gebouw.
Groninger Museum
Minster Court, Londen
Ray and Maria Stata Center, Massachusetts
Inverdan - Zaanstad

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Postmodernisme
  • Originaliteit bestaat niet 
  • Geen allesomvattende ideologieën meer
  • Pluralisme (meerdere stromingen)
  • Cultuurrelativisme
  • Visie op geschiedenis: fragmentarisch
  • Citaten en hergebruik
Veel postmoderne kunstenaars realiseren zich dat het vernieuwen van de kunst nauwe­lijks meer mogelijk is. Alles is immers al
eens gedaan, veel idealen zijn bereikt, er zijn geen heilige huisjes meer waar je tegen kunt schoppen. Kunstenaars zien deze gedachte
niet als eindpunt van kunst, maar juist als beginpunt. Kunst is bevrijd van de dwang altijd origineel te moeten zijn.
Er zijn geen allesomvattende ideologieën meer zoals het marxisme
of communisme. Deze ideologieën uit de eerste helft van de twintigste eeuw, waren eenduidig en richtinggevend. Als je bijvoorbeeld het marxisme aanhing, diende je op alle maatschappelijke vlakken (levensbeschouwing, maatschappij, economie) uitsluitend de
theorie van Marx te volgen. Na de val van de muur in Berlijn, vallen deze ideologieën weg en vanaf dan is er sprake van Pluralisme. 
Pluralisme wil zeggen: er is niet meer één toonaangevende ideologie of stroming in de kunst maar meerdere opvattingen kunnen volkomen gelijkwaardig naast elkaar bestaan.
Een voorbeeld van Pluralisme is cultuurrelativisme.
Bij Cultuurrelativisme is er sprake van het accepteren van andere
culturele levensvisies dan de westers georiënteerde. ‘Relativisme’ betekent dat de westerse cultuur niet de enige invloedrijke cultuur is, maar dat andere culturen waarden kunnen hebben, die net zo belangrijk zijn. De westerse cultuur zou daarom niet dominant
moeten zijn ten opzichte van andere culturele waarden. Postmodernisten komen op voor lokale groepen en zijn tegen de repressie van minderheden, tradities of volkeren. De opkomst van sociale bewegingen (waaronder het feminisme en de ‘gay liberation movement’) is hier dan ook nauw aan verbonden.
Ten aanzien van de visie op geschiedenis geldt dat deze
fragmentarisch is. Dat wil zeggen: geschiedenis is niet één lijnrecht
proces in de tijd, waarbij alles steeds beter wordt. Maar geschiedenis kun je vanuit verschillende tijden of visies op een compleet andere manier bekijken.
Interpretatie van de geschiedenis is daarom tijdgebonden en cultuurgebonden. Er is kan dus geen sprake zijn van één lijnrechte of één juiste visie op geschiedenis. 
Binnen de kunst wordt het onderscheid tussen elitekunst en massakunst niet langer gemaakt en zijn ironie, citaten en hergebruik van oudere kunstvormen alomtegenwoordig. Er wordt expliciet verwezen naar bestaande tradities, zonder zich af te zetten tegen het verleden (zoals dat binnen modernistische kunst wel veel werd gedaan). Veel gehoord kritiek is dat zij vooral een ordinair streven naar sensatie hadden en te veel op de markt waren gericht.
Pulp Fiction
Julian Opie
Jeff Koons -

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MODERNISME
POSTMODERNISME
Verwerpt stijlen uit het verleden
Maakt gebruik van verschillende stijlen uit het verleden
Less is more
Less is a bore
Fictie (Form follows Fantasy
Functionalisme (Form follows Function)
Abstractie
Herwaardering voor figuratie
Imitatie, parodie: originaliteit bestaat niet
Uniciteit, vernieuwing, originaliteit
Grens tussen high-art en low-art vervaagd
Scheiding hoge en lage kunst

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke sociaal-maatschappelijke veranderingen
speelden een rol bij het ontstaan van het postmodernisme?

Slide 5 - Woordweb

- Traditionele samenlevingsvormen, bijvoorbeeld gezin en huwelijk, zijn minder hecht.
- De samenleving is meer gericht op het individu, minder op sociale verbanden.
- De industriële maatschappij verandert in een informatiemaatschappij.
- Wetenschappers twijfelen of de absolute ‘waarheid’ wel bestaat.
- ‘Het einde van de grote verhalen’ (Lyotard): het vertrouwen in geloof en ideologieën neemt af.
Michael Jackson and Bubbles. In dit beeld komen populaire
cultuur, kunst en kitsch bij elkaar. Verklaar dit aan de hand van
de afbeelding.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de trailer van Kill Bill I. Hoe
wordt het eclectische karakter van de film
benadrukt in de trailer? Noem twee
argumenten.
Eclecticisme is het combineren van kenmerken van verschillende bouwstijlen of kunststromingen tot een bevallig geheel. 

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Postmodernisme en Massacultuur
  • Raakvlakken
  • Multidisciplinaire en interdisciplinaire kunst
  • Grens tussen high art en low art vervaagt
  • Originaliteit is niet meer belangrijk
  • Autonome kunst verdwijnt, herwaardering figuratie
  • Reclame, PR, marketing
Postmodernisme is niet hetzelfde als massacultuur, maar er zijn wel veel raakvlakken. In onderstaande beschrijvingen worden de belangrijkste elementen van het postmodernisme in
verband gebracht met massacultuur en kunst.
Je ziet tegenwoordig vaak dat er sprake is van grensoverschrijdingen tussen kunstdisciplines: in theaterstukken of bij moderne dans wordt veel gebruik gemaakt van videobeelden of een D.J. Omdat hier
meerdere kunstdisciplines met elkaar vermengd worden spreek je over multidisciplinaire kunst. Wanneer verschillende kunstvormen echt tot één geheel geïntegreerd worden spreek je over interdisciplinaire kunst.
In de hedendaagse kunst zie je dat de grens tussen low art en high art
vervaagt. Kunst werd ten tijde van het modernisme als elitair (high art)
beschouwd en werd doorgaans gewaardeerd door een kleine groep van kenners. Later werd deze kunst dan geaccepteerd en gewaardeerd door de massa. Nu zie je dat bijvoorbeeld veel
videokunstenaars (Daniëlle Kwaaitaal) of fotografen (Anton Corbijn) hun videoclips en foto’s zowel in het clubcircuit c.q.  in muziektijdschriften tonen als in musea, die daardoor een veel breder publiek ontvangen. Kunstenaars willen tegenwoordig veelal kunst maken die ook buiten de muren van musea plaats kan
vinden en betekenis heeft. Zij maken dan bijvoorbeeld kunstwerken die gebonden zijn aan een bepaalde locatie buiten het museum en/of een relatie met het publiek aangaan
In de cultuur van het modernisme had elke kunstenaar zijn eigen specifieke stijl waardoor duidelijk te herkennen was wie
een bepaald kunstwerk had gemaakt. In het postmodernisme is het niet meer belangrijk om origineel te zijn, enerzijds vanwege de mogelijkheid tot reproduceren en anderzijds omdat men vindt dat alles ooit al eens gedaan is. Het wegvallen van stijlgericht werken heeft tot gevolg dat kunstenaars zonder enig probleem van de ene stijl op de andere kunnen overstappen. Stijlen worden vaak gemengd met citaten uit of verwijzingen naar andere stijlen. Dit noemt men
eclecticisme.
Autonome kunst is naar de achtergrond verdwenen. Abstractie in de beeldende kunst, die vaak samenhing met het streven naar autonomie, verdwijnt mede daardoor bijna volledig en de
herkenbaarheid wordt wederom belangrijk.
Figuratie, ornament en verhalende verwijzingen komen in de kunst terug. 
Omdat kunst niet meer per definitie autonoom moet zijn, zoals in het
modernisme, kan de commercie belangrijker worden in de kunst. Kunst wordt dus vaker in samenhang met of in opdracht van de cultuurindustrie gemaakt.
Kunstenaars zelf maken ook in toenemende mate gebruik van reclame, PR, marketing. Kunst wordt zelfs in steeds sterkere vorm mede bepaald door de commercie. 

Slide 8 - Tekstslide


- ‘Het einde van de grote verhalen’ (Lyotard): het vertrouwen in geloof en ideologieën neemt af.

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je zou kunnen zeggen dat videoclips een typisch voorbeeld zijn van postmoderne kunst. Leg uit waarom videoclips 'postmodern' genoemd kunnen worden.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies