V5 - P2 (2526)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

V5 - P2 (2526)

¡Bienvenidos en el período 2!

• ¿Qué tal la semana de exámenes?
  
• ¿Qué hacemos este período?
  

Período 2

• Luistertoets (20x) - week 49, 50 (1 - 12 december)
  
• Toets A2/B1 boek + grammaticaboek H3 en 4 (15x) - TW2 
• TW2 start op 19/1 (2e week na kerstvakantie) —> 8 weken in totaal
  

Wat gaan de behandelen in P2?

                                                                                              

A2/B1 boek

          - Examen 3 (estudios, cultura y ocio) - lezen, schrijven, spreken, luisteren

          - Examen 4 (compras, ropa y restaurantes) - lezen, schrijven, spreken, luisteren

Grammaticaboek

     - Unidad 3 (¡Verbos, verbos y más verbos!) - t.t., wederkerende ww, bijwoord, ww van beweging             

     - Unidad 4 (Construcciones verbales) - nabije toekomst en recent verleden, gerundio, 

       constructies met infinitief, ww constructies met voorzetsel en infinitief, ww constructies met

       gerundio                                                                                                                                                                

¿Qué hacemos hoy?

• Hacemos tarea 1 de comprensión auditiva (A2B1 p. 50-51)
  
• Trabajamos en los deberes —> del libro de gramática leéis individualmente la teoría en la página 28 + hacéis todos los ejercicios de la página 29
  

¿Qué hacemos hoy?

• Hacemos tarea 1 de comprensión auditiva (A2B1 p. 68, 69)
• Trabajamos en los deberes —> del libro de gramática leéis individualmente la teoría en la página 28 y 30 + hacéis todos los ejercicios de la página 29 y 31
  

Hoy es martes, el 13 de noviembre

¿Qué hacemos hoy?

• Terminamos tarea 1 de comprensión auditiva (A2B1 p. 68, 69) y hacemos tarea 1 del examen 5 (p. 86, 87) o tarea 2 del examen 3 (p. 52)
• Hacemos ejercicios extra con los verbos en presente

Hoy es lunes, el 17 de noviembre

¿Qué hacemos hoy?

• Corregimos los ejercicios extra (verbos en presente)
  
• Escuchamos tarea 1 del examen 5 (p. 86, 87) 
• Empezamos con la lección 11 del libro de gramática
  

Luistertoets op ma 8/12 of di 9/12 —> stemmen

Hoy es jueves, el 20 de noviembre

¿Qué hacemos hoy?

• Escuchamos tarea 2 del examen 4 (p. 70) 
• Extra oefeningen les 11 en 12 grammaticaboek

Hoy es lunes, el 1 de diciembre

¿Qué hacemos hoy?

• Escuchamos tarea 2 y 3 del examen 5 (p. 88) 
• Afmaken extra oefeningen les 11 en 12 grammaticaboek

Hoy es martes, el 2 de diciembre

¿Qué hacemos hoy?

• Uitleg gramática lección 13 (p. 38, 39)
• Verbeteren extra oefeningen les 11 en 12 opdracht A
• Maken opdracht C en D van extra oefeningen + blad inleveren
• Start met lección 13

Hoy es jueves, el 11 de diciembre

Lección 13

• Nabije toekomst --> IR A + infinitief
  

      Voy a ir al cine = ik ga naar de bioscoop (gaan)

• Recent verleden --> ACABAR DE + infinitief (beëindigen)
  

      Acaba de llamar tu madre = je moeder heeft net gebeld

• De GERUNDIO (onvoltooid deelwoord) --> ESTAR met stam + ando (-ar ) of -iendo (-er/-ir)
  

     Estoy hablando = ik ben aan het praten

     Estáis comiendo = jullie zijn aan het eten

¿Qué hacemos hoy?

• Luistertoets inzien
• Schrijfopdrachten maken + inleveren
• Afmaken lección 13 uit grammaticaboek

Hoy es lunes, el 15 de diciembre

¿Qué hacemos hoy?

• Schrijfopdrachten verbeteren, afmaken + inleveren
• Afmaken lección 13 uit grammaticaboek
• Start lección 14 uit grammaticaboek = HW voor donderdag

Hoy es martes, el 16 de diciembre

Lección 13

• Nabije toekomst --> IR A + infinitief
  

      Voy a ir al cine = ik ga naar de bioscoop (gaan)

• Recent verleden --> ACABAR DE + infinitief (beëindigen)
  

      Acaba de llamar tu madre = je moeder heeft net gebeld

• De GERUNDIO (onvoltooid deelwoord) --> ESTAR met stam + ando (-ar ) of -iendo (-er/-ir)
  

     Estoy hablando = ik ben aan het praten

     Estáis comiendo = jullie zijn aan het eten

Lección 14 - Modale ww + constructies met infinitief

• Querer + infinitief --> Hoy quiero ir a la playa

       Poder + infinitief --> No, no puedo ir porque tengo que trabajar

       Soms staat het infinitief er niet meer bij --> Entonces, no puedes (ir). Pero sí quieres (ir).

• Querer (que) + infinitief = houden van / willen --> El niño quiere la carne. El niño quiere (tener) más carne.

• Deber (de) + infinitief = moeten (tener que = moeten) --> ¡Debes estudiar más!

       Je kunt er ook een vermoeden mee uitspreken --> Debe de ser las cinco

• Tener = hebben, maar tener que + infinitief = moeten --> Tengo que ir al dentista
• Hay que + infinitief = je/men moet (onpersoonlijke constructie) --> Hay que hacer deporte

Wat is een modaal werkwoord?

Modale hulpwerkwoorden zijn speciale hulpwerkwoorden die een hoofdwerkwoord een extra betekenis geven, zoals mogelijkheid, noodzaak, wens of toestemming. De Nederlandse modale hulpwerkwoorden zijn onder andere: kunnen, mogen, moeten, willen, zullen en hoeven. Ze worden altijd samen met een ander werkwoord gebruikt, wat vaak het voltooid deelwoord is. 

Lección 14 - Modale ww + constructies met infinitief

• Poder + infinitief = kunnen, mogen --> ¿Puedo leer la carta? ¿Puedes venir a mi fiesta?
  

       Heeft altijd betrekking op een werkwoord, nooit op een voorwerp.

• Poder is niet hetzelfde als saber (beide te vertalen met 'kunnen')

       Poder = de mogelijkheid hebben, in staat zijn --> Hoy puedes cocinar tú

       Saber = iets vaardig zijn, iets kunnen na het geleerd te hebben --> No, yo no sé cocinar

• Soler + infinitief = wat gebruikelijk is of altijd zo wordt gedaan, 'gewend zijn' --> Durante las vacaciones suelo levantarme muy tarde
• Desear = wensen, preferir = prefereren

       Kunnen gebruikt worden met een infinitief --> Deseo irme. Prefiero descansar.

¿Cuántos grupos de 'klinkerwisseling' hay?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Namelijk:

1. e>ie, e>a, o>ue, u>ue
2. e>ie, e>i, o>ue, u>ue
3. e>ie, e>a, o>u, u>o
4. e>i, e>a, o>ue, u>ue

Klinkerwisseling pas je bij de volgende personen toe:

Klinkerwisseling pas je toe bij de volgende personen:

1. bij alle personen
2. bij alle personen behalve nosotros en vosotros
3. alleen bij yo, tú, nosotros en vosotros
4. alleen bij nosotros en vosotros

Klinkerwisseling:
Anouk……………………..(empezar) a las ocho de noche.

1. empiezas
2. empueza
3. empieza
4. empeza

Klinkerwisseling e > ie

Ajax…………..(perder) el partido.

1. perde
2. pierde
3. pirde
4. pierdan

Klinkerwisseling o > ue

Tú………………………(dormir) mucho.

1. dormes
2. dormis
3. duermes
4. duermo

Klinkerwisseling. Welke vorm hoort in welke zin?

Paul y yo _____ bailar esta noche

Tengo hambre y  _____ pizza

Lukas, ¿ _____ comer en mi casa?

Mis amigos ____ un postre

quiero

queremos

quieren

quieres

Ik denk, wij denken (pensar)

jij vliegt, jullie vliegen (volar)

hij wil, zij willen (querer)

ik zeg, jij zegt

ik volg, jullie volgen

eerste persoon onregelmatig

klinkerwisseling e-ie

klinkerwisseling o-ue

klinkerwisseling e-i

klinkerwisseling + onregelm. 1e persoon

salir

querer

poder

venir

pedir

decir

poner

hacer

traer

ver

dar

saber

Ik kan de werkwoorden met onregelmatige ik-vorm en klinkerwisseling vervoegen:

1. onvoldoende :-(
2. redelijk :-|
3. voldoende :-)
4. goed :-))

Een wederkerend werkwoord herken je aan de letters ... aan het einde

Als 'se' achter een werkwoord staat zet je voor het vervoegde werkwoord:

1. me, te, le, nos, os, les
2. me, te lo/la, nos, os, los/las
3. me, te, se, nos, os, se

Los pronombres reflexivos

yo

tú

él, ella, usted

nosotros/-as

vosotros/-as

ellos, ellas, ustedes

nos

se

te

os

se

me

Hij doucht zich wordt dan:

1. se ducha
2. se duchas
3. él ducha

Jullie staan op (levantarse) wordt dan:

1. se levantan
2. os levantáis
3. os levantéis
4. vos levantáis

Hij wast zich (lavarse), scheert zich (afeitarse) en kleedt zich aan (vestirse, e>i)

Jij wast je (lavarse), zij scheren zich (afeitarse) en jullie kleden je aan (vestirse, e>i)

Zij maakt zich op (maquillarse), wij stellen ons voor (presentarse) en ik vermaak me (divertirse, e>ie)

Hoe kan je de volgende zin ook schrijven: "¿Nos vamos a quedar?"

1. ¿Vamosnos a quedar?
2. ¿Vamos a quedarnos?
3. ¿Vamos a nos quedar?

Want...

Het wederkerend voornaamwoord kan vóór het vervoegde ww OF achter het hele ww

Hoe kan je de volgende zin ook schrijven: "Me estoy enamorando de ti"

1. Estoy enamorándome de ti
2. Estoyme enamorando de ti
3. Estoy enamorando me de ti

Want...

Het wederkerend voornaamwoord kan vóór het vervoegde ww OF achter een gerundio-vorm

Ik begrijp wat wederkerende werkwoorden zijn en kan ze correct vervoegen:

1. onvoldoende :-(
2. redelijk :-|
3. voldoende :-)
4. goed :-))