230411_H1A_spelling blok 3

WELKOM!

Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel. Laptop dicht.

Zet je tas op de grond.

Pak je leesboek en ga even lezen.



timer
10:00
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

WELKOM!

Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel. Laptop dicht.

Zet je tas op de grond.

Pak je leesboek en ga even lezen.



timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

uitleg: meervoud
lesdoelen
zelf werken: opdrachten maken
afsluiten: wat heb je geleerd?
spelling: wat hebben we gedaan
uitleg: bijvoeglijke naamwoorden
check

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van deze les:
> kun je het meervoud van zelfstandige naamwoorden goed spellen
> kun je het bijvoeglijk naamwoord goed spellen
lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

spelling: wat hebben we gedaan

Slide 4 - Tekstslide

timer
2:00
Schrijf vijf voorwerpen op,
die je in het lokaal kamer ziet.
Zet het meervoud erbij.

Slide 5 - Woordweb

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 6 - Tekstslide

Meestal komt er bij meervoud van een zelfstandig naamwoord door -en of -s achter het woord te plakken.

Slide 7 - Tekstslide

Woorden die eindigen op a,i,o,u of y

> krijgen in het meervoud -'s

opa - opa's
ski-ski's
foto - foto's
baby - baby's

Slide 8 - Tekstslide

Woorden die eindigen op -ee > het meervoud -ën 

idee - ideeën 
ree- reeën 

let op waar de klemtoon ligt

Slide 9 - Tekstslide

Sommige woorden krijgen -eren

kind - kinderen
ei - eieren
blad - bladeren

Slide 10 - Tekstslide

Sommige woorden krijgen -a

museum - musea (of museums)
jubileum - jubilea (of jubileums)

Slide 11 - Tekstslide

Een woord dat eindigt op -s > een -z in het meervoud

huis- huizen
kies- kiezen

Slide 12 - Tekstslide

Een woord dat op een -f eindigt > een -v in het meervoud




staaf - staven
erf - erven

Maar: fotograaf - fotografen

Slide 13 - Tekstslide

Maak: opdracht 21 blz. 124, opdracht 24 en 25 blz. 127
Hoe: in je schrift
Tijd: max. 15 minuten
Hulp: vraag het mij
Klaar? 
> Als je je PO reclame nog niet af hebt, mag je
hier aan werken.
> Of: lezen.
zelf werken: opdrachten maken
Let op:
eerste 5 minuten stil werken, daarna zachtjes overleggen.
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
Die gekke Tommy gooide zijn nieuwe iPhone zo in de grijze afvalbak.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over een zelfstandig naamwoord (zn).

  • H1A is een leuke klas.
  • Die grappige Daan weet het altijd beter.
  • Ons vakantiehuis is prachtig.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe schrijf je een bijvoeglijk naamwoord?
Vaak komt er een -e achter het woord (lange vorm), maar niet altijd (korte vorm).

Een leuke klas / De klas is leuk.
De grappige jongen / De jongen is grappig.
Het prachtige vakantiehuis / Een prachtig vakantiehuis.

Slide 17 - Tekstslide

  • Stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden + en

beton > betonnen
zilver > zilveren
Er zijn ook uitzonderingen! Kijk maar eens naar de voorbeelden:
  • de polyester trui
  • het plastic tasje
Je ziet dat deze stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden niet op -en eindigen. Dat komt meestal omdat het om nieuwere stoffen gaat, die de mens zelf heeft uitgevonden.

Slide 18 - Tekstslide

Hoe schrijf je de lange vorm?

> Zet een -e achter het woord: mooi, mooie / fijn, fijne
> Verdubbel de laatste letter en zet een -e achter het woord: fris, frisse / glad, gladde / wit, witte
> Haal een a, e, o of u weg en zet een -e achter het woord: traag, trage / leeg, lege / dood, dode / zuur, zure.​
> Verander een -f in een -v- of een -s in een -z- en zet een -e achter het woord: lief, lieve / grijs, grijze 

Slide 19 - Tekstslide

Even checken.....
> maak een bijvoeglijk naamwoord van de woorden tussen haakjes




Slide 20 - Tekstslide

een (aardig) agent

Slide 21 - Open vraag

de (aluminium) borden

Slide 22 - Open vraag

een (prachtig) gebaar

Slide 23 - Open vraag

de (katoen) broek

Slide 24 - Open vraag

de (dik) teckel

Slide 25 - Open vraag

de (heerlijk) spaghetti

Slide 26 - Open vraag

> je kunt nu het meervoud van zelfstandige naamwoorden goed spellen
> je kunt nu het bijvoeglijk naamwoord goed spellen
afsluiten: wat heb je geleerd?

Slide 27 - Tekstslide

> zelfstandig werken
> oefeningen maken


> materiaal komt in Teams
> over de toets


Afsluiten: morgen

Slide 28 - Tekstslide