Schoonmaakmiddelen, gevaarsymbolen & afval scheiden (week 3)

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Welkom Klas! 
  • Ga allemaal op je plek zitten. 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Schoonmaakmiddelen & Gevaarsymbolen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning 
  1. Terugblik vorige les
  2. Nieuwe theorie
  3. Samenwerkingsopdracht/poster maken
  4. Werken uit reader
  5. Evalueren  

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwachtingen 
  1. Respecteer elkaar
  2. Actieve deelname tijdens de les.
  3. Netjes omgaan met de spullen.
  4. Houd het netjes en ruim je eigen spullen op.
  5. Geen telefoons

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Lesdoelen
  • Je kunt de gevaarsymbolen op schoonmaakmiddelen herkennen en uitleggen wat ze betekenen. (R)
  • Je kunt uitleggen waarom bepaalde schoonmaakmiddelen gevaarlijk zijn en welke voorzorgsmaatregelen je moet nemen bij het gebruik ervan. (T)
  • Je kunt samen met anderen een poster maken waarin jullie laten zien welke schoonmaakmiddelen waarvoor gebruikt worden, wat de risico’s zijn, en hoe je veilig werkt met deze middelen. (T)
  • Je kunt feedback geven op het werk van anderen over veilig werken met schoonmaakmiddelen en uitleggen waarom bepaalde keuzes wel of niet veilig zijn. (I)

Slide 7 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Waar denk je aan bij het woord schoonmaakmiddelen?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Soorten schoonmaakmiddelen
  • Reinigingsmiddelen
  • Desinfecteermiddelen
  • Onderhoudsmiddelen 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reinigingsmiddel
  • Reinigingsmiddelen, zoals zeep en allesreiniger helpen om zichtbaar vuil weg te halen.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Desinfecteermiddelen 
  • Desinfecteermiddelen doden bacteriën en schimmels die je niet kunt zien, zoals bleekwater.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderhoudsmiddel 
  • Onderhoudsmiddel is een middel om voorwerpen te beschermen en de gevolgen van slijtage te beperken. Voorwerpen welke behandeld zijn met een onderhoudsmiddel gaan langer mee.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van desinfecteermiddel?
A
Dat het lekker gaat ruiken
B
Dat micro- organisme doodgaan
C
Bescherming en slijtage beperken
D
Het zichtbare vuil te verwijderen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van onderhoudsmiddel?
A
Bescherming en slijtage beperken
B
Dat materialen gaan glanzen
C
Lekker gaat ruiken
D
Dat micro- organisme doorgaat

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Etiket
Op een schoonmaakmiddel

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra opletten
  • Veiligheid 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoonmaakmiddelen & veiligheid

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gevaarsymbolen
  • Onjuist gebruik van chemische stoffen kan gevaarlijk zijn. Lees daarom altijd goed het etiket, begrijp de gevaarsymbolen en gebruik het product zoals aangegeven.
  • Ovenspray: Draag handschoenen, kan de huid irriteren.
  • Bleekmiddel: Ventileer goed, kan de luchtwegen irriteren.
  • Vaatwasmiddel: Spoel uit je ogen bij contact.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontvlambaar 
Het product kan makkelijk in brand vliegen als het in contact komt met vuur, een vonk of iets dat heel heet is, zoals een brandende sigaret of lucifer. Dit kan gebeuren bij vaste stoffen, vloeistoffen en gassen.
Voorbeelden: aceton, smeerolie, wasbenzine.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijtend 
Het product kan ernstige schade veroorzaken aan de huid, ogen en slokdarm en kan brandwonden geven. Het kan ook materialen zoals textiel, hout en metaal beschadigen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Giftig 
Het product is erg gevaarlijk en kan dodelijk zijn als je het inslikt, inademt of als het via de huid wordt opgenomen. Dit soort producten worden vooral in de industrie gebruikt en zijn meestal niet te koop in de supermarkt of bouwmarkt.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oxiderend 
Het product kan heftig reageren als het in contact komt met andere brandbare stoffen, waardoor die stoffen kunnen gaan branden. Dit soort producten worden gebruikt in professionele omgevingen en zijn meestal niet te vinden in de supermarkt of bouwmarkt.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Milieugevaarlijk 
Producten die schadelijk zijn voor dieren en planten als ze in het milieu terechtkomen. Ze kunnen bijvoorbeeld leiden tot de dood van vissen of bijen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezondheidsgevaar 
Het product kan, als het via de mond, de huid of door inademen wordt opgenomen, mogelijk kanker veroorzaken of op een andere manier schadelijk zijn voor de gezondheid, bijvoorbeeld voor de voortplanting.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schadelijk/ irriterend 
Sommige producten met dit symbool kunnen irritatie veroorzaken bij opname via de mond, de huid of bij inademen. Andere producten kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag 
  • Samen met je groep maak je een mindmap over verschillende soorten schoonmaakmiddelen. 
  • Elk groepje presenteert kort de mindmap en geeft feedback op elkaars werk.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

    Begrippen uit deze les
  • Schoonmaakmiddel
  • Gevaarsymbolen 
  • Veiligheid 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket
Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

      Lesdoelen
  • Je kunt de gevaarsymbolen op schoonmaakmiddelen herkennen en uitleggen wat ze betekenen. (R)
  • Je kunt uitleggen waarom bepaalde schoonmaakmiddelen gevaarlijk zijn en welke voorzorgsmaatregelen je moet nemen bij het gebruik ervan. (T)
  • Je kunt samen met anderen een poster maken waarin jullie laten zien welke schoonmaakmiddelen waarvoor gebruikt worden, wat de risico’s zijn, en hoe je veilig werkt met deze middelen. (T)
  • Je kunt feedback geven op het werk van anderen over veilig werken met schoonmaakmiddelen en uitleggen waarom bepaalde keuzes wel of niet veilig zijn. (I)

Slide 29 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.