Kritiek op het logisch positivisme - Quine

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

1. Leg uit wat Karl Popper bedoelt met verwachtingshorizon.

Slide 5 - Open vraag

2. Geef aan de hand van het tekstfragment van Popper een definitie van het begrip theoriegeladenheid.

Slide 6 - Open vraag

3. Als onze waarneming wordt beïnvloed door de theorieën die we erop nahouden, dan kun je de vraag stellen of er een juiste theorie bestaat. Welk antwoord geeft Paul Feyerabend op deze vraag? Ben jij het met hem eens? Beargumenteer je antwoord.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

3. Wat denk je dat 'Gavagai!' betekent?

Slide 12 - Open vraag

5. Kun je dit zeker weten? Beargumenteer je antwoord.

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

6. De coronacrisis brengt allerlei nieuwe woorden met zich mee, zoals het inmiddels befaamde woord ‘anderhalvemetersamenleving’. Leg aan de hand van dit woord uit wat Quine bedoelt met ‘de ondoorgrondelijkheid van verwijzing’.

Slide 17 - Open vraag

7. Ben je het eens met de verregaande conclusies die Quine trekt uit zijn gedachte-experiment? Beargumenteer je antwoord.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

8. Leg het citaat op de vorige slide in je eigen woorden uit.

Slide 20 - Open vraag

9. Vat in je eigen woorden samen wat Quines bezwaar tegen het verificatiebeginsel inhoudt.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

10. Denk nog eens terug aan mijn onderzoekje van een aantal lessen geleden naar hoe jullie het vinden om vanwege de coronacrisis niet naar school te gaan. Mijn hypothese was dat jullie dit wel prima vinden en op basis van mijn ‘experimentje’ heb ik geconcludeerd dat deze hypothese klopt. Leg aan de hand van de Duhem-Quinestelling uit dat deze conclusie te voorbarig is.

Slide 23 - Open vraag