H5.2 vast en incidenteel

H5 Rondkomen
5.2: Vast & incidenteel
Pak je boek, pen & rekenmachine!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H5 Rondkomen
5.2: Vast & incidenteel
Pak je boek, pen & rekenmachine!

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag..
  1. Terugblik paragraaf 5.1 
  2. Uitleg paragraaf 5.2
  3. Opdrachten maken
  4. Afsluiting 



Slide 2 - Tekstslide

Soorten uitgaven
Persoonlijke
Huishoudelijke 

Slide 3 - Tekstslide

Huishoudelijke uitgaven
Uitgaven voor de 
normale boodschappen 
voor het huishouden.
Dus geen luxe!

Slide 4 - Tekstslide

Gebruiks- en verbruiksgoederen
  • Gebruiksgoederen gaan langere tijd mee en kun je meerdere keren gebruiken (tandenborstel)
     
  • Verbruiksgoederen gaan
    door gebruik op (tandpasta)

Slide 5 - Tekstslide

Gebruiksgoederen

vaak gebruiken

Verbruiksgoederen

één of enkele keren gebruiken

Slide 6 - Tekstslide

Duurzame gebruiksgoederen
Duurzame gebruiksgoederen = producten die een lange tijd mee gaan. (langer dan een jaar) 

Slide 7 - Tekstslide

Een ander woord voor keuzes maken noemen we?
A
Schaarste
B
Prioriteiten stellen
C
Bezuinigen
D
Investeren

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn alleen voorbeelden van verbruiksgoederen?
A
Olie, benzine, scooter
B
Water, computer, brood
C
Schaar, potlood, pen
D
Snicker, water, benzine

Slide 9 - Quizvraag

Wat is GEEN voorbeeld van verbruiksgoed?
A
koek
B
chips
C
tandpasta
D
auto

Slide 10 - Quizvraag

Verbruiksgoederen gebruik je maar één keer...
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Hierna staan enkele aankopen van Sem.
Welke aankopen zijn verbruiksgoederen?
Kies uit de volgende mogelijkheden:
A
boormachine en boortjes
B
spijkers en schroeven
C
zaag en schroevendraaier
D
hamer en nijptang

Slide 12 - Quizvraag

Uitleg
5.2: Vast of incidenteel

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Ik kan uitleggen wat vaste lasten zijn.
  2. Ik kan uitleggen wat incidentele uitgaven zijn.
 

Slide 14 - Tekstslide

Incidentele uitgaven
Dit zijn uitgaven die onregelmatig zijn 
(je weet ze nooit van tevoren precies).
Bijvoorbeeld:
  • Vakantie
  • Andere auto
  • Nieuwe fiets (kapot/diefstal)

Slide 15 - Tekstslide

Vaste lasten
Dit zijn uitgaven die regelmatig terug keren.
Bijvoorbeeld:
  • Huur
  • Abonnementen
  • Gas, water en licht
Dus die je elke maand moet betalen.

Slide 16 - Tekstslide

Automatische incasso
Als je toestemming geeft om regelmatig bedragen van je bankrekening af te schrijven. 
Dus vooral voor de vaste lasten!

Slide 17 - Tekstslide

Sparen
Prijs telefoon: 900 euro
Ik krijg elke maand  50 euro
zakgeld. Hoeveel maanden
moet ik sparen voor de telefoon?

aankoopbedrag : spaarbedrag per maand
aantal spaarmaanden

Slide 18 - Tekstslide

Automatische incasso is...

A
vanzelf geld terug krijgen
B
betalen zonder toestemming
C
betalen van steeds terugkerende bedragen als huur
D
1x een bepaald bedrag betalen

Slide 19 - Quizvraag

Toiletartikelen vallen onder...
A
Vaste lasten
B
Persoonlijke uitgaven
C
Huishoudelijke uitgaven
D
Incidentele uitgaven

Slide 20 - Quizvraag

De aanschaf van een wasmachine behoort tot de...
A
dagelijkse uitgave
B
vaste lasten
C
incidentele uitgave
D
persoonlijke uitgave

Slide 21 - Quizvraag

Welke uitgave zie je op de afbeelding?
A
Dagelijkse uitgaven
B
Vaste uitgaven
C
Incidentele uitgaven
D
Persoonlijke uitgaves

Slide 22 - Quizvraag

Welke uitgave zie je op de afbeelding?
A
Dagelijkse uitgaven
B
Vaste lasten
C
Incidentele uitgaven
D
Persoonlijke uitgaves

Slide 23 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Consumenten moeten prioriteiten stellen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Als je de behoefte wilt vervullen dan noem je dat:
A
consumeren
B
basisbehoeften
C
prioriteiten stellen
D
relativeren

Slide 25 - Quizvraag

Nieuwe hockey stick omdat je oude is gebroken tijdens een wedstrijd
A
dagelijkse uitgaven
B
vaste lasten
C
incidentele uitgaven

Slide 26 - Quizvraag

Aan de slag!
5.2  Vast & Incidenteel

KL: vraag 1 t/m 9 maken

Je werkt zelfstandig & stil!
Niet af = Huiswerk!

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag!
5.2  Vast & Incidenteel
BL: vraag 1 t/m 10 maken
KL: vraag 1 t/m 9 maken
GL: vraag 1 t/m 8 maken

Je werkt zelfstandig & stil!
Niet af = Huiswerk!

Slide 28 - Tekstslide