Week 11: legorobots
1 / 9
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoeveel kinderen doen mee aan de wedstrijd?
A
elfduizend
B
elftienduizend
C
eenduizendhonderd
D
elfmiljoen
Slide 3 - Quizvraag
Wat moeten kinderen die meedoen
aan een grote robotwedstrijd doen?
A
Deze kinderen hebben een eigen computer gemaakt. En ze moeten laten zien dat ze goed kunnen samenwerken en creatief zijn.
B
Deze kinderen hebben een eigen robot gemaakt. En ze moeten laten zien dat ze goed kunnen samenwerken en creatief zijn.
C
Deze kinderen hebben een eigen telefoon gemaakt. En ze moeten laten zien dat ze goed kunnen samenwerken en creatief zijn.
D
Deze kinderen hebben een eigen robot gemaakt. En ze moeten laten zien dat ze niet goed kunnen samenwerken en creatief zijn.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is programmeren?
A
Spelletjes spelen op je telefoon.
B
Een film kijken op TV.
C
Een game spelen.
D
Een computerprogramma
maken.
Slide 5 - Quizvraag
Wanneer werd een van de eerste
robots (Unimate) gebouwd?
A
in de jaren 50 van de vorige eeuw
B
in de jaren 50 van de deze eeuw
C
in de jaren 60 van de vorige eeuw
D
in de jaren 50 van de deze eeuw
Slide 6 - Quizvraag
Waar worden robots vaak voor gebruikt?
A
Robots waar mensen
mee kunnen koken.
B
Robots die helemaal stil zijn.
C
Robots waar mensen mee kunnen praten.
D
Robots waar mensen mee kunnen sporten.
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn sociale robots?
A
voor makkelijk werk
B
voor werk dat heel lang duurt
C
voor gevaarlijk, zwaar,
moeilijk of saai werk
D
voor samen mee te sporten
