Oefen LESSENUP 4.3 Licht en kleuren zien

Hoofdstuk 4.3 
Licht en kleuren zien
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
W&TMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4.3 
Licht en kleuren zien

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen KGT en HAVO/VWO
  1. Ik kan het verschil tussen een directe- en indirecte lichtbron uitleggen  
  2. Ik kan de kleurensplitsing in een spectrum beschrijven
  3. Ik kan de verschillen tussen infrarood- en ultraviolette straling benoemen
  4. Ik kan uitleggen op welke manieren mensen kleuren zien (tijdens deze uitleg gebruik ik de begrippen ‘absorberen en weerkaatsen’) 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen HAVO/VWO
  1. Ik kan de werking van lichtbreking uitleggen
  2. Ik kan het verschijnsel fluorescentie in eigen woorden beschrijven 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een directe lichtbron?

Slide 4 - Woordweb

Wat is een indirecte lichtbron?

Slide 5 - Woordweb

Directe lichtbronnen =
Lamp, zon, tv scherm =
Alles wat zelf licht geeft
Indirecte lichtbronnen =
De maan, mensen, dieren =
Alle voorwerpen die licht weerkaatsen

Slide 6 - Tekstslide

Welke kleuren bezit een regenboog?

Slide 7 - Woordweb

De kleuren van een regenboog
Rood
Oranje
Geel
Groen
Blauw
Indigo
Violet

Slide 8 - Tekstslide

Welke kleuren bevat een lamp met wit licht?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Licht spectrum

Slide 11 - Tekstslide

Wat weet je van infrarode straling?

Slide 12 - Woordweb

Wat weet je van ultraviolette straling?

Slide 13 - Woordweb

Ultraviolette straling (UV) =
  1. UV straling is onzichtbaar.
  2. De zon zendt UV straling uit.
  3. UV straling is niet te voelen.
  4. UV straling geeft jouw die mooie bruine kleur (zonnebank).
  5. UV straling wordt gebruikt in discotheken. 

Infrarode straling (IR) =
  1. Deze straling kun je niet zien.
  2. Je voelt IR als warmte.
  3. Je gebruikt IR om spieren mee te verwarmen of kuikens mee te verwarmen.

Slide 14 - Tekstslide

HAVO/VWO
Fluorescentie = de eigenschap om blauw licht terug te kaatsen als er UV-straling op het voorwerp valt.
  1. Een wit t-shirt die extra opvalt als er blacklights van de discotheek op valt.
  2. Het controleren van een bankbiljet . Als een bankbiljet echt zullen aantal delen van het bankbiljet fluoreceren.

Slide 15 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit hoe jij een blauw shirt blauw ziet.

Slide 16 - Open vraag

Hoe zie ik dit shirt blauw?
  1. Wit licht valt op het shirt. Alle kleuren van de regenboog vallen dus op het shirt.
  2. Het shirt absorbeert alle kleuren behalve blauw
  3. De blauwe kleur weerkaats het shirt in jouw ogen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Nog een keer opnieuw: Leg in eigen woorden uit hoe jij deze groene broek groen ziet.

Slide 20 - Open vraag

Nu maar twee moeilijkere opdrachten klassikaal bespreken

Slide 21 - Tekstslide

Hoe kunnen we deze witte schoenen wit zien?
Hoe zien we deze zwarte jas zwart?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

VMBO KGT

Slide 24 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit hoe schaduw ontstaat

Slide 25 - Open vraag

Schaduw
Een gebied waar geen licht komt.
Dit kan alleen bij ondoorzichtige voorwerpen

Waar zou het licht in deze afbeelding vandaag komen?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Schaduw tekenen

Slide 28 - Tekstslide

Laat in jouw schrift de kernschauw en twee halfschaduwen in de hierboven getekende situatie zien

Slide 29 - Tekstslide

Laat met behulp van een tekening zien waar zich in deze situatie de lamp bevindt.

Slide 30 - Tekstslide

Zonsverduistering
Maansverduistering

Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk
Maak alle opdrachten van paragraaf 4.3 uit je werkboek

Slide 32 - Tekstslide