Hoofdstuk 3.2 kengetallen voorraad.

Voorraad kengetallen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
financieel 1MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voorraad kengetallen

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  • Wat hebben we gehad?
  • Lesdoel
  • Kengellen van de voorraad
  • Opgaven maken
  • Nakijken
  • Wat hebben we geleerd?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is géén kengetal?
A
Dagomzet per FTE
B
Omzet per euro loon
C
totale winst
D
kosten per fte per dag

Slide 3 - Quizvraag

Lesdoel
Na vandaag kan weet ik hoe ik moet omgaan met kengetallen over de voorraad en kan ik er 2 berekenen. 

Slide 4 - Tekstslide

Voorraadkengetallen

Kengetal: geeft een verhouding aan.

Omzetsnelheid: hoe snel worden de producten verkocht, oftewel hoe vaak in een periode wordt de gemiddelde voorraad verkocht. 

Omzetduur: hoe lang ligt een product gemiddeld op voorraad. 

Slide 5 - Tekstslide

Omzetsnelheid

Slide 6 - Tekstslide

Gemiddelde voorraad
Hoeveel producten heb je gemiddeld op voorraad liggen? 
- in stuks
- tegen inkoopwaarde
- tegen verkoopwaarde
- tegen consumentenwaarde

Slide 7 - Tekstslide

Gemiddelde Voorraad
de voorraad die gemiddeld in het magazijn aanwezig is. Dit kan uitgedrukt worden in aantal en in (geld)waarde

Formule: 
Beginvoorraad + eindvoorraad  
2

Slide 8 - Tekstslide

In een magazijn ligt op 1 januari een voorraad van € 5000,-.
Op 31 december ligt er van hetzelfde product € 7500,- op voorraad.
Hoeveel is de gemiddelde voorraad?

Slide 9 - Open vraag

In een magazijn ligt op 1 januari een voorraad van 1200 stuks. Op 31 december liggen er van hetzelfde product 900 stuks op voorraad.
Hoeveel is de gemiddelde voorraad?

Slide 10 - Open vraag

Gemiddelde voorraad
Je kunt ook de gemiddelde voorraad berekenen als je op meer momenten de voorraad geinventariseerd hebt. 

Formule:

1/2 x beginvoorraad + tussenliggende voorraad + 1/2 x eindvoorraad
(aantal metingen - 1)


Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeldsom:
Bereken de gemiddelde voorraad:

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeldsom: 
Bereken de gemiddelde voorraad
Uitwerking Manier 1:

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeldsom: 
Bereken de gemiddelde voorraad
Uitwerking Manier 2:

Slide 14 - Tekstslide

Omzetsnelheid
De omzetsnelheid is een kengetal dat uitdrukt hoe vaak de gemiddelde voorraad in een periode verkocht wordt. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

omzetsnelheid in stuks (omloopsnelheid)

                  Afzet in stuks                     
gemiddelde voorraad in stuks

Slide 17 - Tekstslide

Omzetsnelheid
berekend vanuit:
                  inkoopwaarde vd omzet             
gem. voorraad tegen inkoopwaarde
                                  omzet                               
gem. voorraad tegen verkoopwaarde
                             consumentenprijs                        
gem.voorraad tegen consumentenwaarde

Slide 18 - Tekstslide

een onderneming heeft een gemiddelde voorraad van €138.000,- De gemiddelde inkoopprijs is €12,- Er zijn in totaal 95.450 artikelen verkocht. Bereken de omzetsnelheid
A
8,3
B
1,4
C
0,7
D
7,9

Slide 19 - Quizvraag

Omzetduur
De omzetduur is het kengetal die aangeeft hoeveel dagen je er over gedaan hebt om de gemiddelde voorraad één keer te verkopen. 

Slide 20 - Tekstslide

Omzetduur
              360 (of 365)              
omzetsnelheid

360 staat voor het aantal dagen in een jaar. 
(30 per maand x 12 = 360)
Het antwoord wordt ALTIJD afgerond NAAR BOVEN!!!

Slide 21 - Tekstslide

De gemiddelde voorraad is €25.000,- de IWO was €400.000,- Bereken de omzetduur. (jaar = 360 dagen)

Slide 22 - Open vraag

Voorraadefficiency 
                                     brutowinst                                 
gemiddelde voorraad tegen inkoopwaarde

Slide 23 - Tekstslide

Voorraadefficiency 
Je kunt dit uitrekenen:
- per product
- per productgroep
- het hele assortiment

Het is goed om dit te weten zodat je kritisch naar het assortiment kunt kijken! 

Slide 24 - Tekstslide

Voorraadefficiency 
Voorraadefficiency geeft aan hoeveel BRUTOwinst je maakt per geïnvesteerde euro in de voorraad. 

Slide 25 - Tekstslide

Omzet = € 435.000,-
IWO = € 155.000,-
Gemiddelde voorraad = € 32.500,-
Bereken de voorraadefficiency

Slide 26 - Open vraag

Aan de slag

Maken opgaven 7 tot en met 12.
Deze opdracht mag je maken en daar gaan we het tweede uur mee verder.
Ben je klaar? Lees de paragraaf door een maak een samenvatting. 
 
timer
15:00

Slide 27 - Tekstslide

huiswerk opdracht 7 t/m 12 H3

Slide 28 - Tekstslide