In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Herhaling: Het rijtje
Verkoop(prijs)
Brutowinst
Inkoop(prijs)
Verkoopprijs - brutowinst = inkoopprijs
Inkoopprijs + brutowinst = verkoopprijs
Verkoopprijs - Inkoopprijs = brutowinst
Slide 1 - Tekstslide
Jan verkoopt telefoonhoesjes voor € 15,-. Zijn brutowinst is € 5,-. De inkoopprijs is:
A
€ 10,-
B
€ 15,-
C
€ 20,-
D
€ 25,-
Slide 2 - Quizvraag
Pia koopt een model tas in voor € 25,-. Ze wil deze verkopen voor € 40,-. De brutowinst is:
A
€ 65,-
B
€ 45,-
C
€ 25,-
D
€ 15,-
Slide 3 - Quizvraag
Brutowinst in procenten uitdrukken
Slide 4 - Tekstslide
Brutowinst in procenten uitdrukken
Slide 5 - Tekstslide
Brutowinst in procenten uitdrukken
Wanneer er staat:
Brutowinst is 50% van deinkoop,
dan is de inkoop 100%
Als er van de staat dan is datgene achter van de 100%
Slide 6 - Tekstslide
Brutowinst in procenten uitdrukken
Wanneer er staat:
Brutowinst is 50% van deverkoop,
dan is de verkoop 100%
Als er van de staat dan is datgene achter van de 100%
Slide 7 - Tekstslide
De volgende gegevens zijn bekend:
Inkoop € 40,-, brutowinst € 10,-.
Brutowinst is 20% van de verkoop. Hoeveel % is de inkoop? Vermeld alleen het getal zonder %
Slide 8 - Tekstslide
Rijtje:
Slide 9 - Tekstslide
De volgende gegevens zijn bekend: Inkoop € 40,-, brutowinst € 10,-. Brutowinst is 20% van de verkoop. Hoeveel % is de inkoop? Vermeld alleen het getal zonder %